draaipunt van een schip
Douwe stelde deze vraag op 20 januari 2018 om 15:54.Het draaipunt bepalen van een vaartlopend schip, zowel bij vooruit- als achteruit varen.
Reacties
Theo de Klerk
op
20 januari 2018 om 15:58
Wat wil je nu precies weten? Leg de situatie eens uit/ Wat heb je zelf al gedaan? We zijn geen schippers op dit forum. Vaartlopend?
douwe
op
20 januari 2018 om 16:26
Goede vraag voor een zoetwater matroos!!
Vaartlopend betekent dat een schip snelheid maakt ten opzichte van het
omliggende water.
Vooruit varend ligt het draaipunt op ca. 1/3 van de lengte van het schip vanaf de voorsteven en achteruit varend op ca 1/3 vanaf de achtersteven.
Dat weet elke zeeman!
Aleen dus niet de natuurkundige verklaring hiervan.
Theo de Klerk
op
20 januari 2018 om 19:46
Deze zoetwatermatroos houdt helemaal niet zo van water - ik ben meer een stuurman aan wal. Dus uit ervaring kan ik er weinig over zeggen. Maar die ervaring geef je zelf al: draaipunt bij 1/3 of 2/3 van het schip vanaf het voor- of achtersteven. Vooruit draaien op 1/3 en bij achteruit draaien op 2/3 vanaf het voorsteven).
In een ideaal geval zou de draaiing vooruit plaatsvinden op de voorste punt van de boot. De schroef achteraan zal stuwen. Helaas is dit niet ideaal, want zo gauw de schroef duwt krijgt het weerstand van het water dat wordt weggeduwd langs de lengte van de boot (en een vacuum dat zou ontstaan aan de andere kant al zal hier snel water naartoe bewegen). De tegenkracht zal het grootst zijn bij de schroef: daar is de verplaatsing van de boot het grootst, aan de voorkant het kleinst (op het draaipunt zelfs nul).
Het schip werkt dus niet als een soort deur met scharnier aan een uiteinde, maar meer als een wip met het draaipunt niet in het midden maar tussen uiteinde en midden van een kant. Blijkbaar verdeelt het het schip (de wip) in stukken 1:2 (ofwel scharnierpunt op 1/3 en 2/3 van de totale lengte).
Met het draaien van het schip vermoed ik (geen zin dat helemaal te gaan uitrekenen) dat het totale krachtmoment (=kracht x afstand tot draaipunt) van de weerstand(skracht) van het water op het schip gelijk is aan het krachtmoment van de schroef als het draaipunt niet helemaal vooraan maar op 1/3 van de boot wordt gedacht. En met iets meer schroef krachtmoment (draaipunt iets meer richting voorkant dan 1/3) wint de schroef en draait de boot. Deze berekening is vast al eens uitgevoerd in een boek over nautische natuurkunde - niet iets waar deze landrot zich ooit over heeft gebogen.
Met achteruit varen geldt dezelfde redenering (al begrijp ik als zoetwatermatroos dat een boot en de schroef daar niet op ontworpen is).
![](https://media.natuurkunde.nl/content_files/files/11309/original/schip.png?1516493527)
(De waarde van 1/3 komt toevallig (?) aardig overeen met een fysieke veer.
Een ideale veer heeft geen massa. Maar een echte veer wel. En niet alleen jij trekt aan die veer, de onderste delen van de veer trekken ook met hun gewicht aan de bovenhelft van de veer. Als je dit nauwkeurig uitrekent (integraalrekening: elke gewichtsbijdrage door een stukje veer uitgeoefend op alles wat er aan veer boven dat stukje zit) dan moet je bij het trekken ook 1/3 van de veermassa meerekenen.)
In een ideaal geval zou de draaiing vooruit plaatsvinden op de voorste punt van de boot. De schroef achteraan zal stuwen. Helaas is dit niet ideaal, want zo gauw de schroef duwt krijgt het weerstand van het water dat wordt weggeduwd langs de lengte van de boot (en een vacuum dat zou ontstaan aan de andere kant al zal hier snel water naartoe bewegen). De tegenkracht zal het grootst zijn bij de schroef: daar is de verplaatsing van de boot het grootst, aan de voorkant het kleinst (op het draaipunt zelfs nul).
Het schip werkt dus niet als een soort deur met scharnier aan een uiteinde, maar meer als een wip met het draaipunt niet in het midden maar tussen uiteinde en midden van een kant. Blijkbaar verdeelt het het schip (de wip) in stukken 1:2 (ofwel scharnierpunt op 1/3 en 2/3 van de totale lengte).
