Probeer dat eens te beredeneren:

De poolster wijst naar het noorden. Als je op de noordpool staat (90° NB) dan kun je alleen nog maar naar het zuiden. De poolster staat dan recht boven je.

Als je naar het zuiden gaat (van 90° NB via 52° NB (Nederland) naar 0° NB=0ZB (de evenaar )) zal die poolster steeds minder hoog staan.

Dus hoe zou die relatie zijn?

(kijk ook eens bij http://www.urania.be/astronomie/sterrenkunde/hemelmechanica/coordinaten )

Uitvinden waar je bent leidde tot de uitspraak "de poolshoogte nemen"

dag Jaap,

We nemen even aan dat de poolster precies in het verlengde van de aardas staat (zó precies is dat niet, maar het scheelt niet veel).

Omdat de poolster zo ver weg staat (466 lichtjaar) maken we slechts een geheel verwaarloosbare fout als we stellen dat iedereen die van waar ook aan het aardoppervlak naar de poolster kijkt een kijklijn heeft eenwijdig aan de aardas. 

De hoek de je kijklijn maakt met het aardoppervlak (beter: de raaklijn aan dat -immers bolle- aardoppervlak) meet je. 

Met een heel klein beetje geometrie kun je nu berekenen welke hoek de loodlijn op jouw plek (die wijst naar het middelpunt van de aarde) maakt met de evenaar. Dat aantal graden staat gelijk aan de breedtegraad. 

Gaat lukken zo?

Groet, Jan