Arbeid en zwaartekracht
Eva stelde deze vraag op 28 april 2017 om 10:49.Hallo,
Ik ben thuis bezig met het leren voor mijn examen natuurkunde. Op een of andere manier raak ik echter bij het begrippen arbeid en energie altijd in de war. Ook deze keer.
Mijn natuurkunde leraar zei een tijdje geleden dat er bij een natuurkundige vrije val geen arbeid wordt verricht, want de totale energie is immers constant. Ergens klinkt het ook wel logisch, want waar zou de aarde de energie vandaan moeten halen om de arbeid te verrichten.
In dat geval kom ik alleen wel in de knoop met de andere definitie van arbeid, want W=F*s, met F in de richting van de verplaatsing. Volgens deze definitie zou de zwaartekracht wel degelijk arbeid moeten verrichten (deze werkt immers in de richting van de verplaatsing)
Kan iemand mij opheldering geven?
Reacties
Terecht stel je dat de zwaartekracht tijdens een val arbeid verricht. Deze arbeid wordt onderweg "betaald" met het "startkapitaal zwaarte-energie" dat het voorwerp voorafgaande aan de val had. Als gevolg van de verrichte arbeid neemt de kinetische energie toe. Zo beschrijven we met arbeid wat er tijdens de val gebeurt. Voor het gemak een val vanuit rust: Ek,eind=Wz.
Je kunt dezelfde val ook beschrijven door alleen te letten op de begin- en eindtoestand. De wet van behoud van energie zegt: Ez,begin=Ez,eind+Ek,eind of Ek,eind=Ez,begin-Ez,eind. De onderweg verrichte arbeid is in deze vergelijking vermomd als het verschil in zwaarte-energie. De arbeid is even groot (even veel joule) als de afname van de zwaarte-energie.
Zo kun je dezelfde val op twee manieren correct beschrijven. Duidelijk?
Met vriendelijke groet,
Jaap Koole
Die leraar moet maar eens naar school terug. Energie blijft altijd constant - als je het systeem waarbinnen uitwisseling laat gebeuren maar groot genoeg maakt.
Maar energie is een eigenschap van een object om arbeid te kunnen verrichten. Arbeid is niks meer en niks minder dan overdracht van energie tussen twee systemen. Zie het als een "energie bankrekening". De overschrijving van de een naar de ander is de arbeid.
Dus bij een vallend voorwerp verliest dit voorwerp zwaarte-energie doordat de zwaartekracht arbeid verricht (W = Fzw.s ). Die arbeid wordt gegeven aan het voorwerp: de kinetische energie ervan neemt toe. Netto geen energieverlies: arbeid "weggegeven" door de zwaartekracht wordt "opgenomen" door het vallende voorwerp.
Etot = Ezw + Ekin = constant
ΔE = ΔEzw + ΔEkin = 0
ΔEzw = - ΔEkin
De afname van zwaarte-energie (ΔEzw = - mgh) komt ten goede aan de kinetische energie:
- mgh = - 1/2 mv2 (aannemend dat v=0 de begintoestand was) dus
mgh = 1/2 mv2
Je kunt zeggen: Ezw = Ezw,h - W
Ekin = Ekin,h + W
zodat de arbeid W wordt gebruikt voor de uitwisseling. Die W = mgh zodat er aan het eind geen zwaarte-energie meer is, en die W=mgh komt bij de al aanwezige kinetische energie (en als die op hoogte h gelijk aan 0 was, is het dus allemaal kinetsiche energie geworden).
Bedankt voor jullie uitleg, het is me nu duidelijk dat de zwaartekracht gewoon arbeid kan verrichten. En dat het dus gaat om de omzetting van energie in plaats van de energie zelf.
Groeten Eva
Ik zit met dezelfde vraag. Er wordt te gemakkelijk over het argument van de leraar van Eva heen gestapt vind ik.
Stel dat de zwaartekracht arbeid zou kunnen verrichten dan:
(1) Etot is tijdens een vrije val constant maar W>0
(2) bij optillen is W=0 maar Etot neemt toe
Als iemand het weet houd ik me aanbevolen maar dan hoop ik dat bovenstaande tegenstrijdigheden worden opgehelderd.
f.w.i.w. ik zou zeggen: potentiele energie is een eigenschap van het stysteem zelf, er is in een vrije val geen uitwisseling met de omgeving, dus geen arbeid.
