Cirkelbeweging: lopende band
Tom stelde deze vraag op 12 november 2017 om 20:32. http://www.rwi-natuurkunde.nl/vwo/klas5/kwt-uur/week%2045.pdf
Hallo,
ik kom niet uit bij vraag 1b,
het enige wat ik tot nu toe heb is
1) Fres=Fmpz=(m*v2)/r
2) Fres= Fz,x-Fn
Reacties
Jan van de Velde
op
12 november 2017 om 20:55
Dag Tom,
zo te zien aan het missende bestand in de bijlage probeerde je een bijlage te uploaden maar mislukte dat.
Kun je ons uitleggen
zo te zien aan het missende bestand in de bijlage probeerde je een bijlage te uploaden maar mislukte dat.
Kun je ons uitleggen
- Wat er daar mis ging?
- Welk bestand je probeerde te uploaden?
- Of je waarschuwingen kreeg?
- ...........
Tom
op
12 november 2017 om 21:40
Haha, kan je me nog helpen met 1b? 😅
Bijlagen:
Jan van de Velde
op
12 november 2017 om 21:51
Dag Tom,
wij zien hem ook niet, want hij lijkt wat gekunsteld. Gegeven is dat het pakje niet zal glijden.
Dan lijkt de aangewezen weg om uit te rekenen hoe groot de middelpuntzoekende kracht moet zijn om die cirkel te beschrijven, en dan te berekenen onder welke hoek de naar het middelpunt gerichte component van de zwaartekracht nog juist groot genoeg is om die middelpuntzoekende kracht te leveren.
In werkelijkheid lijkt ons dat pakje te willen gaan kantelen, omdat zodra de bocht wordt bereikt dat pakje maar één steunpunt meer heeft en het massamiddelpunt ook onmiddellijk in het begin van de bocht voorbij dat initiële steunpunt komt te liggen. En dan wordt e.e.a. nogal gecompliceerd. Qua werklijkheid zit mijn intuïtie ook te kriebelen op andere punten, maar mijn intuïtie jeukt wel eens vaker zonder reden, dus laat ik dat maar niet gaan bespreken.
Groet, Jan
wij zien hem ook niet, want hij lijkt wat gekunsteld. Gegeven is dat het pakje niet zal glijden.
Dan lijkt de aangewezen weg om uit te rekenen hoe groot de middelpuntzoekende kracht moet zijn om die cirkel te beschrijven, en dan te berekenen onder welke hoek de naar het middelpunt gerichte component van de zwaartekracht nog juist groot genoeg is om die middelpuntzoekende kracht te leveren.
In werkelijkheid lijkt ons dat pakje te willen gaan kantelen, omdat zodra de bocht wordt bereikt dat pakje maar één steunpunt meer heeft en het massamiddelpunt ook onmiddellijk in het begin van de bocht voorbij dat initiële steunpunt komt te liggen. En dan wordt e.e.a. nogal gecompliceerd. Qua werklijkheid zit mijn intuïtie ook te kriebelen op andere punten, maar mijn intuïtie jeukt wel eens vaker zonder reden, dus laat ik dat maar niet gaan bespreken.
Groet, Jan
Jan van de Velde
op
12 november 2017 om 21:57
Tom plaatste:
Haha, kan je me nog helpen met 1b? 😅Want ook in je tweede poging zien we weer een melding
en dat duidt op een bijlage-upload die misliep.
Dus help ons aub aanb zoveel mogelijk informatie over wat je wilde uploaden (bestandstype, omvang, etc) en of en zo ja wat je merkte van een probleem.
bij voorbaat dank,
Jan
Theo de Klerk
op
12 november 2017 om 22:54
Misschien is het, bij nader kijken, toch niet zo spannend. En is de hoek 45º
Kijk naar onderstaande tekening van het probleem.
De normaal in punt A is simpel: "gewoon" het gewicht a.g.v. de zwaartekracht, dus FN = 1 kg x 9,81 N/kg = 9,81 N
Maar dan de rondlopende band. Het pakje (30 cm hoog, 15 cm hoog ligt het zwaartepunt als we aannemen dat de tekening op schaal is, maar het formaat van het pakje doet er niet toe) zal erafvallen als het zwaartepunt vrij komt van de band. Op dat moment loopt de zwaartekracht vanuit het midden van het pakje naar de punt: de diagonaal. Dan moet hoek α wel 45º zijn. Dat geldt voor elk pakje van elke (vierkante) hoogte.
Het ontbinden van de zwaartekracht in componenten evenwijdig aan het raakvlak van de band en loodrecht op de band is dan simpel:
FN in B is dan Fzw sin 45º = 0,74 . 1 . 9,81 N

Ik weet niet wat men precies wil met de plaats van B, maar die is dan natuurlijk r(1 -cos 45º) lager dan A en ook r sin 45º meer naar rechts van A
Kijk naar onderstaande tekening van het probleem.
De normaal in punt A is simpel: "gewoon" het gewicht a.g.v. de zwaartekracht, dus FN = 1 kg x 9,81 N/kg = 9,81 N
Maar dan de rondlopende band. Het pakje (30 cm hoog, 15 cm hoog ligt het zwaartepunt als we aannemen dat de tekening op schaal is, maar het formaat van het pakje doet er niet toe) zal erafvallen als het zwaartepunt vrij komt van de band. Op dat moment loopt de zwaartekracht vanuit het midden van het pakje naar de punt: de diagonaal. Dan moet hoek α wel 45º zijn. Dat geldt voor elk pakje van elke (vierkante) hoogte.
Het ontbinden van de zwaartekracht in componenten evenwijdig aan het raakvlak van de band en loodrecht op de band is dan simpel:
FN in B is dan Fzw sin 45º = 0,74 . 1 . 9,81 N

Ik weet niet wat men precies wil met de plaats van B, maar die is dan natuurlijk r(1 -cos 45º) lager dan A en ook r sin 45º meer naar rechts van A