Met het draaien van het schip vermoed ik (geen zin dat helemaal te gaan uitrekenen) dat het totale krachtmoment (=kracht x afstand tot draaipunt) van de weerstand(skracht) van het water op het schip gelijk is aan het krachtmoment van de schroef als het draaipunt niet helemaal vooraan maar op 1/3 van de boot wordt gedacht. En met iets meer schroef krachtmoment (draaipunt iets meer richting voorkant dan 1/3) wint de schroef en draait de boot. Deze berekening is vast al eens uitgevoerd in een boek over nautische natuurkunde - niet iets waar deze landrot zich ooit over heeft gebogen.
Met achteruit varen geldt dezelfde redenering (al begrijp ik als zoetwatermatroos dat een boot en de schroef daar niet op ontworpen is).
![](https://media.natuurkunde.nl/content_files/files/11309/original/schip.png?1516493527)
(De waarde van 1/3 komt toevallig (?) aardig overeen met een fysieke veer.
Een ideale veer heeft geen massa. Maar een echte veer wel. En niet alleen jij trekt aan die veer, de onderste delen van de veer trekken ook met hun gewicht aan de bovenhelft van de veer. Als je dit nauwkeurig uitrekent (integraalrekening: elke gewichtsbijdrage door een stukje veer uitgeoefend op alles wat er aan veer boven dat stukje zit) dan moet je bij het trekken ook 1/3 van de veermassa meerekenen.)
Theo de Klerk
op
21 januari 2018 om 01:17
Jan wees me nog op site https://shipsnow.com/wiki/ship-handling-basics/ waar rotatie van een schip (stilliggend en varend) ook nog besproken wordt met een indicatie van krachten langs de wand.
Douwe
op
22 januari 2018 om 22:22
erg interessant was het artikel in The Pilot Online, maar ook daar geen eenduidige oplossing.
Er zijn eigenlijk teveel steeds wissselende parameters.
ik ga alles nog eens proberen op ee rijtje te zetten.
In ieder geval tot zover bedankt voor alle moeite die de je getroost hebt.
Het blijkt helemaal niet zo eenvoudig te zijn, want ik heb gemerkt dat
er heel weinig uitleg in nautische boeken over wordt gegeven.
Theo de Klerk
op
22 januari 2018 om 22:30
Het is niet zo eenvoudig omdat de "ideale" toestand nergens geldt voor een schip en resultaten uit zo'n situatie zijn weinig zeggend voor de realiteit omdat de idealisatie geen randeffecten negeert, maar grote invloedsfactoren.
En deze factoren zijn alleen experimenteel in het echt of bij benadering via watergoten (Waterloopkundig lab) te meten.
De vorm van het schip, de diepgang, effectief vermogen van de schroef en daaruit volgende water-weerstand beinvloeden denk ik het antwoord nogal.
Dus zeker een goede vraag, maar niet zo simpel beantwoord of benaderd!
En deze factoren zijn alleen experimenteel in het echt of bij benadering via watergoten (Waterloopkundig lab) te meten.
De vorm van het schip, de diepgang, effectief vermogen van de schroef en daaruit volgende water-weerstand beinvloeden denk ik het antwoord nogal.
Dus zeker een goede vraag, maar niet zo simpel beantwoord of benaderd!
Jan van de Velde
op
22 januari 2018 om 23:19
Douwe Buwalda plaatste:
Er zijn eigenlijk teveel steeds wissselende parameters.Die
Vooruit varend ligt het draaipunt op ca. 1/3 van de lengte van het schip vanaf de voorsteven
Een schip besturen is net zo goed een kunst als een wetenschap.
groet, Jan
Douwe
op
23 januari 2018 om 00:05
Ik durf van mijzelf te beweren dat ik de kunst om een schip te besturen heel aardig beheers.
Dit leer je door ervaring en maar vooral het schip continue te observeren onder alle zich voordoende omstandigheden.
Erg belangrijk is bij vaartlopen ( de snelheid van het schip) de waterdiepte onder de kiel.
Is die minder dan de diepgang van het schip dan kan de diameter van de draaicirkel gemakkelijk tot 2 x zo groot worden, dit heeft natuurlijk ook weer te maken met het draaipunt en wordt veroorzaakt door de squat.
Schijnbare diepgang vermindering en dan Bernoulli om de hoek kijken, drukvermindering door vergroten van de snelheid van de retourstroom onder de kiel.
Het wordt steeds ingewikkelder.
Groet,
Douwe
Dit leer je door ervaring en maar vooral het schip continue te observeren onder alle zich voordoende omstandigheden.
Erg belangrijk is bij vaartlopen ( de snelheid van het schip) de waterdiepte onder de kiel.
