natuurlijke logaritme
Naomi stelde deze vraag op 18 maart 2019 om 18:16.Wat is het natuurlijke logaritme? Ik heb begrepen dat dit een term uit de wiskunde B is, maar ik volg wiskunde A. Verder wordt er ook niet bij het hoofdstuk atoom- en kernfysica 1 uitgelegd wat het natuurlijke logaritme inhoudt.
Reacties
De gewoonste en bekendste logaritme is die met het grondtal 10:
log10(1000) = 3 (andersom, 103 gelijk is aan 1000)
die 10-log wordt veel gebruikt omdat wij in een tientallig stelsel rekenen. Maar eigenlijk is elk grondtal mogelijk.
Een "natuurlijke logaritme" is een logaritme met het grondtal e
ln(x)=loge(x)
De rekenregels blijven precies dezelfde als die je hopelijk kent van de "gewone" logaritmen.
Groet, Jan
Bij radio-actieve vervalprocessen kom je de exponentiële functie met het grondtal e ook weer tegen. Stel N(t) is het aantal niet vervallen kernen op tijdstip t, dan geldt dat N'(t) = -λN(t). Hierbij wordt λ de desintegratieconstante of vervalconstante genoemd. De vergelijking N'(t) = -λN(t) is een zogenaamde differentiaalvergelijking met oplossing N(t) = N(0)·e-λ·t.
Om de halveringstijd t½ te vinden stellen we N(t) = ½N(0), dus dat geeft: e-λ·t = ½. Dit betekent dat eλ·t = 2. Nemen we nu links en rechts de natuurlijke logaritme, dan vinden we dat λ·t = ln 2, dus de halveringstijd t½ wordt dan gegeven door
Mocht je meer willen weten over de natuurlijke logaritmen en het grondtal e, dan moet je maar eens een kijkje nemen op het wiskundeportaal van Wikipedia.
Ik vind het nog steeds een beetje lastig. Ik wilde ook net weer een vraag gaan stellen over die formule, .
Ik vind die e gewoon heel verwarrend, en vind het ook vreemd hoe ze ineens die lambda erbij hebben betrokken.
Ik weet dat het kommaatje tussen N'(t) betekend dat het om een afgeleide functie gaat, maar afgeleid waarvan? En hoe komen ze aan die lambda?
Verder staat de formule ook niet in binas, dus ik moet dit natuurlijk wel gaan begrijpen wil ik gebruik maken van deze formule op het examen.
Naomi plaatste:
En wat is dan het verschil tussen de formulesIk vind trouwens iets in binas:
N(t) staat volgens mijn lesboek voor het aantal kernen. Terwijl in binas het volgende staat:
Zouden die N en die A dan niet omgedraaid moeten worden?
Misschien zou ik een tip naar Noordhoff kunnen sturen om die A van nucleonen een andere letter te geven, sinds dit ook erg verwarrend is met de A van de activiteit.
Naomi plaatste:
Ik vind trouwens iets in binas:
..//..
N(t) staat volgens mijn lesboek voor het aantal kernen. Terwijl in binas het volgende staat:
Zouden die N en die A dan niet omgedraaid moeten worden?
Misschien zou ik een tip naar Noordhoff kunnen sturen om die A van nucleonen een andere letter te geven, sinds dit ook erg verwarrend is met de A van de activiteit.
er zijn nou eenmaal geen 400 letters in een alfabet, om elke grootheid een andere te geven. Een grote A wordt ook gebruikt voor oppervlakte (Area) , Z voor impedantie.
Die N, A en Z worden gebruikt in teksten over de verhoudingen van deeltjes in een kern. En in die context betekenen ze dàt.
Veel algemener wordt de N (of soms ook kleine n) in formules gebruikt als aantal (Number of...) Uit de context maak je dan op om aantallen waarvàn het gaat.
enzovoort.
In jouw formule:
Naomi plaatste:
Een "tip naar Noordhoff" is zinloos. Dit is geen drukfout, dit is stomweg internationaal zo in gebruik in het vakgebied. Als ze dat in BINAS zouden wijzigen creëren ze alleen maar grote verwarring.
