dat vroeg ik niet, ik vroeg of dat voor de pure vorm was, of voor de oplossing.
Dat is namelijk een belangrijk verschil.
Laten we dan (voor het rekengemak) eens 670 mL water met een dichtheid van 1 g/cm³ samenvoegen met 330 mL waterstofperoxide met een dichtheid van 1,45 g/cm
3 . Dat geeft die 33 vol% oplossing.
zie je zo de weg naar het massapercentage? Zo niet:

Als je de weg helemaal naar het eind niet zo 123 ziet, , zie je dan dingen die je met deze gegevens zou kunnen berekenen? Wie weet tot wat voor inzichten je dan komt.
Kom maar eens met je sommetjes.
Let op, bij chemisch rekenen betekenen getalletjes, zelfs met eenheid, pas iets als je er ook nadrukkelijk bij vermeldt om welke
stof het gaat ( .... ml
water, .... g
H2O2-oplossing, etc )
Anders raak je zelf al snel het spoor bijster in je tussenuitkomsten, en voor een ander is er nauwelijks beginnen aan om denk- of rekenfouten aan te wijzen.
Groet, Jan