dag Thijs, 

Zowel boven als onder de ampèremeter zit er een parallelletje van 2 weerstanden van 120 Ω die we kunnen vervangen door één van 60 .
Die staat dan weer in serie met het andere parallelletje van 60 Ω zodat de totale kringweerstand 120 Ω is




I_bron = U_bron/R_tot =12/120 = 0,1 A.

Dus het antwoord in die opgave klopt wel hoor. (Niet dat dat overigens per definitie zo is, want het eerste foutloze antwoordenboekje moet nog gedrukt worden. Dus evengoed dank voor de heads-up)

Groet, Jan

Bedankt voor de uitleg.
 Maar ik begrijp het nog niet helemaal.
De amperemeter zit namelijk op een plaats tussen beide vervangingsweerstanden in, mag je dan wel beide vervangingsweerstanden bij elkaar optellen?

Ze zitten in dezelfde serie, en in welke volgorde je componenten in serie schakelt maakt geen spat verschil voor de totale weerstand: de stroomsterkte in een serieschakeling is immers onvermijdelijk overal even groot. Je kunt ook nog om het even waar een gesloten schakelaar zetten, of voor mijn part tien van die dingen, en nog drie àmperemeters erbij, maakt ook al niks uit.

(althans in theorie, in de praktijk hebben ook ampèremeters en schakelaars hun eigen (zeer kleine) weerstand)

Je hebt gelijk: er is maar 1 stroomkring (batterij - 60 ohm - A meter - 60 ohm) en de stroomsterkte is overal gelijk. Dus 0,1 A

Je kan die 2 vervangingsweerstanden van 60 ohm ook vervangen door een enkele van 120 ohm zodat de kring  batterij - 120 ohm - A meter - batterij wordt. Ook dan komt met I = U/R = 0,1 A uit...

Heel erg bedankt, dit helpt me goed met het voorbereiden van mijn SE.

Hoi ik heb hier nog een vraagje over: waarom mag je zomaar die vier weerstanden van 120 ohm vervangen voor twee van 60? 
Groetjes nina

omdat ze parallel staan? Elk tweetal van 120 ohm parallel kan door een vervangingsweerstand worden weergegeven, die berekend wordt uit

1/Rv = 1/120 + 1/120 = 2/120 = 1/60
--> Rv = 60 ohm