lichtsnelheid
betwetertje stelde deze vraag op 02 maart 2005 om 17:05.
Hoi,
Mij is vroeger op school geleerd dat ik bij een beweging elk willekeurig punt als nulpunt mag gebruiken. Dit houdt dus in dat als ik met een zaklantaarn schijn en de top van de lichtbundel als nulpunt kies dan met de snelheid van het licht de andere kant op ga. Ik beweeg dus regelmatig met de snelheid van het licht. Als dit niet geldt bij lichtsnelheid moet er dus ergens een omslagpunt zijn. Bij welke snelheid is dat dan en wie heeft dat bepaald???
Mij is vroeger op school geleerd dat ik bij een beweging elk willekeurig punt als nulpunt mag gebruiken. Dit houdt dus in dat als ik met een zaklantaarn schijn en de top van de lichtbundel als nulpunt kies dan met de snelheid van het licht de andere kant op ga. Ik beweeg dus regelmatig met de snelheid van het licht. Als dit niet geldt bij lichtsnelheid moet er dus ergens een omslagpunt zijn. Bij welke snelheid is dat dan en wie heeft dat bepaald???
Reacties
Rob
op
02 maart 2005 om 19:20
De grap is dus dat je nooit de lichtsnelheid zult kunnen bereiken; de lichtsnelheid is de maximale relatieve snelheid tussen twee voorwerpen, maar deze kan niet worden bereikt behalve voor fotonen, die geen rustmassa hebben.Je raakt nu heel diep aan de relativiteitstheorie van Einstein. Als je met de halve lichtsnelheid met de lichtbundel meebeweegt dan gaat het licht volgens deze theorie (en dat is redelijk bevestigd in de praktijk!) nog steeds met de lichtsnelheid ten opzichte van jezelf.Zoek op wikipedia eens naar de "Lorentzcontractie" als je hier meer over wilt weten. Het komt doordat de tijd vertraagt als je heel snel beweegt, en bovendien de afgelegde weg korter wordt met dezelfde factor.....Tot tienduizenden kilometers per seconde merk je hier weinig van (behalve als je atoomklokken de ruimte in schiet zoals met de GPS satellieten), maar het wordt bij nog hogere snelheden vlug steeds erger.
betwetertje
op
02 maart 2005 om 21:09
hallo rob,
Ik heb zoals je aangaf gekeken op wikipedia bij lorentzcontractie maar moet bekennen dat me dat te ver gaat. Wel lees ik daar dat zelfs pi geen vaststaand gegeven is bij een snel ronddraaiende schijf waarbij bij een gelijkblijvende straal de omtrek toch kleiner wordt. Ik kan dat niet bevatten met mijn gebrekkige kennis van de natuurkunde maar snap dan wel dat het veel ingewikkelder is dan die loze opmerking die ik stelde met die zaklantaarn. Wat ik dan ook niet snap is hoe ze kunnen weten wat de afstand is in lichtjaren van sterren. Stel dat deze zich van de aarde afbewegen en de lichtsnelheid blijft zoals gezegd constant dan kunnen ze dus verder weg zijn dan dat wij kunnen berekenen aan de hand van die lichtsnelheid.(of ga ik nu echt te diep op de materie in??)
Ik heb zoals je aangaf gekeken op wikipedia bij lorentzcontractie maar moet bekennen dat me dat te ver gaat. Wel lees ik daar dat zelfs pi geen vaststaand gegeven is bij een snel ronddraaiende schijf waarbij bij een gelijkblijvende straal de omtrek toch kleiner wordt. Ik kan dat niet bevatten met mijn gebrekkige kennis van de natuurkunde maar snap dan wel dat het veel ingewikkelder is dan die loze opmerking die ik stelde met die zaklantaarn. Wat ik dan ook niet snap is hoe ze kunnen weten wat de afstand is in lichtjaren van sterren. Stel dat deze zich van de aarde afbewegen en de lichtsnelheid blijft zoals gezegd constant dan kunnen ze dus verder weg zijn dan dat wij kunnen berekenen aan de hand van die lichtsnelheid.(of ga ik nu echt te diep op de materie in??)
Rob
op
03 maart 2005 om 15:55
Als je het bestaan van Einsteins relativiteitstheorie kent, maar er geen rekening mee wilt/kunt houden moet je niet met assenstelsels werken die te snel ten opzichte van elkaar bewegen. Dan ben je er wel grotendeels. Bij dat wiel werk je met assenstelsels die ten opzichte van elkaar versnellen. Dat is helemaal verschrikkelijk moeilijk.Voor sterren geldt over het algemeen dat ze niet zo verschrikkelijk snel van ons weg bewegen. Maar inderdaad: sterren op een afstand van ~16Gly (Gly=miljard lichtjaar) van ons vandaan gaan bijna met de lichtsnelheid bij ons weg. Dat betekent dus dat we nooit verder weg dan deze sterren kunnen kijken. Het zou best kunnen dat het universum nog groter is dan dat, maar daar zullen we nooit achterkomen, en ook zit alles wat er buiten die schil zit buiten onze "gevoelshorizon": het kan op geen enkele manier ooit op het verleden of de toekomst van de aarde invloed uitoefenen.Het bepalen van afstanden tussen sterren is niet eenvoudig, en soms behoorlijk controversieel, hoor.....
