Dag Zoey,
De wet van Ohm zegt dat spanning en stroomsterkte rechtevenredig zijn.
Een U/I grafiek van zo'n apparaat is dus een rechte door de oorsprong.
![](https://media.natuurkunde.nl/content_files/files/12405/original/o1.PNG?1547824040)
Simpel uitgedrukt zegt dat, dat als de spanning over een apparaat 3 x zo hoog wordt, dat dan de stroomsterkte ook 3 x zo hoog wordt.
Nog simpeler uitgedrukt: de weerstand is altijd hetzelfde.
Een apparaat waarvoor dat geldt voldoet dus aan de wet van ohm. We zeggen ook wel dat dat apparaat zich geddraagt als een "
ohmse weerstand"
Een duidelijk voorbeeld dat daar
NIET aan voldoet is een gloeilamp: als de spanning hoger wordt, wordt ook de stroomsterkte hoger. Maar daardoor wordt het draadje heter, waardoor de weerstand groter wordt.
Dus is er steeds meer extra spanning nodig voor steeds minder extra stroom: de U/I grafiek blijft niet recht, maar gaat steeds steiler omhoog lopen.
![](https://media.natuurkunde.nl/content_files/files/12406/original/o2.PNG?1547824058)
Het verband U/I is niet meer rechtevenredig.
Ik ken eigenlijk geen voorbeelden van praktische apparaten die echt helemaal ohmse weerstanden zijn, en dat komt dan meestal omdat de weerstand van alle geleiders afhangt van de temperatuur. Maar vaak is het binnen zekere grenzen als een goede praktische benadering te gebruiken.
Duidelijk zo?
groet, Jan