Negatieve snelheid en versnelling

Mensy stelde deze vraag op 23 november 2019 om 13:55.

Ik kan me niet zo goed inbeelden wat een negatieve snelheid inhoudt. Ook niet negatieve versnelling.
En wanneer heb je zowel een negatieve snelheid als een negatieve versnelling?
Bestaat er een voorbeeld ervan uit het dagelijks leven?

Zou iemand dit alstublieft willen uitleggen?

Reacties

Arno op 23 november 2019 om 14:14
Een negatieve versnelling treedt onder andere op bij het afremmen van bijvoorbeeld een auto of bij een voorwerp dat horizontaal omhoog gegooid wordt en daar een maximale hoogte bereikt. We spreken in dat geval van een eenparig vertraagde beweging. Of een snelheid negatief is hangt af van ded afspraak die je maakt met betrekking tot de bewegingsrichting. Als de snelheid tegengesteld aan de bewegingsrichting is ligt het voor de hand om de snelheid als negatief te beschouwen.
Jan van de Velde op 23 november 2019 om 14:37
dag Mensy,

Snelheid meet je als verandering van afstand gedeeld door verandering van tijd. 

Jij kijkt naar een fietser die van je wegrijdt.
Je meet de beginafstand, bijv 5 m, en de eindafstand, bijv 35 m. 
Verandering is dan (eind - begin) = 35 - 5 = + 30 m. 
Als dat in 10 seconden gebeurde is de gemiddelde snelheid dus +3 m/s (elke seconde kwam er 3 m bij) 

Komt er een fietser op je af, dan kijk je weer:
Jij kijkt naar een fietser die naar jou toe  rijdt.
Je meet de beginafstand, bijv 45 m, en de eindafstand, bijv 5 m.
Verandering is dan (eind - begin) = 5 - 45 = -40 m.
Zls dat in 10 seconden gebeurde is de gemiddelde snelheid dus -4 m/s (elke seconde ging er 4 m af)

Iemand aan het andere eind van de straat ziet dat overigens net andersom: de eerste fietser komt naar hem toe, afstand wordt kleiner, snelheid dus - 3m/s

Kortom, plus of min is bij snelheid een kwestie van referentiekader: waar ligt jouw "nulpunt" qua afstand? 

Je kunt op dat gebied allerlei afspraken maken: oostwaarts noemen  we plus? Dan is westwaarts per definitie min. Net of je een fietser langs de plaats-as van een grafiek ziet rijden. Maar voor mijn part noem jij westwaarts plus en oostwaarts dus min. 

Een versnelling betekent in de dorpstaal dat de snelheid toeneemt. Een vertraging dat de snelheid afneemt. 
Beide zijn een verandering van snelheid. 
Die verandering van snelheid noemen we in de natuurkunde altijd versnelling. Een afname van snelheid is een negatieve verandering. Als elke seconde je snelheid met 2 m/s afneemt, is er een versnelling van -2 m/s² . Een negatieve versnelling is in dorpstaal dus een vertraging.

Consequent omgaan met die plusjes of minnetjes heeft grote voordelen bij ingewikkeldere berekeningen. Bijvoorbeeld, een negatieve versnelling geeft via F=m·a automatisch ook een negatieve kracht. Ken je gelijk de richting waarin die kracht werkt. 

groet, Jan
Theo de Klerk op 23 november 2019 om 14:48
Een aanvankelijk in positieve richting rijdende auto (met motor uit - hij kreeg een "zetje" in de richting) wordt door tegenwind (negatieve versnelling) afgeremd tot stilstand. Als de auto niet op de rem staat kan hij door die wind zelfs "voortgeduwd" worden in tegengestelde richting: negatieve snelheid en negatieve versnelling. De (negatieve) snelheid wordt steeds groter (negatief): de auto gaat steeds harder achteruit.