Melvin
op
03 maart 2005 om 16:47
Hoi,
Bij het bepalen van de afstand van sterren is juist hun snelheid van belang, dus je zou theoretisch wel heel verre sterren kunnen zien. Het is alleen zo dat het heelal niet ouder is dan 13 a 14 miljard jaar, dus kunnen we geen licht zien dat er meer dan die tijd er over moet doen om bij ons te komen. Daarom zien we maar tot 13 a 14 miljard lichtjaar ver. We bepalen hoever sterren zijn door de dopplerverschuiving. Dit werkt hetzelfde als een het geluid van een ambulance die langs rijdt, maar dan met licht. Omdat de sterren van ons weggaan, wordt het licht meer naar het rood verschoven. Door te kijken hoe 'rood' het licht van een ster is, kunnen we dus zijn snelheid bepalen. Omdat door het uitzetten van het heelal een direct verband is tussen snelheid en afstand, kunnen we zo de aftstand bepalen.
Ik hoop dat ik je hiermee heb geholpen,
Groeten, melvin
Bij het bepalen van de afstand van sterren is juist hun snelheid van belang, dus je zou theoretisch wel heel verre sterren kunnen zien. Het is alleen zo dat het heelal niet ouder is dan 13 a 14 miljard jaar, dus kunnen we geen licht zien dat er meer dan die tijd er over moet doen om bij ons te komen. Daarom zien we maar tot 13 a 14 miljard lichtjaar ver. We bepalen hoever sterren zijn door de dopplerverschuiving. Dit werkt hetzelfde als een het geluid van een ambulance die langs rijdt, maar dan met licht. Omdat de sterren van ons weggaan, wordt het licht meer naar het rood verschoven. Door te kijken hoe 'rood' het licht van een ster is, kunnen we dus zijn snelheid bepalen. Omdat door het uitzetten van het heelal een direct verband is tussen snelheid en afstand, kunnen we zo de aftstand bepalen.
Ik hoop dat ik je hiermee heb geholpen,
Groeten, melvin
Rob
op
03 maart 2005 om 19:04
Melvin, hoeveel is dan de 'roodverschuiving' van de verste sterren die te zien zijn? De huidige meest verbreide theorie van de oorsprong van het heelal heeft een zogenaamde 'inflatie'-fase. Wat daar gebeurd is begrijpt geloof ik niemand precies, maar het kan wel voor rare afstand/tijdsrelaties zorgen.Nog veel erger wordt het als je de 'schuimhypothese' van het heelal aanhangt. In die theorie is het heelal oneindig, en leven wij in een enkel belletje waar een big-bang heeft plaatsgevonden. Big bangs vinden continu overal plaats, alleen buiten onze horizon.....
betwetertje
op
03 maart 2005 om 19:18
dag samen,
Dit vind ik helemaal klasse. Zo ontstaat er misschien toch een gedachtewisseling waar ik als leek zelfs een hoop van denk te leren omdat het tot nu toe nog in redelijk begrijpelijke taal gebeurt. Ik ben zeer benieuwd naar het vervolg van deze discussie. Ga vooral zo door, ik hang aan jullie lippen (eh vingers in dit geval).
Dit vind ik helemaal klasse. Zo ontstaat er misschien toch een gedachtewisseling waar ik als leek zelfs een hoop van denk te leren omdat het tot nu toe nog in redelijk begrijpelijke taal gebeurt. Ik ben zeer benieuwd naar het vervolg van deze discussie. Ga vooral zo door, ik hang aan jullie lippen (eh vingers in dit geval).
Melvin
op
03 maart 2005 om 21:10
Beste beiden,
Allereerst is het inderdaad leuk discussie te hebben over wetenschappelijke onderwerpen...
Uit de speciale relativiteit volgt dat de Dopplerverschuiving de factor √((1-b)/(1+b)) is, met b de snelheid uitgedrukt in de lichtsnelheid (bij 50% van de lichtsnelheid is b dus 0,5). Omdat je nooit de lichtsnelheid bereikt is b dus altijd kleiner dan 1. Dit houdt de Dopplerverschuiving dan ook minder dan oneindig en dus (in ieder geval in theorie) meetbaar.
Het wordt ook echt gemeten, kijk maar: De verste dingen die we tot nu toe hebben gezien zijn ongeveer 13,7 miljard lichtjaar ver (en dus 13,7 miljard jaar oud). Er bestaat namelijk zogenaamde achtergrondstraling. Dit is straling die uit elke richting van het heelal vandaan lijkt te komen en het lijkt te komen van gas met een temperatuur van 3K (=-270 graden Celcius). In het begin van het heelal (na een paar honderdduizend jaar), werd het heelal opeens doorzichtig. Hierdoor kunnen we tot die tijd terug kijken, maar niet verder. Hoewel het heelal toen nog erg heet was (een paar duizend graden, ongeveer gelijk aan de zon), zien wij maar een heel koud heelal. Dit komt omdat het licht een Dopplerverschuiving heeft ondergaan (van een paar honderd nanometer golflengte, naar een paar honderd micrometer). Als je bedenkt dat overal om ons heen het heelal op hetzelfde moment is begonnen met de oerknal, klopt het dus ook dat de straling overal vandaan lijkt te komen. Het antwoord is dus: de roodverschuiving is ongeveer factor duizend (van een paar duizend Kelvin naar 3K), maar dit zijn geen sterren! Het is gas dat later sterren, sterrenstelsels, planeten enz. zou gaan vormen.
