Bij de formule Pb = 50 x 12,5 x sin (1) kom ik op 625 VAr
En gebruik ik de fomule pb = I^2 x Xl: 12.5^2 x 3 = 468.75 VAr
Welke is juist?
Of doe ik het voorgaand niet goed? Alvast bedankt
Reacties
Theo de Klerk
op
03 april 2016 om 16:53
Als ik mijn oude wisselstroomboeken weer afstof dan vind ik voor de impedantie Z = (R2 + X2)1/2 als X de reactantie is bestaande uit de inductieve (spoel) en capacitatieve (condensator) reactantie X = XL - XC
Dan is Z = (42 + (3 - 3)2)1/2 = 4 Ω zoals jij ook berekende.
Theo de Klerk
op
03 april 2016 om 17:25
Voor de resonantie van een LRC kring is er een maximale stroom als I = U/Z maximaal is, dwz Z zo klein mogelijk, dus X2 = 0
Dat is zo als XL = XC ofwel ωL = 1/(ωC) Daaruit volgt een hoeksnelheid ω0 = (1/(LC))1/2 Als de stroom met f = 50 Hz (ω=2πf = 100π) wordt aangestuurd, dan is L = XL/ω en C = 1/(ωXC) Invullen geeft ω0 = ( ω/3 . 3ω)1/2 = ( ω2)1/2 = 100π ofwel f0 = ω0/(2π) = 50 Hz - de waarde die (toevallig?) al in de kring gebruikt wordt.
Theo de Klerk
op
03 april 2016 om 17:39
arbeidsfactor = cos φ (fasehoek tussen stroom en spanning) omdat P = Ueff.Ieff cos φ Dit zal het werkelijke vermogen zijn (met Ueff = 1/2√2 Umax en Ieff = 1/2√2 Imax als equivalent voor een spanning of stroom met gelijkblijvende spanning of stroom i.p.v. als een sinusgolf op en neer te gaan)
Aangezien de aanstuurfrequentie 50 Hz is en dit tevens de resonantiefrequentie is, zijn U en I in fase, dus φ = 0 en daarmee de arbeidsfactor cos φ = 1