Jan van de Velde op 23 november 2019 om 14:53

Mensy plaatste:


En wanneer heb je zowel een negatieve snelheid als een negatieve versnelling?
Bestaat er een voorbeeld ervan uit het dagelijks leven?


een fietser rijdt op je af met een snelheid van 3 m/s in absolute zin, in jouw referentiekader dus - 3 m/s (elke seconde wordt de afstand tussen jou en de fietser drie meter kleiner. 

dan accelereert de fietser tot een snelheid van -5 m/s in 2 seconden tijd
verandering is, vaste afspraak, ALTIJD eintoestand - begintoestand

Δv= veind - vbegin = (-5) - (-3) = -2 m/s
in twee seconden, dus een versnelling a=Δv/Δt = -2 / 2 = -1 m/s² 

F=m·a = 80 (kg) x -1 (m/s²) = -80 N 
je weet nu dus dat er op de fietser een kracht van 80 N werkte, in jouw richting, want die snelheid van -3 m/s was ook in jouw richting.

Maar de persoon aan het andere eind van de straat ziet dat allemaal net andersom. 
Mensy op 23 november 2019 om 15:25
ONTZETTEND bedankt!
Tyrone op 03 mei 2021 om 15:04

Hoi,

 

F=m·a = 80 (kg) x -1 (m/s²) = -80 N
je weet nu dus dat er op de fietser een kracht van 80 N werkte, in jouw richting, want die snelheid van -3 m/s was ook in jouw richting.

Maar de persoon aan het andere eind van de straat ziet dat allemaal net andersom.

 

Kunt u wellicht een schets maken? Want ik weet niet in welke situatie 80N is en in welke -80N.

 

Hartelijk dank

Theo de Klerk op 03 mei 2021 om 15:22
De + en - hangen af van wat je afspreekt als positief en negatief in een referentiestelsel.
Een grootte (zonder richting) is de absolute (en dus positieve) waarde van de vectorlengte.
Tyrone op 05 mei 2021 om 12:23

Dus bijvoorbeeld, de man ziet de fietser als -80N of hem afkomen, omdat zijn kijkrichting tegenover de fietser staat.

Maar de man ziet zichzelf als 80N, omdat hij dezelfde richting heeft als zijn kracht.

Theo de Klerk op 05 mei 2021 om 12:39
Er komt niks met 80 N aan. Verplaatsen is een snelheid, geen kracht.
En al kijkt de persoon naar links, dan nog komt de fietser met -3 m/s op hem af. Domweg omdat hij in richting negatieve as rijdt.
De man op de fiets ziet niks. Die vindt zichzelf stil staan en ziet de man met +3 m/s op hem afkomen. De man lijkt naar rechts te bewegen. Kwestie van relativiteit.

Ik denk dat je bijna alle begrippen uit de bewegingsmechanica door elkaar haalt. Verplaatsing, snelheid, kracht - ze zijn niet inwisselbaar en betekenen allemaal iets anders.
Jan van de Velde op 05 mei 2021 om 12:44
Dag Tyrone,

Iets op je af zien komen als ..... N is een beetje vreemd uitgedrukt. 
Nog vreemder is dan "ziet zichzelf  als ... N "
De man heeft ook geen richting, die staat stil.

Wat je ziet is een beweging. 
de fietser komt op je af
Je ziet ook dat de fietser sneller op je af komt
de fietser heeft dus een versnelling in jouw richting 
Je conclusie is dat de fietser dus een kracht in jouw richting ondervindt (kan een vlaag meewind zijn, of hij trapt harder) 

Theo heeft hier geheel arbitrair negatief naar links gekozen en positief naar rechts. 
Je kunt ook het referentiekader aan de fiets vastknopen.
In dat referentiekader staat de fiets stil en beweegt de man naar de fiets toe, naar rechts dus. En dat is in het gekozen referentiekader allemaal in positieve richting. 

Groet, Jan
Theo de Klerk op 05 mei 2021 om 13:05

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft dertien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)