Hopelijk heb ik wat bijgedragen aan de begripvorming...
Groeten, Melvin
PS. De schuimhypothese heeft er trouwens niets mee te maken. Als je het heelal vergelijkt met de aarde, is de schuimhypothese de vorm van golven op de oceaan en zijn wij nog geen atoom in zo'n golf. Je kan je voorstellen dat de vorm van de golven weinig zegt over de vorm van de aarde.
PPS. Het feit dat we in een 'belletje' leven, komt omdat we overal even ver heen kunnen kijken (13,7 Myr), waardoor het voor ons zichtbare heelal er uitziet als een bol. Wat daarbuiten is, kunnen we gewoon niet zien, daar is het heelal te jong voor.
Allereerst is het inderdaad leuk discussie te hebben over wetenschappelijke onderwerpen...
Uit de speciale relativiteit volgt dat de Dopplerverschuiving de factor √((1-b)/(1+b)) is, met b de snelheid uitgedrukt in de lichtsnelheid (bij 50% van de lichtsnelheid is b dus 0,5). Omdat je nooit de lichtsnelheid bereikt is b dus altijd kleiner dan 1. Dit houdt de Dopplerverschuiving dan ook minder dan oneindig en dus (in ieder geval in theorie) meetbaar.
Het wordt ook echt gemeten, kijk maar: De verste dingen die we tot nu toe hebben gezien zijn ongeveer 13,7 miljard lichtjaar ver (en dus 13,7 miljard jaar oud). Er bestaat namelijk zogenaamde achtergrondstraling. Dit is straling die uit elke richting van het heelal vandaan lijkt te komen en het lijkt te komen van gas met een temperatuur van 3K (=-270 graden Celcius). In het begin van het heelal (na een paar honderdduizend jaar), werd het heelal opeens doorzichtig. Hierdoor kunnen we tot die tijd terug kijken, maar niet verder. Hoewel het heelal toen nog erg heet was (een paar duizend graden, ongeveer gelijk aan de zon), zien wij maar een heel koud heelal. Dit komt omdat het licht een Dopplerverschuiving heeft ondergaan (van een paar honderd nanometer golflengte, naar een paar honderd micrometer). Als je bedenkt dat overal om ons heen het heelal op hetzelfde moment is begonnen met de oerknal, klopt het dus ook dat de straling overal vandaan lijkt te komen. Het antwoord is dus: de roodverschuiving is ongeveer factor duizend (van een paar duizend Kelvin naar 3K), maar dit zijn geen sterren! Het is gas dat later sterren, sterrenstelsels, planeten enz. zou gaan vormen.
Hopelijk heb ik wat bijgedragen aan de begripvorming...
Groeten, Melvin
PS. De schuimhypothese heeft er trouwens niets mee te maken. Als je het heelal vergelijkt met de aarde, is de schuimhypothese de vorm van golven op de oceaan en zijn wij nog geen atoom in zo'n golf. Je kan je voorstellen dat de vorm van de golven weinig zegt over de vorm van de aarde.
PPS. Het feit dat we in een 'belletje' leven, komt omdat we overal even ver heen kunnen kijken (13,7 Myr), waardoor het voor ons zichtbare heelal er uitziet als een bol. Wat daarbuiten is, kunnen we gewoon niet zien, daar is het heelal te jong voor.
Rob
op
05 maart 2005 om 22:01
Leuke discussie...
Melvin: Hoe lang duurde het voor de eerste sterren ontstonden? Dat is op die 13-14Gy toch maar een oogwenk? In elk geval zijn we het erover eens dat het "heelal" groter kan zijn dan wat we zien. Met een pure big-bang zou dat lijkt mij niet kunnen, omdat het heelal dan zelf niet sneller dan met de lichtsnelheid zou kunnen zijn gevormd.
Melvin: Hoe lang duurde het voor de eerste sterren ontstonden? Dat is op die 13-14Gy toch maar een oogwenk? In elk geval zijn we het erover eens dat het "heelal" groter kan zijn dan wat we zien. Met een pure big-bang zou dat lijkt mij niet kunnen, omdat het heelal dan zelf niet sneller dan met de lichtsnelheid zou kunnen zijn gevormd.
herco
op
13 juli 2016 om 01:05
Als we vanuit de aarde overal even ver kunnen kijken, kunnen we niets anders aannemen dan dat we het centrum zijn van het heelal toch? Tot er het tegendeel wordt bewezen. Dat zou betekenen dat wij niet om de zo'n draaien, maar de zon en alle planeten en zonnestelsels om de aarde heen draaien ;-)
Jan van de Velde
op
13 juli 2016 om 08:34
Ik kan vanaf de torenspits van het stadje waar ik woon alle kanten op even ver kijken. Mijn stadje moet dus het centrum zijn van de aarde. ???
groet, Jan
groet, Jan
Theo de Klerk
op
13 juli 2016 om 08:35
Begrijpelijk misverstand. Wij kunnen alle kanten op kijken (of dat even ver is hangt af van stofwolken die verhinderen erachter te kijken) maar dat kan iemand op een planeet aan de andere kant van de Melkweg ook. Of in het Andromeda sterrenstelsel. Beiden kunnen denken het middelpunt te zijn. De ene kijkt niet minder ver omdat die eerder tegen de rand van het heelal aankijkt (want er is geen rand,het heelal is geen doos).
