Zon onder

Petra stelde deze vraag op 07 juli 2016 om 14:01.
Beste Jan/Theo,  Gisteravond kwam ik een foto tegen van verlichte nachtwolken op een hoogte van 80 km. Nu stond erbij dat het daar zo'n -100 graden C. is en dat de bevroren vochtdeeltjes het licht van de zon weerkaatsen (zo ongeveer) De foto was gemaakt zo rond de klok van 23:00 uur. Zonsondergang was rond 22:00 uur. Nu is mijn vraag;Hoe kan die wolk nog verlicht worden als de zon al onder is?

Reacties

Ron op 07 juli 2016 om 14:29
Als de zon onder is op een bepaalde plek op aarde, betekent het dat we de zon vanaf deze plek niet meer kunnen zien. Uiteraard is de zon er nog wel, en dus vanaf andere plekken op aarde wel waarneembaar. Het zonlicht kan de aarde op de genoemde plek niet meer bereiken, omdat er een ander stuk van de aarde voor zit. Het kan dus ook heel goed dat het zonlicht wél de wolken kan bereiken die 80 km boven het aardoppervlakte zweven.

Heb dit verder niet nagerekend of geconstrueerd maar volgens mij is dat de verklaring.

-------------------------------------------------
Deze vraag was geplaatst als reactie in een eerdere discussie. Ik heb er een nieuw item van gemaakt.
Dolf op 07 juli 2016 om 19:33
Hallo , ik heb ook een paar vragen over het zonlicht.

1-Hoe kan het dat de zon altijd de wolken die het dichtstbij lijken te staan het meest verlicht ? Hij staat toch zo ver dat het gehele wolkendek evenveel licht zou moeten vangen?

Vraag 2- Hoe kan het dat de wolken die het dichtstbij bij de zon lijken te staan de scherpste breking van straling laten zien tov van wolken die verderop drijven? Overal zou toch dezelfde breking moeten zijn gezien de enorme afstand van de zon tot de aarde? Alvast bedankt!
Theo de Klerk op 07 juli 2016 om 20:38
1.  De zon verlicht verschillende wolken net dezelfde intensiteit want de afstand zon-wolk is voor alle wolken ongeveer even groot.
Maar dan komt het verschil: die wolken verstrooien het licht in alle richtingen gelijkmatig. En van een wolk ver weg komt dan veel minder licht in je ogen dan van een wolk dichtbij.
Vergelijk het met twee identieke lampen (het licht dat de zon op de wolk straalt) en zet die lampen op enige en op grote afstand. De lampen zijn even helder, maar welke zie je zelf als het helderst?

2. Deze vraag snap ik niet helemaal want ik denk dat "breking" niet bedoeld wordt en me daarom op het verkeerde been zet.  
Maar als je met "breking" eigenlijk "verstrooiing"bedoelt en dat wolken (bijna) recht boven ons (en de zon erachter) een scherpere rand hebben en in een wat stoffige lucht ook als lichtstralen recht naar beneden komen, dan snap ik het wel. Wolken verder weg krijgen diezelfde bundel zonlicht en mensen die daar onder staan lijken ook scherpe randen en stralen te zien. Maar wij op grote afstand zien die randen niet zo. De zon verlicht die wolk, dat licht wordt verstrooid (daarom zien we die wolk) en het rechtdoorgaande licht (dat de scherpe rand geeft) zien wij niet.

Theo de Klerk op 07 juli 2016 om 20:49
En Petra... dit (plaatje hieronder) is wat Ron terecht bedoelt. De aarde en zon zijn niet op schaal en de wolk ligt veel te hoog. De verschillen in invalshoek zijn veel en veel kleiner, maar op dit overdreven plaatje laat het zich wat makkelijker tonen hoe evenwijdig invallend zonlicht de onderkant van de wolken beschijnt. Doordat het zonlicht dan een veel langere weg door de dampkring aflegt, wordt blauwer licht meer geabsorbeerd/verstrooid dan rood licht zodat de beschijning onderaf ook altijd wat roder gekleurde wolken geeft.
Je kunt vanuit de ruimte ook zien dat het gebied dat nu avondrood of ochtendrood heeft (schemering) vrij klein is. Maar het zonlicht moet, om daar te komen, door een dikkere dampkring heen en dat resulteert in een roder licht door absorptie van vooral blauwig licht door die atmosfeer. We noemen dat gebied tussen licht en donker ook wel de "terminator" (zo wordt de licht/donkergrens op de maan ook genoemd al is die scherp helder/donker omdat er geen dampkring is en dus ook geen lichtabsorptie: het is "alles of niks").




Wat boven beschreven is zijn de verschijnselen die bij normale wolken optreden, die typisch op minder dan 2 km hoogte liggen (en waar vliegtuigen op 3-4 km hoogte bovenuit kunnen vliegen).

Op een hoogte van zo'n 70-80 km (waar alleen raketten kunnen komen) is vrijwel geen lucht meer, de druk is 1/100,000 van bij het aardoppervlak en de temperatuur is er -90 ºC tot zelfs -140 ºC. Die laag wordt de mesopauze genoemd (en erboven ligt de thermosfeer waarin het poollicht voorkomt). Na 1962 hebben raketten gemeten dat in die mesopauze ineens een toename van bevroren (lichtterugkaatsende) deeltjes was. De weinige waterdamp op die hoogte is bevroren tot kleine ijsnaaldjes rond een condensatiekern (stofdeeltjes - misschien van verpulverde meteorieten, herkomst nog niet bekend). Die ijsnaaldjes hebben een hoog reflecterend vermogen en op de grond zien we zonlicht daardoor weerkaatst al is de zon allang onder de horizon. Het mechanisme is hetzelfde als bij de roodkleurende gewone lage wolken, maar het licht hoeft nu nauwelijks door de dampkring en de ijsnaaldjes reflecteren het gewone "witte" zonlicht. Maar omdat ze zo klein zijn en zo hoog, is de hoeveelheid licht die we op de grond ontvangen heel gering. Er moet dus geen "verstoring" zijn zoals lagere stofwolken om deze "lichtende nachtwolken" te kunnen zien waar zelfs sterlicht doorheen straalt.(https://nl.wikipedia.org/wiki/Lichtende_nachtwolk)  Onderstaande foto toont deze nachtwolken boven Enschede (bron: wikipedia).
Op het noordelijk halfrond zijn ze het best te zien zo'n 2 uur na zonsondergang en in gebieden tussen 45-70º NB en vooral in juni/juli als de zon het minst diep achter de horizon zakt.

Petra op 08 juli 2016 om 22:58
Theo, dank voor het uitgebreide antwoord.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft zes appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)