Dus Ekineind=Wz lijkt me niet correct, ΔEkin=-ΔEz is okee voor een vrije val. En Wspier=ΔEz voor optillen.
(1) Etot is tijdens een vrije val constant maar W>0
(2) bij optillen is W=0 maar Etot neemt toe
1)
Bij een vrije val neemt de zwaarte-energie (E=mgh) af. Het potje zwaarte-energie wordt minder. De zwaarte energie verricht arbeid (kracht en val staan in dezelfde richting).
Die arbeid wordt in andere energievormen omgezet. In dit geval alleen kinetische energie. De kinetische energie van het vallende voorwerp neemt toe. Uitgaande van stilstand op hoogte zal een daling van de hoogte W = F.s = mgΔh zwaarte-energie afnemen en als arbeid worden "weggegeven". De kinetische energie neemt die arbeid op : ΔEkin = W = mgΔh = 1/2 mveind2 - 1/2 mvbegin2 = 1/2 mveind2
2) Bij het optillen van een voorwerp neemt diens zwaarte-energie toe: ΔEzw = mgΔh
Dat betekent dat iets anders arbeid moet hebben geleverd ter grootte van mgΔh.
En dat is degene die het tillen uitvoert.
Als een persoon dat doet dan verricht hij spierarbeid (energie uit spieren wordt weggegeven - die energie kwam uit die boterham met pindakaas die eerder genuttigd was en via biologische processen in de spieren terecht kwam). W = Fspier s = Fspier Δh
Spierkracht werkt naar boven, de verplaatsing is naar boven: de spieren verrichten positieve arbeid. Ze verliezen dus energie. De persoon verliest energie (en zal uiteindelijk moeten "bijtanken" door te eten).
Dus ook bij tillen is er behoud van energie. Zwaartekracht verricht negatieve arbeid (kracht naar beneden, verplaatsing omhoog: W = F.s negatief) en daardoor neemt de zwaarte-energie toe.
Spieren verrichten ook arbeid W = F.s maar nu positief. De spieren geven energie weg (komt ten goede aan de zwaarte-energie van het getilde voorwerp) en de totale spier-energie neemt af met de verrichte arbeid.
In je "f.w.i.w." (ik neem aan dat "f" foor eigenlijk "V" voor moet zijn) neem je dus niet alle systemen in ogenschouw.
Het systeem zwaartekracht / spierkracht is een gesloten systeem: wat de een verliest, krijg de ander erbij.
Anton van Uitert plaatste:
f.w.i.w. ik zou zeggen: potentiele energie is een eigenschap van het stysteem zelf, er is in een vrije val geen uitwisseling met de omgeving,
Anton van Uitert plaatste:
bij optillen is W=0 maar Etot neemt toe
Anton van Uitert plaatste:
(1) Etot is tijdens een vrije val constant maar W>0
dus omhoog verricht jij arbeid, omlaag verricht de zwaartekracht arbeid, en tenslotte verrichten je tenen arbeid om die steen weer af te remmen, en zijn we weer terug bij af.
groet, Jan
(als de boterham al is opgegeten, dan is het rode systeem ook met energiebehoud: de boterham zit dan binnen de rode systeemomlijning)
Bij vallen is de energieomzetting: Epot → Ekin → "Au"
"Au": arbeid. Het systeem is (vrije val) gesloten tot aan "Au" (dus geen arbeid voor het moment van neerkomen). Vanwege de kleine s moet de F op je tenen groot zijn, vandaar "Au". Arbeid door zwaartekracht komt er niet in voor.
Zwaartekracht / spierkracht is geen systeem. Een systeem bestaat uit wat materie in een hoeveelheid ruimte, dit ter onderscheid van de rest van het universum. Een systeem heeft massa, allerlei soorten energie, lading, temperatuur, (impuls)moment, volume, dichtheid, entropie etc. Energiebehoud geldt altijd voor de totale energie van systeem + omgeving samen.
Als je een steen optilt, is de steen geen gesloten systeem want je oefent er arbeid op uit. Als jij + de steen in één systeem zitten, dan is dat geen arbeid maar een energieomzetting binnen het systeem.
