hoe lang glijdt het blok door??

ciska stelde deze vraag op 11 mei 2004 om 10:00.
hallo, ik heb een vraag over wrijving.

Ik heb 2 materialen. Het ene material is statisch, en staat dus stil. Oppervlak is horizontaal = m1
het 2de material is dynamisch = m2
m2 heeft een aantal waarden
gewicht=100kg
glijoppervlak = 5000mm² = 5*10-³ m²
snelheid 1, wanneer het net op het m1 komt = 24m/s wrijvingscoeffiecient m2 = 7 (voorbeeld)
waarden m1 wrijvingscoeffiecient m1 = 15 (voorbeeld)

WAT WIL IK WETEN hoe lang glijd het blok2 door op blok 1. (iets met geleiding?? bijvoorbeeld nylon glijdt goed. naja ik weet het ook niet.) invloeden van buitenaf hoef je geen rekening mee te houden. Ik ben op zoek naar een formule om dit op te lossen. Als jullie me hierbji zouden kunnen helpen heel erg bedankt. Uitrekenen is niet noodzakelijk, met de correcte formules kan ik waarschijnlijk een heel eind komen.

Reacties

patrick op 10 mei 2004 om 20:27
Beste ciska, volgens mij kijk je verkeerd tegen het probleem aan. De wrijvingscoefficient is gedefinieerd voor twee materialen tegelijk. In dit geval is dat dus een wrijvingscoefficient van materiaal 1 en 2. Ten tweede is de wrijvingskracht in tegengestelde richting van de beweging gedefinieerd als:
Fw=z*Fn
waarin:
Fw = wrijvingskracht
z = wrijvingscoefficient
Fn = normaalkracht.

In principe kan je nu de wrijvingskracht uitrekenen. Dan nemen we nog even:
Fw=m*a
waarin:
m = massa van het dynamische object
a = vertraging van het dynamische object.

Binnen dit geheel is wel aangenomen dat gedurende het hele proces er een volledig contact tussen bij massa's is. Indien dit niet zo is kan het vraagstuk opgesplits worden in 2 delen. 1e deel is van geen contact tot volledig contact waarbij er een balans gemaakt wordt over een deel oppervlak in infinitsimaal vorm en het 2e deel is gelijk aan het bovenstaand uitgewerkte alleen dan met een beginsnelheid die gelijk is aan de eindsnelheid van het 1e deel.

hopelijk kom je zo weer een eind verder
grtz patrick

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft drieëntwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)