Alleen afhankelijk van je positie en referentiekader lijkt alles om de aarde te draaien (kader "vast" op aarde) of om de zon (kader op de zon) of om de Melkweg of wat dan ook.
Het heeft duizenden jaren geduurd voordat men zich dit realiseerde en het geocentrische wereldbeeld, zo verdedigd door allerlei geloven die dit beeld in hun boeken als ontegenspreekbare waarheid deponeren, verliet voor "de aarde is niks bijzonders" - ook al leven wij er op.
Alleen afhankelijk van je positie en referentiekader lijkt alles om de aarde te draaien (kader "vast" op aarde) of om de zon (kader op de zon) of om de Melkweg of wat dan ook.
Het heeft duizenden jaren geduurd voordat men zich dit realiseerde en het geocentrische wereldbeeld, zo verdedigd door allerlei geloven die dit beeld in hun boeken als ontegenspreekbare waarheid deponeren, verliet voor "de aarde is niks bijzonders" - ook al leven wij er op.
herco
op
13 juli 2016 om 09:29
Maar als we geen vast punt kunnen definiëren, geen middelpunt, heen begrenzing van het heelal, hoe kunnen we dan zeggen dat wij niet het centrum van het heelal zijn en alles om ons heen draait? Op quantum mechanisch niveau zo dat ook logisch zijn. The truth is in the eye of the beholder...
Theo de Klerk
op
13 juli 2016 om 09:46
Ik kan de vraag ook omdraaien.
En het heelal heeft geen rand (want waar zou dat dan inzitten? - verschuiving van het probleem) en dus ook geen midden. Vergelijk het een beetje met een opblazende ballon: het oppervlak wordt steeds groter, maar er is geen enkel punt (of alle punten zijn) middelpunt.
Wat quantum mechanica hiermee te maken heeft ontgaat mij volledig.
En het heelal heeft geen rand (want waar zou dat dan inzitten? - verschuiving van het probleem) en dus ook geen midden. Vergelijk het een beetje met een opblazende ballon: het oppervlak wordt steeds groter, maar er is geen enkel punt (of alle punten zijn) middelpunt.
Wat quantum mechanica hiermee te maken heeft ontgaat mij volledig.
Herco
op
13 juli 2016 om 09:58
Ja. Dat alles het middelpunt is (of niets) zou ik een logische verklaring vinden. Dus de stelling dat de aarde om de zon draait, zou je dan in twijfel kunnen trekken? Het is dan meer een aanname op basis van de planeten die met ons een bepaalde baan hebben om de zon.
Wat quantum fysica/mechanica (ik weet het verschil eerlijk gezegd niet) verwijs ik naar het fenomeen dat er pas iets is als het wordt waargenomen.
Wat quantum fysica/mechanica (ik weet het verschil eerlijk gezegd niet) verwijs ik naar het fenomeen dat er pas iets is als het wordt waargenomen.
Theo de Klerk
op
13 juli 2016 om 10:47
De stelling dat de aarde om de zon draait hoef je niet in twijfel te trekken: dat doet die. Maar tegelijk beweegt de zon om de melkweg, de melkweg om een centrum van sterrenstelsels enz enz. Dus de beweging is niet een simpel cirkelbaantje maar een vervormde schroefbeweging door het heelal.
Berekeningen (die blijken te kloppen) van planeetstanden, satellietbanen e.d. op basis van een massastelsel zoals het zonnestelsel is samengesteld geven aan dat de aanname van een heliocentrisch stelsel conform de werkelijkheid is. Al is dat maar een deel van het verhaal (voeg melkweg, sterrenstelselcluster, enz toe).
Die opmerking over "iets is pas als het wordt waargenomen" heeft met quantum mechanica niets te maken. "Waarnemen" dient in dit geval breder geinterpreteerd te worden als "gemeten, aantoonbaar" omdat "waarnemen" vaak met "zien" wordt verward. De natuurkunde zal veelal niet-waarneembare zaken (zoals ether vroeger) dan ook uiteindelijk over boord gooien omdat het blijkbaar niets toevoegt aan de situatie. Dan heb je het ook niet nodig. De natuurkunde heeft ook geen noodzaak gevonden om diezelfde reden elfen, kabouters, god, hemel e.d. als natuurkundig waarneembaar te accepteren.
Berekeningen (die blijken te kloppen) van planeetstanden, satellietbanen e.d. op basis van een massastelsel zoals het zonnestelsel is samengesteld geven aan dat de aanname van een heliocentrisch stelsel conform de werkelijkheid is. Al is dat maar een deel van het verhaal (voeg melkweg, sterrenstelselcluster, enz toe).
Die opmerking over "iets is pas als het wordt waargenomen" heeft met quantum mechanica niets te maken. "Waarnemen" dient in dit geval breder geinterpreteerd te worden als "gemeten, aantoonbaar" omdat "waarnemen" vaak met "zien" wordt verward. De natuurkunde zal veelal niet-waarneembare zaken (zoals ether vroeger) dan ook uiteindelijk over boord gooien omdat het blijkbaar niets toevoegt aan de situatie. Dan heb je het ook niet nodig. De natuurkunde heeft ook geen noodzaak gevonden om diezelfde reden elfen, kabouters, god, hemel e.d. als natuurkundig waarneembaar te accepteren.
herco
op
13 juli 2016 om 11:54
Mmm. Stof om over na te denken. Jij zegt dat de natuurkunde alles overboord gooit wat niet waarneembaar is. Maar zijn dan alle variabelen wel meegenomen in de natuurkundige formules? Het higgs deeltje werd ook nooit waargenomen...
