aantal mol deeltjes

angelo stelde deze vraag op 12 november 2017 om 22:23.



hallo beste natuurkundige.

bj vraag a staat er "bereken het aantal deeltjes dat meedoet in het kringprocess ABCDA" 
mijn vraag hier is, hoe weet je welke deeltjes meedoen met het process en welke niet.

bedank

Reacties

Theo de Klerk op 12 november 2017 om 22:33
Het is niet de vraag WELKE maar HOEVEEL deeltjes meededen.
Zonder de vraag uitputtend door te nemen lijken de figuren voldoende gegevens over p,V en T te leveren waarna  n = pV/(RT) toch niet al te moeilijk kan zijn.

Wel opvallend dat alle drie vragen die je over gassen recent stelde steeds dezelfde "trucs" met pV = nRT lijken te behandelen.
angelo op 12 november 2017 om 22:48
oke, dus ik vroeg me af als ik elk willekeurig punt kon nemen om het aantal deeltjes te berekenen. ik heb in dit geval punt a genomen omdat alle gegevens bekend zijn en mijn eind antwoord is 10 mol. kon ik evengoed ook vb punt c hebben genomen. want als ik me niet vergis is er vanaf punt c gas en vloeistof. kon ik ook dan met punt c hebben gewerkt?? 
angelo op 12 november 2017 om 22:49
hetzelfde bij vraag b. hoe zie ik precies wat er gebeurt als ik mijn tekening moet aflezen. hoe zie ik dat b mischien aan het condenseren is?
Theo de Klerk op 12 november 2017 om 23:02
>oke, dus ik vroeg me af als ik elk willekeurig punt kon nemen om het aantal deeltjes te berekenen

Nee, dat kan in een pV diagram alleen als je alleen gas hebt, dwz een gebogen T=constant isotherm. Zo gauw die horizontaal gaat lopen dan blijft de druk gelijk omdat er deeltjes condenseren en dus niet meer bij het gas horen. Voor vloeistoffen geldt de gaswet niet (ik weet het - is nogal logisch!)

Punt C zou ook kunnen, als je weet wat de temperatuur is die bij deze isotherm hoort. Zo te zien is dat alleen voor de isotherm waarop A ligt gegeven.

Voor punt B geldt dezelfde temperatuur als voor A, de druk is hetzelfde,het volume is afgenomen. In n = pV/(RT) en n ~ V
Da's niet zo gek als je "partiele druk" kent. Een gas heeft een bijdrage in de druk die evenredig is met zijn aantal deeltjes, x per volume-eenheid. Voor iets wat gas blijft zal pV = constant gelden en p afnemen als V toeneemt (waardoor deeltjesdichtheid x afneemt) en vice versa. Nu blijft p constant en dus het aantal deeltjes per volume-eenheid. Als dat volume 3x kleiner wordt, moet het aantal deeltjes ook 3x kleiner worden in het gas om de deeltjesdichtheid hetzelfde te houden (bij vaste temperatuur).

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft zevenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)