Een fietser weegt samen met zijn fiets 100kg en staat stil op een heuvel op 100 m v/d basis. De heuvel meet een hoek van 30° met zijn basis. g=10m/s² (geen wrijvingskrachten) Op welk uur moet hij zijn remmen loslaten om op klokslag 12 uur aan de voet van de heuvel voorbij te rijden. Wat is zijn snelheid dan. Bereken dit voor de volgende gevallen. a)als hij zich laat bollen b)als hij remt met een constante F=300N* c)als hij op zijn trappers duwt met een constante F=300N* *De kracht vangt aan in het zwaartepunt en is in de richting van de heuvel gericht.
Geval a) a=g.sin30 = 5m/s² t=sqrtS2/a = 6.3s (voor 12 uur.....) v=a.t = 5.6,3 = 31,5m/s B en c ) waar las ik die 300N in ?
graag wat hulp aub Dank u
Reacties
sven
op
06 maart 2005 om 20:01
zou het zo simpel kunnen zijn ?
Geval b: F0=1000sin(30)=500 N. a=F/m a=(F0-300)/100=2 t=sqrtS2/a = 10 sec ? voor 12 uur ?
Dag Sven,je hebt het zelf zo goed opgelost.40 m/s ( 144 km/h ) kan misschien nog net voor een fietser in een natuurkundeopgave, maar zelf kun je bij zo'n snelheid toch beter een helm opzetten ...Tip: kijk of je uitkomsten niet al te onzinnig zijn, dan heb je ook wel een gevoel of het antwoord goed is.Bert