En is het niet zo dat bijna alle onderzoeken gericht zijn op één uitkomst? Bij het missen van puzzelstukjes (zichtbaar of niet) is de puzzel toch nooit op te lossen?
Ik ben geen natuurkundige zoals je waarschijnlijk al tussen de regels door las, maar het fascineert mij enorm.
En is het niet zo dat bijna alle onderzoeken gericht zijn op één uitkomst? Bij het missen van puzzelstukjes (zichtbaar of niet) is de puzzel toch nooit op te lossen?
Ik ben geen natuurkundige zoals je waarschijnlijk al tussen de regels door las, maar het fascineert mij enorm.
Theo de Klerk
op
13 juli 2016 om 12:22
Naast stof om over na te denken misschien ook tijd om eens wat over de stand van natuurkunde te lezen? Fascinering begint ook met je erin te verdiepen.
Het Higgs deeltje is nooit "gezien" en of het "waargenomen" is - daarover beraden de onderzoekers zich. Meetresultaten lijken goed te verklaren als men een Higgs deeltje aanneemt. Aanvullende metingen zullen daarin meer duidelijkheid moeten geven. Een atoom is ook nooit "gezien" maar wel "waargenomen" uit allerlei metingen die op geen andere manier te verklaren zijn. Tot iemand opstaat en met een veel betere theorie dan atomen aankomt en de waarnemingen ook verklaart. Dan gooien we misschien atomen over boord. Maar daar lijkt het niet op.
Experimenten worden altijd gedaan om vermoedens, hypotheses, te bevestigen. Ze kunnen ook aantonen dat die vermoedens niet bevestigd worden of zelfs onjuist zijn. Natuurkunde gooit pas dingen over boord als het niets toevoegt. Zolang men op zoek is of iets wel of niet iets toevoegt, blijft het behouden - in elk geval voor de onderzoekers.
Natuurkunde is geen waarheidsvinding in de zin van "het atoom bestaat". Als we een model (=niet bestaande "werkelijkheid", een abstractie, een hypothese) gebruiken en daarmee kunnen we rekenen en voorspellen en metingen voldoen aan die voorspellingen, dan heeft zo'n model waarde. Dan spreken de natuurkundigen losjes van "het atoom". Wat dat dan ook maar is. We dichten het atoom een aantal eigenschappen toe. Daarmee rekenend lijken experimenten te kloppen. Dus houden we "het atoom" tot een experiment niet ermee klopt. Dan moet "het atoom" model worden aangepast of vervangen door iets beters.
De waarheid heeft natuurkunde niet in pacht (daarvoor moet je bij religies zijn) - slechts aannemelijkheden, veronderstellingen, mogelijkheden, gegoten in (meer of minder abstracte) modellen.
Het Higgs deeltje is nooit "gezien" en of het "waargenomen" is - daarover beraden de onderzoekers zich. Meetresultaten lijken goed te verklaren als men een Higgs deeltje aanneemt. Aanvullende metingen zullen daarin meer duidelijkheid moeten geven. Een atoom is ook nooit "gezien" maar wel "waargenomen" uit allerlei metingen die op geen andere manier te verklaren zijn. Tot iemand opstaat en met een veel betere theorie dan atomen aankomt en de waarnemingen ook verklaart. Dan gooien we misschien atomen over boord. Maar daar lijkt het niet op.
Experimenten worden altijd gedaan om vermoedens, hypotheses, te bevestigen. Ze kunnen ook aantonen dat die vermoedens niet bevestigd worden of zelfs onjuist zijn. Natuurkunde gooit pas dingen over boord als het niets toevoegt. Zolang men op zoek is of iets wel of niet iets toevoegt, blijft het behouden - in elk geval voor de onderzoekers.
Natuurkunde is geen waarheidsvinding in de zin van "het atoom bestaat". Als we een model (=niet bestaande "werkelijkheid", een abstractie, een hypothese) gebruiken en daarmee kunnen we rekenen en voorspellen en metingen voldoen aan die voorspellingen, dan heeft zo'n model waarde. Dan spreken de natuurkundigen losjes van "het atoom". Wat dat dan ook maar is. We dichten het atoom een aantal eigenschappen toe. Daarmee rekenend lijken experimenten te kloppen. Dus houden we "het atoom" tot een experiment niet ermee klopt. Dan moet "het atoom" model worden aangepast of vervangen door iets beters.
De waarheid heeft natuurkunde niet in pacht (daarvoor moet je bij religies zijn) - slechts aannemelijkheden, veronderstellingen, mogelijkheden, gegoten in (meer of minder abstracte) modellen.
Peter
op
13 november 2017 om 14:17
Sinds lange tijd ben ik een liefhebber van wetenschap, waaronder ook sterrenkunde (of astronomie).
Ik heb nooit gestudeerd, maar door veel te lezen en internetten ben ik een hoop te weten gekomen.