Is die minder dan de diepgang van het schip dan kan de diameter van de draaicirkel gemakkelijk tot 2 x zo groot worden, dit heeft natuurlijk ook weer te maken met het draaipunt en wordt veroorzaakt door de squat.
Schijnbare diepgang vermindering en dan Bernoulli om de hoek kijken, drukvermindering door vergroten van de snelheid van de retourstroom onder de kiel.
Het wordt steeds ingewikkelder.
Groet,
Douwe
Rosa
op
15 februari 2018 om 15:07
Goede uitleg, ook al is dit een ingewikkeld vraagstuk. Is de verklaring voor het horizontale draaipunt vergelijkbaar? (Hiermee bedoel ik het punt waaromheen een schip kantelt). Ik heb totaal geen verstand van schepen, maar heb deze informatie nodig voor een project.
Theo de Klerk
op
15 februari 2018 om 15:15
Horizontaal en kantelen?
Een schip kantelt, net als elk ander voorwerp, als het massa-zwaartepunt buiten het "steunvlak" valt. Dat is het vlak waarmee het voorwerp op zijn plaats wordt gehouden (bij een tafel bijv. is dit het vlak binnen de vier of drie poten). Daarbuiten kan het namelijk roteren (kantelen) om het draaipunt of draaias dat de rand van het vlak aangeeft.
Een schip heeft (grof gezegd) een rechthoekig steunvlak in het water. Als het zwaartepunt buiten dit vlak komt (schip helt over) dan zal het kantelen. Bij een kano is dit veel sneller het geval. Als de kano-vaarder erg naar buiten helt kan het zwaartepunt van hem en de kano buiten het steunvlak van de kano vallen en de kano gaat ondersteboven.
Onderstaande tekeningen verduidelijken hopelijk wat en verklaren ook waarom de "Funniest home movies" van SBS6 bijna altijd mechanische instabiliteiten als oorzaak hebben. Niet op de rand van een 1-potige tafel gaan staan bijvoorbeeld.
Een schip kantelt, net als elk ander voorwerp, als het massa-zwaartepunt buiten het "steunvlak" valt. Dat is het vlak waarmee het voorwerp op zijn plaats wordt gehouden (bij een tafel bijv. is dit het vlak binnen de vier of drie poten). Daarbuiten kan het namelijk roteren (kantelen) om het draaipunt of draaias dat de rand van het vlak aangeeft.
Een schip heeft (grof gezegd) een rechthoekig steunvlak in het water. Als het zwaartepunt buiten dit vlak komt (schip helt over) dan zal het kantelen. Bij een kano is dit veel sneller het geval. Als de kano-vaarder erg naar buiten helt kan het zwaartepunt van hem en de kano buiten het steunvlak van de kano vallen en de kano gaat ondersteboven.
Onderstaande tekeningen verduidelijken hopelijk wat en verklaren ook waarom de "Funniest home movies" van SBS6 bijna altijd mechanische instabiliteiten als oorzaak hebben. Niet op de rand van een 1-potige tafel gaan staan bijvoorbeeld.
![](https://media.natuurkunde.nl/content_files/files/11350/original/kantelen.png?1518717972)
Douwe
op
16 februari 2018 om 20:04
Een schip gaat "kantelen" noemen we "kapseizen=omslaan " als het zwaartepunt van het schip aan de verkeerde kant van het "drukkingspunt =
aangrijpingspunt van de opwaartsekracht = zwaartepunt van het volume van het water dat door het schip wordt verplaatst.
Met aan "de verkeerde kant" bedoel ik dat er op dat moment een kantelend koppel optreedt.
De positie van het drukkingspunt t.o.v. het zwaartepunt bepaalt de mate van stabiliteit van een schip.
De horizontale afstand tussen beide punten is de arm van het stabiliteitskoppel en deze bepaalt de grootte van het stabiliteitsmoment.
aangrijpingspunt van de opwaartsekracht = zwaartepunt van het volume van het water dat door het schip wordt verplaatst.
Met aan "de verkeerde kant" bedoel ik dat er op dat moment een kantelend koppel optreedt.
De positie van het drukkingspunt t.o.v. het zwaartepunt bepaalt de mate van stabiliteit van een schip.
De horizontale afstand tussen beide punten is de arm van het stabiliteitskoppel en deze bepaalt de grootte van het stabiliteitsmoment.
Theo de Klerk
op
16 februari 2018 om 20:36
Voor een landrot kantelt een schip. Voor de matroos kapzeist ie ;-) In beide gevallen word je helemaal nat.
Stabiliteit van schip en vliegtuig werken op dezelfde manier...
Stabiliteit van schip en vliegtuig werken op dezelfde manier...