Je redenatie gaat iets te kort door de bocht: alle magneetpolen op de dynamo hebben invloed op de positie P, Q of R. Je moet dus de vectorsom van al die velden nemen. De resultante bepaalt hoe een staafmagneet dan in die punten gericht zal zijn. Al zijn de punten wel symmetrisch getekend tov die polen.

In werkelijkheid zullen de veldlijnen met een kromming van N naar Z lopen, maar wel altijd in Z eindigen en dan zou je verwachten dat de N pool van de staaf naar de Z pool van de dynamo wijst.

Het correctieantwoord verbaast me ook wat. Ik "tuin" vast in iets wat ze hier proberen te testen maar ik even niet zie. En naast het correctievoorschrift zie ik ook geen correctie. Als jij en ik het goed hebben dan is in 2007 (niet voor het eerst) weer eens wat hopeloos fout gedaan bij de beoordeling.

Oke, dus de veldlijnen van de twee noordpolen in de dynamo-magneet naast de zuidpool rechts schuin van P gaan in een boog naar de zuidpool daar tussen in, zodat de zuidpool van de staafmagneet in P die lijnen kan opvangen en daardoor met de zuidpool naar de zuidpool van de dynamo gaat wijzen? Dit doet hij dan dus, ondanks dat hij dan met de zuidpool naar de zuidpool wijst, doordat de resultante van de vectorsom die kant op wijst.

dag Anoniem,
volgens mij heb je helemaal gelijk, dit klopt niet:
 
Ik geef mijn mening graag voor een betere, maar dat magnetisch veld rond punt P kan er volgens mij niet anders uitzien dan zoals hieronder:


de kompasjes bij P en R kunnen niet dezelfde stand aannemen: dan zou dat kompasje bij het ronddraaien van die octopool steeds maar minder dan 180° heen en weer wapperen, en dat zou weer niet kunnen kloppen met de stand bij Q. Als je die octopool rond zijn as draait gaat een kompasje in de buurt gewoon volle rondjes draaien.


Een aanpassing op het correctievoorschrift kan ik niet vinden, en ik denk niet dat het zinvol is terug te gaan zoeken naar discussies over die vraag uit die tijd. Het gaat al om een project-examen, èn tweede tijdvak, dus heel veel mensen hebben hier niet mee te maken gehad. Ik denk/hoop/verwacht dat de meeste corrigerende docenten hier geen woorden aan vuil hebben gemaakt en dat punt P hebben beoordeeld zoals het zou moeten zijn, dwz omgekeerd aan hoe het hierboven weergegegeven staat. 

Groet, Jan

Beste Jan,

bedankt voor je antwoord. Ik kwam hem tegen bij oefenopgaven. Nu weet ik in ieder geval dat ik het goed kan beredeneren mocht ik zo iets op een toets terug krijgen. Het heeft in ieder geval te maken met hoe ze elkaar beïnvloeden en de resultante geeft dan de richting. 

Mvg

Je kunt in een punt het magneetveld (of elk veld) bepalen van elke losse pool (of elektrische lading of massa). Dat doe je voor elk punt apart. Dan heb je in dat punt een aantal veldsterkte B-vectoren van elk van die polen. En omdat er maar 1 kracht in een punt kan zijn, tel je al die veldsterktes B bij elkaar op. En dan zie je dat, gezien de symmetrie, alles wat naar links/rechts duwt elkaar opheft. Blijft over de vertikale krachten. Als je die optelt blijft er een resulterende kracht richting de zuidpool over...