Dat is wat anders dan "de theorie gaan uitpluizen achter water dat uit een gat stroomt". Want als je dat eenmaal tot op het naadje hebt uitgezocht is het zinloos het proefje nog te doen......

Jij noteert of je denkt dat dat water met grotere of kleinere snelheid uit een groter of kleiner gat zal stromen, en bedenkt ook een voor jou aannemelijke reden voor je vermoeden.

Dat heet een hypothese, en dat is vrij vertaald "veronderstelling" .
En die hypothese ga je dan toetsen, door onder overigens zo gelijk mogelijke omstandigheden water te laten uitstromen door grotere en kleinere gaatjes, en daarbij op een of andere manier die uitstroomsnelheid te bepalen. 

En dat is op zich al lastig genoeg, want je zult ook moeten gaan bedenken hoe je die snelheid gaat meten en zo, en op welke andere parameters je moet gaan letten om je proefjes zo reproduceerbaar mogelijk te houden. 

Dus, noteer wat je verwacht en waarom, en neem de proef op de som. 
Blijkt de hypothese verkeerd, niks verloren, integendeel, weer wat geleerd :) En dàn pas ga je proberen uit te vogelen waarom je dat dan verkeerd had ingeschat .

Allemaal veel spannender en leuker zo ook. 

Groet, Jan