Maar het was me begonnen om de vraag of het houdbaar is dat zwaartekracht (of elke andere kracht door een potentiaalveld) arbeid verricht. Zoja, hoe verklaar/weerleg je de tegenstrijdigheden zoals geformuleerd in mijn oorspronkelijke post?
Mijn uitgangspunt daarbij is dat voor een systeem (met constante massa, afgezien van warmte) Ena=Evoor+W. Die balans klopt zo te zien niet als de zwaartekracht arbeid verricht, omdat er een dubbeltelling is van Ezw en Wzw. Het lijkt er op dat de leraar van Eva gelijk had.
Dat klopt op zich. De arbeid die de een verricht (positief) neemt de ander op (negatief). De totale energie blijft dus gelijk. De verdeling gaat alleen in andere potjes. In dat opzicht is "arbeid" met een bank-overschrijving te vergelijken. De totale geld hoeveelheid blijft gelijk, alleen na een overschrijving (eraf voor de een, erbij voor de ander) is de verdeling anders.
>Epot → Ekin
Volledigheidshalve staat er Epot - W = Ekin - W
Waarbij bij optillen Fzw tegengesteld is aan de verplaatsing (W <0 dus - W >0 dus neemt Epot toe) terwijl aan de andere kant bij de beweging F in dezelfde richting is als de verplaatsing, dus W >0 en -W <0 : de kinetische energie neemt af.
Als die Ekin=0 als het voorwerp op de grond ligt en ook weer als het opgetild is, dan is er toch energie W gebruikt (W>0 en -W <0) en geleverd door de spieren die de massa optilde. Het systeem heeft dus energie erbij gekregen. Het voorwerp is niet spontaan omhoog geschoten. Er zou dan moeten staan (optillen op hoogte h):
Epot - Wzw = Ekin - Wobj + Wspier = 0 - 0 + Wspier = Fspier . h
>Vanwege de kleine s moet de F op je tenen groot zijn, vandaar "Au". Arbeid door zwaartekracht komt er niet in voor.
nee, de "au" ontstaat doordat in heel korte tijd de impuls (mate van beweging) verandert van "snel" naar nul: Δv = veind - vbegin = 0 - vbegin En een snelheidsverandering gaat gepaard met een versnelling (nu meestal vertraging genoemd) a=Δv/Δt en daarmee met een kracht want F=ma. Als Δt heel klein is en dus abrupt wordt gestopt dan is a heel groot, de kracht heel groot en dat kan een "au" geven als je tenen zorgen voor die abrupte stilstand. De energie die het vallende voorwerp had wordt omgezet in vervorming (gebroken teen? ingedeukte schoen?), wrijving, warmte en andere energiesoorten zodat ook nu energie behouden blijft maar anders over de energie-potjes verdeeld is.
Anton van Uitert plaatste:
Maar het was me begonnen om de vraag of het houdbaar is dat zwaartekracht (of elke andere kracht door een potentiaalveld) arbeid verricht. Zoja, hoe verklaar/weerleg je de tegenstrijdigheden zoals geformuleerd in mijn oorspronkelijke post?Groet, Jan
Dus elk krachtveld verricht arbeid (positief als F en s dezelfde kant op wijzen, negatief als s tegen de kracht in gaat) bij verplaatsing van een voor die kracht gevoelig voorwerp. W>0 geeft een toename van de kinetische energie van het voorwerp, W<0 een afname ervan maar dat komt dan ten goede van diens potentiële energie in dat veld. Bijv. los laten vallen resp. omhoog tillen.
Wat ik in je redenaties bemerk is dat je soms niet alle arbeid meeneemt waardoor soms iets uit het niets lijkt te komen: bij vallen verricht de zwaartekracht arbeid. Maar tegelijk verricht het vallende voorwerp negatieve arbeid. Samen nul. Maar de zwaarte-energie in het zwaartekrachtveld neemt af en de kinetische energie van het vallende voorwerp toe.
Je mag best "de helft" van de situatie bekijken, maar dan moet je die helft wel consequent houden. Zwaartekrachtenergie neemt af door arbeid van de zwaartekracht. Dan verplaatst zich energie naar iets buiten de bekeken helft.
