Wie kan deze vraag a.u.b voor mij maken (en nakijken)?

Hieronder staan 14 zinnen. Geef aan of de zinnen waar of niet waar zijn.

Achter elke zin zet ik mijn eigen antwoord, ik hoop dat iemand mijn antwoorden goed kan controleren.

1. Statische elektriciteit is elektriciteit waar de deeltjes bij stromen: niet waar
2. Een mengsel van zout en peper kun je scheiden met een statisch geladen voorwerp: waar
3. Wanneer je een ballon wrijft over je kleding of haren dan wordt deze positief geladen: niet waar
4. De Delftsche fles gaf vroeger elektrische opslag waarmee ongeveer 10 minuten proefjes mee konden worden gedaan: waar
5. De zuil van Volta leverde voor het eerst langdurige opslag van elektriciteit: waar
6. De eerste zuil van Volta bestond uit koperen, ijzeren plaatjes en een stof gedrenkt in zout water: waar
7. De huidige batterij bestaat uit mangaan en zinkpasta: waar
8. Elektrisch rijden bestaat al langer dan benzine-rijden: waar
9. Een voordeel van elektrisch rijden is de grote actieradius: waar
10. Een nadeel van elektrisch rijden is dat de accu's veel ruimte innemen: niet waar
11. Bij testen blijkt dat elektrisch rijden duurder is dan met diesel rijden: niet waar
12. Wanneer er elektrische stroom door een draad stroomt wordt er een magneetveld opgewekt: waar
13. In een transformatorhuisje wordt hoogspanning omgezet naar een lagere spanning: waar
14. In veel apparaten zitten transformatoren. Deze zorgen ervoor dat de spanning omhoog gaat zodat het apparaat de juiste spanning krijgt: waar