Wet van Behoud van Energie

Emma stelde deze vraag op 26 juni 2018 om 16:54.

Hoi allemaal,

 Ik heb een vraagstuk wat ik niet begrijp. 

''Een voorwerp met massa 8,9 kg wordt vanaf beginhoogte 32 m met beginsnelheid 44 m/s omhoog gegooid.

Bereken de snelheid waarmee het voorwerp de grond weer raakt.'' 

Ik maak deze opdrachten online, en er staan geen antwoorden of uitwerkingen bij.
Mijn uitwerking was hierbij :

'' Ek = Ez (luchtwrijving mag verwaarloosd worden)
0,5 x m x v2 = m x g x h
0,5 x 8,9 x 442 = 8,9 x 9,81 x h 
8615,2 = 87,309 x h
h = 8615,2 : 87,309  98,67 m 
De maximale hoogte = 98,67 + 32 = 130,67 m 
0,5 x m x v= m x g x h
0,5 x v2 = g x h 
0,5 x v= 9,81 x 130,67 
0,5 x v2 = 1281,8727
v= 2563,7454
v = 2563,7454  50,63 m/s''

Ik heb de opdracht al 6 keer geprobeerd, maar ik kan er geen touw aan vastknopen. Wat heb ik hier fout gedaan? En wat is wel de bedoeling? Graag op 3VWO niveau.

Alvast bedankt!


Reacties

Jan van de Velde op 26 juni 2018 om 17:18
Dag Emma,

Jouw berekening klopt, vraag is alleen of dat programma 50,63 m/s kan onderscheiden als afgerond 51 m/s: want jouw significantie is met 4 beduidende cijfers wél te groot. 

En als 51 m/s ook niet goed wordt gerekend zit er een fout in dat online-oefenprogramma. 
Op welke site maak je die oefeningen? 

groet, Jan
Emma op 26 juni 2018 om 17:48
Bedankt voor de reacties!

Ik heb het inderdaad met mijn klasgenoten besproken, en ook bij hen leek het zo te zijn dat dit programma (een ELO van mijn school via moodle) sommige antwoorden zonder duidelijke reden fout rekent. 

Toch bedankt voor de moeite!
Jan van de Velde op 26 juni 2018 om 17:55

Emma plaatste:

dat dit programma sommige antwoorden zonder duidelijke reden fout rekent. 

och, ik maak ook wel eens (online of papier) oefentoetsen, en ook daar sluipen foutjes in. 
Ik zou zeggen, rapporteer het, waarschijnlijk heeft jouw docent (of zijn/haar collega) die dingen zelf gemaakt, en dan is het ook zó gerepareerd.  

Groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft dertig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)