Door bepaalde bekende grootheden uit de astronomie en de fysica te combineren lijkt het alsof ik iets heb ontdekt wat misschien nog niet door anderen is geconstateerd.
Ik kan me moeilijk voorstellen dat dat werkelijk zo is, maar ik kan op internet nergens zien of ik gelijk heb.
Het gaat om het volgende:
Het licht van de zon doet er 5 minuten en 20 seconden over om de aarde te bereiken, we zien de zon dus nooit waar hij werkelijk staat, maar ruim 2 graden naar links verschoven.(draaiing van de aarde, 24 uur gedeeld door 500 seconden, uitkomst vermenigvuldigd met 360 graden) Ik neem aan dat dit algemeen bekend is, dus tot hier niets nieuws.
Als ik dezelfde berekening toe pas op een hypothetische ster die op 12 lichturen afstand staat kom ik tot de constatering dat ik die ster 's nachts boven me kan zien terwijl diezelfde ster op dat moment aan de andere kant van de aarde staat.
Hetzelfde geldt voor alle sterren, hypothetisch of niet, die op een afstand staan van 12 lichtuur plus een veelvoud van 24 lichtuur (36 lu,60 lu,84 lu ....).
Zo doorgeredeneerd wil dit dus zeggen dat veel sterren die we 's nachts kunnen zien grofweg op deze afstanden zullen moeten staan , maar belangrijker nog: sterren die in werkelijkheid in de kijkrichting staan kunnen dus eventueel niet of in een heel andere richting zichtbaar zijn.
Conclusie: Het heelal (de sterrenconfiguratie) zit heel anders in elkaar dan wat we kunnen zien.
Mocht ik gelijk hebben dan krijgt het begrip sterrenbeeld wel een heel andere betekenis.
Mijn vraag: Klopt het wat ik hier beweer? Zo niet, waar zit dan de denkfout?
Ik heb nooit gestudeerd, maar door veel te lezen en internetten ben ik een hoop te weten gekomen.
Door bepaalde bekende grootheden uit de astronomie en de fysica te combineren lijkt het alsof ik iets heb ontdekt wat misschien nog niet door anderen is geconstateerd.
Ik kan me moeilijk voorstellen dat dat werkelijk zo is, maar ik kan op internet nergens zien of ik gelijk heb.
Het gaat om het volgende:
Het licht van de zon doet er 5 minuten en 20 seconden over om de aarde te bereiken, we zien de zon dus nooit waar hij werkelijk staat, maar ruim 2 graden naar links verschoven.(draaiing van de aarde, 24 uur gedeeld door 500 seconden, uitkomst vermenigvuldigd met 360 graden) Ik neem aan dat dit algemeen bekend is, dus tot hier niets nieuws.
Als ik dezelfde berekening toe pas op een hypothetische ster die op 12 lichturen afstand staat kom ik tot de constatering dat ik die ster 's nachts boven me kan zien terwijl diezelfde ster op dat moment aan de andere kant van de aarde staat.
Hetzelfde geldt voor alle sterren, hypothetisch of niet, die op een afstand staan van 12 lichtuur plus een veelvoud van 24 lichtuur (36 lu,60 lu,84 lu ....).
Zo doorgeredeneerd wil dit dus zeggen dat veel sterren die we 's nachts kunnen zien grofweg op deze afstanden zullen moeten staan , maar belangrijker nog: sterren die in werkelijkheid in de kijkrichting staan kunnen dus eventueel niet of in een heel andere richting zichtbaar zijn.
Conclusie: Het heelal (de sterrenconfiguratie) zit heel anders in elkaar dan wat we kunnen zien.
Mocht ik gelijk hebben dan krijgt het begrip sterrenbeeld wel een heel andere betekenis.
Mijn vraag: Klopt het wat ik hier beweer? Zo niet, waar zit dan de denkfout?
Jan van de Velde
op
13 november 2017 om 16:39
Dag Peter,
Je denkfout zit erin dat het niet de zon (of de ster) is die rond de aarde draait, maar de aarde die rond haar as draait.
Die lichtstralen zijn dus hoe dan ook naar jou onderweg, en volgen (afgezien van zwaartekrachtlenzen en meer zulks) onderweg een rechte lijn richting aarde.
Laten we jou op een draaistoel zetten, in een stevig kevlarpak, dat wel.
Op een kilometer afstand en op twee kilometer afstand laten we twee mitrailleurs op jou schieten.
Draaistoel en beide mitrailleurs staan op één lijn. De achterste schiet vlak over de voorste heen.
De kogels van de dichtsbijzijnde mitrailleur zijn 2 s naar jou onderweg, die van de mitrailleur verder weg 4 s. Jij draait in 4 s rond.
Een bepaalde kogel van de dichtstbijzijnde mitrailleur die op jouw borst werd afgevuurd zal je in de rug treffen.
Een bepaalde kogel van de verdere mitrailleur die op jouw borst werd afgevuurd treft jouw toch in de borst, maar een rondje later.
Maar beide stromen kogels zie jij toch echt wel precies uit dezelfde richting komen, alleen wordt jouw kevlarpak door jouw draaiing aan alle kanten doorzeefd.
duidelijk waar de denkfout zit?
groet, Jan
Je denkfout zit erin dat het niet de zon (of de ster) is die rond de aarde draait, maar de aarde die rond haar as draait.