De andere helft (voorwerp) heeft geen (kinetische) energie en gaat opeens bewegen: krijgt er energie bij van buiten.
Beide helften combineren levert een gesloten systeem. Energie blijft constant, de verdeling ervan verandert doordat het via arbeid wordt "overgeschreven".
Ik blijf sceptisch. De indruk dat de meeste natuurkundedocenten dit verhaal niet helemaal fysisch zuiver vertellen is bij mij nog niet weggenomen. De natuurkundeleraar van Eva (bovenaan deze draad) slaat denk ik de spijker op z'n kop, ik zou hetzelfde zeggen.
Dat neemt niet weg dat ik het mogelijk verkeerd zie, want veel bronnen op het internet ondersteunen jullie interpretatie, ze vermelden arbeid die zou worden in een veld met potentiele energie: verricht op een massa bij verplaatsing door de zwaartekracht of arbeid verricht op een lading bij verplaatsing door een elektrisch veld.
Ik ga eigenwijs verder op zoek en mocht ik nog overtuigende argumenten voor een van beide interpretaties tegenkomen dan meld ik me wel weer een keer.
Maar bij het vallen van een voorwerp:
- een hei-installatie dreunt een heipaal de grond in door een grote massa van enige hoogte te laten vallen. Er wordt geen arbeid verricht?
- bij bungy jumpen valt iemand van enige hoogte, rekt een elastiek uit en komt voor de grond te raken tot stilstand als het elastiek maximaal is opgerekt. Er wordt geen arbeid verricht?
In beide gevallen blijft de energie constant...
Heien: systeem = de massa. Bij wrijvingsloos vallen: Ezw = Ekin. Gesloten systeem en dus geen arbeid.
De arbeid werd eerder verricht door de machine die de massa optilt; Wmachine = Ezw. Dus in die fase geen gesloten systeem en geen constante energie.Totaalbalans: Wmachine=Ekin
Bungy jumpen: systeem is springer. Ezw -> Ekin -> Eveer. Bij verwaarlozing van verliezen is Ezw = Eveer. Gesloten systeem. Energie is constant.
De arbeid was al eerder verricht toen de springer naar boven klom (W->Ezw). Dan geen gesloten systeem. Energie is dus niet constant gerekend vanaf springer beneden tot weer beneden na de sprong. Het verschil zit 'm in het opgerekte elastiek. Uiteindelijk mag je dan dus opschrijven: Wklimmer = Eveer
Een collega, gepromoveerd fysicus, legt het mij vandaag desgevraagd als volgt uit:
Zoals bijna altijd in dit soort kwesties gaat het om de definitie van het systeem. Het punt is dat de "arbeid door Fz" al is verdisconteerd in de potentiele energie van het systeem; derhalve geen arbeid door de kracht t.g.v. een veld met potentiele energie.
Anton van Uitert plaatste:
Heien: systeem = de massa. Bij wrijvingsloos vallen: Ezw = Ekin. Gesloten systeem en dus geen arbeid.
Bungy jumpen: systeem is elastiek + springer. Rest kopt wel denk ik.
Als het Systeem de springer is, dan is er wel arbeid: Ekin -> W -> Eveer want dan zit het elastiek in de omgeving en de uitwisseling Ekin -> Eveer heet dan (wel) arbeid want het gaat over de systeemgrens.
@Jan. Ik leg de grens net vóór het neerkomen van de massa. Inderdaad moet je bij een energiebalans behalve het systeem ook heel nauwkeurig omschrijven wat begin- en eindsitiatie is want anders weet je niet eens waar je over praat.
Bij het neerkomen wordt het systeem afgeremd door de arbeid van de normaalkracht van de heipaal (arbeid van heipaal op massa + arbeid van massa op heipaal =0; consequentie van 3e wvN). Arbeid, want de heipaal maakt deel uit van de omgeving; dat is per definitie zo als de massa het systeem is.
Anton van Uitert plaatste:
@Jan. Ik leg de grens net vóór het neerkomen van de massa.
