Vergroting N en brandpuntsafstand berekenen

merel stelde deze vraag op 16 november 2014 om 14:42.

 Ik snap dus niet dat als een dia een afmeting heeft van 24x36 mm en het scherm een afmeting heeft van 1x1,5 m en het scherm 3m van de projector afstaat hoe groot de vergroting dan is als het scherm bijna helemaal gevuld is en hoe je dan de brandpuntsafstand berekend van de gebruikte lens. Kan iemand me daar mee helpen??
Ik moet dus de vergroting weten en de brandpuntsafstand.

groetjes, merel

Reacties

Jan van de Velde op 16 november 2014 om 15:20
dag Merel,

da's een leuk puzzeltje....

Vooral licht en krachten zijn van die onderwerpen die héél veel duidelijker worden als je er schetsen bij maakt:



Nou wordt dat een lastig schetsje als je zowel horizontale afstanden van 3 m als van 24 mm op dezelfde schaal moet weergeven. Maar het gaat om de meetkundige principes. 

Truuk 1: we maken gebruik van die constructiestralen door het optisch midden, die zonder te worden gebroken rechtdoor gaan van voorwerp (dia) naar beeld (scherm).

Truuk 2: meetkunde: links en rechts van de lens hebben we nu gelijkvormige driehoeken. De verhouding tussen de schermhoogte (1m) en de beeldafstand (3m) moet dus gelijk zijn aan de verhouding tussen diahoogte (24 mm) en voorwerpsafstand (reken dus maar uit) .

Truuk 3: je kent nu voorwerpsafstand v en beeldafstand b . Gebruik de dunnelenzenformule om je brandpuntsafstand f uit te rekenen. 


Als dit niet precies uitkomt volgens het antwoordenboekje dan is er nog de mogelijkheid dat je moet rekenen met het stralenschema van een échte diaprojector, en dat ziet er dan nét effe anders uit:



Ik hoop dat je dat met bovenstaande stappenplan doorgerekend krijgt? Zo niet, laat maar weten hoever je komt (typ ook even je werk tot aan dat punt uit aub) dan check ik dat en help je verder.

Groet, Jan 

Merel op 16 november 2014 om 16:26
Oow haha kom d'r nu pas achter dat 't echt een rot zin is om te lezen haha. Maar wel bedankt voor je antwoord! Ik ga er mee aan de slag!

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft dertig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)