Dit is een vraag over relatieve snelheden en gekozen gezichtspunt.
Teken de situatie eens.
Hoe snel stroomt het water door de rivier? 3 km/h (=... m/s)
Loodrecht hierop tracht een zwemmer over te steken met 6 km/h (=.. m/s)
Voor iemand aan de kant zie je dan een snelheid die samengesteld wordt uit de beide stroom/zwemsnelheden. Dat doe je vectorieel (via parallellogrammethode) met nu als voordeel dat beide snelheden loodrecht op elkaar staan en Pythagoras weer wakker geschud kan worden.
Dus wat is de vectoriele samengestelde snelheid? En de Pytagorese grootte? Als alles in km/h is gegeven, kun je dit ook als km/h uitdrukken en is omzetting naar m/s niet per se nodig