Uit de zwaartekracht volgt met welke kracht de roller naar beneden valt. Dat hij blijft liggen komt omdat de grond een even grote kracht omhoog weet te geven (anders deukt te grond in of zakt de roller weg (bijv in water of modder)).
Dirk moet dus op zijn minst 1500 N leveren om de roller van de grond te tillen en omhoog te heffen. (De grond levert een voldoende tegenkracht op zijn voeten. Zo niet, dan zakt Dirk de grond in). Met 300 N komt hij er dus niet.
De oplossing die Dirk kiest is soortgelijk aan de slingerwegen waarmee je langzaam een berg op komt ipv recht omhoog te klimmen: De verrichte arbeid is gelijk (W = Fs zolang s hierin de verschilhoogte is en niet of je recht omhoog of slingerend gaat).
Probeer de situatie eens te tekenen (zoals boven) en dan te redeneren hoe die kracht van 300 N (schuin gericht) kan helpen om de roller omhoog te krijgen.