Die lichtstralen zijn dus hoe dan ook naar jou onderweg, en volgen (afgezien van zwaartekrachtlenzen en meer zulks) onderweg een rechte lijn richting aarde.
Laten we jou op een draaistoel zetten, in een stevig kevlarpak, dat wel.
Op een kilometer afstand en op twee kilometer afstand laten we twee mitrailleurs op jou schieten.
Draaistoel en beide mitrailleurs staan op één lijn. De achterste schiet vlak over de voorste heen.
De kogels van de dichtsbijzijnde mitrailleur zijn 2 s naar jou onderweg, die van de mitrailleur verder weg 4 s. Jij draait in 4 s rond.
Een bepaalde kogel van de dichtstbijzijnde mitrailleur die op jouw borst werd afgevuurd zal je in de rug treffen.
Een bepaalde kogel van de verdere mitrailleur die op jouw borst werd afgevuurd treft jouw toch in de borst, maar een rondje later.
Maar beide stromen kogels zie jij toch echt wel precies uit dezelfde richting komen, alleen wordt jouw kevlarpak door jouw draaiing aan alle kanten doorzeefd.
duidelijk waar de denkfout zit?
groet, Jan
Jan van de Velde
op
13 november 2017 om 17:22
Peter Bijvekds plaatste:
Het heelal (de sterrenconfiguratie) zit heel anders in elkaar dan wat we kunnen zien.groet, Jan
Theo de Klerk
op
13 november 2017 om 17:28
Maar vanuit je positie gezien heb je ook niet ongelijk: een ster op 8 lichtjaar afstand heeft 8 jaar geleden licht naar ons toegestuurd dat nu op aarde aankomt. Inmiddels is die ster wellicht al door zijn eigenbeweging elders terecht gekomen. Maar het licht dat hij op dit moment uitstraalt zal pas later (misschien weer na 8 jaar) aankomen op de plek waar de aarde dan staat.
Je kijkt het heelal in en ziet allerlei verschillende "oorsprongstijdstippen" op dezelfde bol. Wat dichtbij staat zie je sneller, wat ver weg staat staat daar misschien al niet meer en we treffen een paar lichtstralen op een plek waar (bij uitzending) de aarde nog lang niet stond.
Ook wel aardig: de verst verwijderde zichtbare sterrenstelsels hebben hun licht al miljarden jaren geleden verstuurd. We zien het nu en vanaf een plek waar ze lijken te staan. Maar intussen zijn die sterrenstelsels al weer heel ergens anders (verder weg als het heelal uitdijt). Dus het "verste" zichtbare heelal is zeker niet "de rand" (als die er al is) van het heelal, want dat is in die miljarden jaren al veel verder opgerekt.
Je kijkt het heelal in en ziet allerlei verschillende "oorsprongstijdstippen" op dezelfde bol. Wat dichtbij staat zie je sneller, wat ver weg staat staat daar misschien al niet meer en we treffen een paar lichtstralen op een plek waar (bij uitzending) de aarde nog lang niet stond.
Ook wel aardig: de verst verwijderde zichtbare sterrenstelsels hebben hun licht al miljarden jaren geleden verstuurd. We zien het nu en vanaf een plek waar ze lijken te staan. Maar intussen zijn die sterrenstelsels al weer heel ergens anders (verder weg als het heelal uitdijt). Dus het "verste" zichtbare heelal is zeker niet "de rand" (als die er al is) van het heelal, want dat is in die miljarden jaren al veel verder opgerekt.
Peter
op
13 november 2017 om 17:49
Dus mijn stelling klopt alleen voor de dichtstbijzijnde ster (de zon) en niet voor alle andere sterren?
Jan van de Velde
op
13 november 2017 om 18:33
nee, jouw stelling klopt niet. Niet voor de zon, ook niet voor de andere sterren.
Jij stelt dat de zon 2° verschoven staat t.o.v. waar we haar zien omdat zonlicht ruim 8 minuten naar ons onderweg is en in die tijd de aarde 2° doordraait. Idem voor verdere sterren die dan verder "verschoven" zouden staan als gevolg daarvan.
Dat is niet zo, zie de mitrailleur-analogie in mijn bericht van 16:39.
Wel is het zo dat de sterrenhemel niet is wat ze lijkt, want stel dat je een ster ziet die vandaag op een lijn met zon en aarde lijkt te staan, maar 100 000 lichtjaar ver. Dat licht dat je nu ziet is 100 000 jaar onderweg geweest, en de kans is redelijk groot dat die ster in die 100 000 jaar een eindje is opgeschoven aan de sterrenhemel, en 100 000 jaar geleden op 13 november wel op een lijn met de zon stond maar intussen een paar graden naast de zon staat ipv op één lijn. Maar dat heeft dus niks te maken met de draaing van de aarde.
Jij stelt dat de zon 2° verschoven staat t.o.v. waar we haar zien omdat zonlicht ruim 8 minuten naar ons onderweg is en in die tijd de aarde 2° doordraait. Idem voor verdere sterren die dan verder "verschoven" zouden staan als gevolg daarvan.
Dat is niet zo, zie de mitrailleur-analogie in mijn bericht van 16:39.