Naomi plaatste:
En wat is dan het verschil tussen de formulesEen beetje als: hoe reken je een versnelling uit? Tja, als je een F en een m hebt gebruik je a=F/m, als je een dv en een dt hebt gebruik je a=dv/dt.
Of is dit echt zo'n gevalletje "Dit moet je gewoon uit je hoofd leren" en dat dit dus niet te achterhalen is via formules.
(Beetje hetzelfde geval als de plaatsfunctie bij een harmonische trillingen. Deze staat niet in binas maar valt wel te achterhalen).
Naomi plaatste:
Maar als de formules dan praktisch hetzelfde zijn, dan moet er een manier zijn omArno van Asseldonk plaatste:
Stel N(t) is het aantal niet vervallen kernen op tijdstip t, dan geldt dat N'(t) = -λN(t). Hierbij wordt λ de desintegratieconstante of vervalconstante genoemd.Kunt u zegmaar zo'n rijtje maken van tussenstappen van
maar zit je je hier niet druk te maken om niks? In de Binas 2013 komt heel die vervalconstante als aparte in activiteitsformules gebruikte grootheid niet meer voor:
wel in de vorm van een factor ln2/t½
Naomi plaatste:
Arno van Asseldonk plaatste:
Stel N(t) is het aantal niet vervallen kernen op tijdstip t, dan geldt dat N'(t) = -λN(t). Hierbij wordt λ de desintegratieconstante of vervalconstante genoemd.Kunt u zegmaar zo'n rijtje maken van tussenstappen van
Stel
Hierbij is dus gebruik gemaakt van het verband tussen t½ en λ dat ik in mijn post van gisteren aangaf. Het is dus mogelijk om de formule voor N(t) van de ene vorm in de andere om te zetten. Welke formule je gebruikt is afhankelijk van of je met de halveringstijd of de vervalconstante te maken hebt.
Jan van de Velde plaatste:
maar zit je je hier niet druk te maken om niks? In de Binas 2013 komt heel die vervalconstante als aparte in activiteitsformules gebruikte grootheid niet meer voor:Arno van Asseldonk plaatste:
Ik snap verder ook niet echt hoe u die u nou in x· ln g heeft laten veranderen, ik denk dat ik een tussenstap over het hoofd zie.
Verder snap ik nu wel de som die daaronder stond en waar de lambda vandaan komt. De lambda heeft dus niet meer dan de definitie
Naomi plaatste
Zelf geef ik alleen natuurkunde op vmbo, dus defintieve uitspraken daarover durf ik niet te doen. Er is maar één blad dat daarvoor de volledige garantie kan geven: de syllabus VWO:
https://www.examenblad.nl/examen/natuurkunde-vwo-2/2019
Jan van de Velde plaatste:
Dag Naomi,Zelf geef ik alleen natuurkunde op vmbo, dus defintieve uitspraken daarover durf ik niet te doen. Er is maar één blad dat daarvoor de volledige garantie kan geven: de syllabus VWO:
https://www.examenblad.nl/examen/natuurkunde-vwo-2/2019
Naomi plaatste:
Dus als je uitkomt op dieIk snap verder ook niet echt hoe u die u nou in x· ln g heeft laten veranderen, ik denk dat ik een tussenstap over het hoofd zie.
Even terug naar mijn vorige post: als gx = eu, dan geldt ook dat ln gx = ln eu = u, dus u = ln gx = x·ln g, waarbij je gebruik maakt van de eigenschap dat glog ax = x·glog a. Dit betekent dus dat gx = ex·ln g.
Arno van Asseldonk plaatste:
Omdat e het grondtal van de natuurlijke logaritme is geldt per definitie dat ln e = 1.Even terug naar mijn vorige post: als gx = eu, dan geldt ook dat ln gx = ln eu = u, dus u = ln gx = x·ln g, waarbij je gebruik maakt van de eigenschap dat glog ax = x·glog a. Dit betekent dus dat gx = ex·ln g.
Naomi plaatste:
Duidelijk! Dankjewel :)