Anton van Uitert plaatste:
Een collega, gepromoveerd fysicus, legt het mij vandaag desgevraagd als volgt uit:Zoals bijna altijd in dit soort kwesties gaat het om de definitie van het systeem. Het punt is dat de "arbeid door Fz" al is verdisconteerd in de potentiele energie van het systeem; derhalve geen arbeid door de kracht t.g.v. een veld met potentiele energie.
Zitten we op deze wijze niet een beetje zinloos te mieren*** ?
De motor van je auto verricht geen arbeid op het systeem als de brandstof en de motor onderdeel zijn van het systeem. Echem is al verdisconteerd in de energie van het systeem.
Het is gebruikelijk om te zeggen dat de motor arbeid verricht. Dan plaats je de brandstof impliciet buiten het systeem. Want Echem wordt niet verdisconteerd in de energie van het systeem en kan dan dus wel energie aan het systeem toevoegen dmv arbeid van de motor.
Allebei is prima. Kies gerust, zolang je maar weet waar je voor kiest.
Maakt het echt niet uit welke tijdstippen je vergelijkt in een energiebalans? Hoe zinvol is het als je een energie opschrijft zonder dat je beseft wat het object is dat de energie bezit? Als je rekent zonder te weten waaraan je rekent, dan wordt het in ieder geval wel zinloos gereken.
Als energie behouden blijft in een gekozen systeem kun je zeggen dat geen arbeid wordt verricht. Splits je het systeem op in 2 deelsystemen dan is er wel arbeid want de energie wordt herverdeeld.
Een vallende (hei)massa levert in het "grote" systeem geen arbeid - zwaarte-energie wordt kinetisch maar blijft bij de massa. Als hij op een paal botst dan verricht hij wel arbeid: van "massa" systeem naar "paal" systeem.
Maar een motor (buiten het systeem) trekt de massa wel omhoog en levert daarmee arbeid (kost stroom of benzine) en de massa verricht negatieve arbeid (krijgt er zwaarte-energie bij).
Energie gaat nooit verloren maar wordt geconverteerd. Potentiële energie wordt hier omgezet naar kinetische energie en warmte.
Het verrichten van arbeid wordt niet gedefinieerd door energie die het systeem verlaat, maar de convertering van energie.
Zo wordt bij een slinger tussen 2 energie vormen geconverteerd (de definitie van ieder resonerend systeem). Potentiële energie in de vorm van hoogte en de kinetische energie van massa. Het systeem verliest zijn energie niet en arbeid wordt hier door beide energiebronnen verricht.
Alleen als tussen 2 systemen energie wordt uitgewisseld wordt arbeid verricht (vgl. geldoverschrijving tussen bankrekeningen). Of die energie converteert (zwaarte -> kinetisch) of hetzelfde blijft (warmte) doet daar niet toe.
Bij het vallen of slingeren zal bij neergaande beweging:
- arbeid verricht door zwaartekracht: W = Fg Δh: verlies zwaarte energie (W positief want F en h zijn vectoren in dezelfde richting)
- kinetische energie neemt toe: W = ΔEkin (toename omdat W positief is)
Bij stijgen geldt W negatief
Netto geen energieverandering in het hele systeem op elk moment.
Je schrijft: 'Alleen als tussen 2 systemen energie wordt uitgewisseld wordt arbeid verricht (vgl. geldoverschrijving tussen bankrekeningen). Of die energie converteert (zwaarte -> kinetisch) of hetzelfde blijft (warmte) doet daar niet toe.'
De laatste woorden wekken de indruk dat in sommige situaties arbeid kan worden verricht zonder dat er een omzetting van de ene energiesoort ('warmte') naar een andere energiesoort plaatsvindt.
Kun je een concreet voorbeeld noemen van een proces waarin arbeid wordt verricht zonder dat er een omzetting van de ene energiesoort ('warmte') naar een andere energiesoort plaatsvindt?
Groet, Jaap
Het verrichten van arbeid wordt niet gedefinieerd door energie die het systeem verlaat, maar de convertering van energie.
die m.i. niet goed geformuleerd is. Uitwisseling van energie geschiedt middels arbeid. Arbeid gaat samen met energie-conversie. W = Fs en voor het krijgen van F is een conversie nodig. Aan het eind heeft systeem 1 een energie E = E1 - W en systeem 2 E = E2 + W. Arbeid is energie die het ene systeem verlaat en in het andere arriveert.