Leq, Lden en Lnight

Marcel stelde deze vraag op 06 november 2005 om 08:11.
Hallo,

Voor mijn profielwerkstuk wil ik uitrekenen of het mogelijk is meer vliegbewegingen te maken zonder dat de geluidsnormen overschreden worden.

Ik vraag mij af wat nou precies een vliegbeweging is.

Ook heb ik al informatie gevonden over Leq, Lden en Lnight, maar ik kan nergens concrete formules vinden. In de formule van Leq bijv. komen de grootheden A en I voor, maar die worden weggestreept in het gegeven voorbeeld. Welke eenheden stellen zij voor?

En moet ik in de formule van Lden de uitkomst nog met 365 vermenigvuldigen om tot een antwoord voor een jaar te komen?

Ook vraag ik mij af wat ik allemaal precies nodig heb om tot een antwoord te komen op mijn onderzoek. Heb ik dan genoeg aan deze formules, of moet ik nog meer weten.

Kan ik als deelvragen bijvoorbeeld vragen hoeveel geluid een opstijgend, laagvliegend en dalen vliegtuig produceert, of wordt het geheel dan te ingewikkeld??

Alvast bedankt, Marcel Broek

Reacties

Melvin op 08 november 2005 om 14:28
Beste Marcel,

Op deze site staat hier een artikel over: http://www.natuurkunde.nl/artikelen/view.do?supportId=294616

De A en de I staan resp. voor het oppervlak (dat de energie opvangt) en de geluidsintensiteit (I_0 is de geluidsintensiteit van 0 dB). Deze twee grootheden vallen weg omdat je de equivalente geluidsniveau berekent.

Om deze te berekenen (zie rekenvoorbeeld 1) zeg je dat de totale energie (som van A*I*t) van het uur gelijk moet zijn aan de energie die je bij het Leq zou krijgen (A*Ieq*3600).

I wordt hierbij trouwens gegeven door I_0*log(L/10) Het gaat bij de uiteindelijke geluidsnormen om Lden (L day-evening-night) waarvan de formule ook wordt gegeven op Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lden

De Lday, Levening en Lnight bereken je door de Leq te nemen van die periode.

Veel succes nog met je PWS en ik hoop je geholpen te hebben.
Groeten, Melvin

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft twintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)