Dag Laura,
daar komen inderdaad (empirische) formules bij kijken waar één of meerdere temperatuurscoëfficiënten in verwerkt zijn. Pas op. die temperatuurscoëfficiënten zélf zijn óók weer temperatuursafhankelijk........
Over kleinere temperatuursgebiedjes gemeten is een grafiek van de weerstand uitgezet tegen de temperatuur bijna lineair, en de temperatuurscoëfficiënt dus ook bijna constant.
Voor koper is dat rond kamertemperatuur ongeveer 0,004/K.
voor een paar gedetailleerdere waarden uit
http://library.bldrdoc.gov/docs/nbshb100.pdf
Je ziet daar dat dat al een beetje varieert bij niet zulke enorme temperatuursverschillen Dus als je een koperdraad van 800 K afkoelt naar 780 K dan geldt zéker niet meer diezelfde ≈0,004/K
een koperdraad met een weerstand van 1 ohm bij 293 K krijgt zo bij 273 K een weerstand van 1-(20x0,004) ≈ 0,92 ohm
Heb je daarentegen een draad van constantaan (een speciale koper-nikkel-mangaanlegering) met een weerstand van 1 ohm, dan verandert die maar tot 1-(20x0,00001)≈ 0,9998 ohm. De weerstand is dus behoorlijk constant (what's in a name.....) bij verschillende temperaturen.
Duidelijk zo?
Groet, Jan