Wel is het zo dat de sterrenhemel niet is wat ze lijkt, want stel dat je een ster ziet die vandaag op een lijn met zon en aarde lijkt te staan, maar 100 000 lichtjaar ver. Dat licht dat je nu ziet is 100 000 jaar onderweg geweest, en de kans is redelijk groot dat die ster in die 100 000 jaar een eindje is opgeschoven aan de sterrenhemel, en 100 000 jaar geleden op 13 november wel op een lijn met de zon stond maar intussen een paar graden naast de zon staat ipv op één lijn. Maar dat heeft dus niks te maken met de draaing van de aarde.
Peter
op
13 november 2017 om 19:04
Dat de zon 2 graden verschoven is t.o.v. de plaats waar we hem zien is in de astronomie een algemeen en onderkend feit en dit hoef ik hier dus niet verder te verdedigen.
Jouw mitrailleur analogie geeft mij juist gelijk want de eerste kogel treft mij in de rug en die kan ik dus niet zien!
Jouw mitrailleur analogie geeft mij juist gelijk want de eerste kogel treft mij in de rug en die kan ik dus niet zien!
Jan van de Velde
op
13 november 2017 om 19:25
Peter Bijvelds plaatste:
Dat de zon 2 graden verschoven is t.o.v. de plaats waar we hem zien is in de astronomie een algemeen en onderkend feitDus geeft mijn mitrailleur-analogie jou geen gelijk, want beide mitrailleurs staan op één lijn en treffen jou dus steeds op een gezamenlijke plek, waar in jouw stelling je tegelijkertijd van voor en van achter geraakt zou moeten worden.
Een eerste kogel of enige kogel hebben voor zo'n redenering geen enkel belang, het gaat om de stroom kogels die tegelijkertijd bij jou arriveren.
Theo de Klerk
op
13 november 2017 om 19:48
Zie de zon als een douche waaruit continue lichtdruppels "vallen". Die blijven in een bepaalde stroom vallen en na 8 minuten bereiken ze de aarde.
De aarde draait. Daardoor zie je de zon steeds op een andere positie van oost naar west schuiven aan de hemel.
De douche of lichtstroom stroomt door in dezelfde richting. Maar 's ochtend lijkt ie uit het oosten te sproeien (na 8 minuten onderweg te zijn geweest) en 's avonds uit het westen. En daarna lange tijd niet. De douche-bron is in die 8 minuten maar weinig verschoven. (En neemt bovendien het hele zonnestelsel ook mee in die richting, dus vanaf een planeet beweegt de zon niet zelf).
Een ster op bijv. 12 lichtjaar afstand stuurt licht uit dat er 12 jaar over doet om ons te bereiken. Als de ster aan de oostelijke hemel verschijnt aan het begin van de avond, staat die ster waarschijnlijk niet meer waar we hem zien. Maar het licht dat aankomt is al 12 jaar onderweg. Twaalf uur later, als de aarde half om zijn as is gedraaid, is het begin van de ochtend. We zien dan licht van de ster dat 12 uur later is verstuurd dan het licht dat we aan het begin van de avond zagen.
Je snapt dat in die verlopen 12 uur de ster nog niet zo ver van zijn plaats gekomen is (en zeker niet zichtbaar verschoven is aan de hemel). Dat 12 uur op een totaal van 12 jaar + 12 uur tijd verwaarloosbaar is, is hopelijk ook duidelijk.
De aarde draait. Daardoor zie je de zon steeds op een andere positie van oost naar west schuiven aan de hemel.
De douche of lichtstroom stroomt door in dezelfde richting. Maar 's ochtend lijkt ie uit het oosten te sproeien (na 8 minuten onderweg te zijn geweest) en 's avonds uit het westen. En daarna lange tijd niet. De douche-bron is in die 8 minuten maar weinig verschoven. (En neemt bovendien het hele zonnestelsel ook mee in die richting, dus vanaf een planeet beweegt de zon niet zelf).
Een ster op bijv. 12 lichtjaar afstand stuurt licht uit dat er 12 jaar over doet om ons te bereiken. Als de ster aan de oostelijke hemel verschijnt aan het begin van de avond, staat die ster waarschijnlijk niet meer waar we hem zien. Maar het licht dat aankomt is al 12 jaar onderweg. Twaalf uur later, als de aarde half om zijn as is gedraaid, is het begin van de ochtend. We zien dan licht van de ster dat 12 uur later is verstuurd dan het licht dat we aan het begin van de avond zagen.
Je snapt dat in die verlopen 12 uur de ster nog niet zo ver van zijn plaats gekomen is (en zeker niet zichtbaar verschoven is aan de hemel). Dat 12 uur op een totaal van 12 jaar + 12 uur tijd verwaarloosbaar is, is hopelijk ook duidelijk.
Peter
op
13 november 2017 om 20:41
Als ik naar de zon kijk zie ik het licht dat 500 seconden geleden de zon verlaten heeft, dus niet het licht wat eerder of later de zon heeft verlaten. Ook het beeld van de zon en dus de positie is die van 500 seconden geleden. Ondertussen is de werkelijke zon dus 2 graden verder opgeschoven in de schijnbare baan. Het doet er hier even niet toe of de aarde om zijn as draait of dat het hele heelal om de aarde draait. Een link kan ik zo gouw niet vinden, maar dit heb ik op de middelbare school in de natuurkundeles geleerd, ruim vijftig jaar geleden.
In ieder geval bedankt voor jullie reacties allemaal, ik ga nog eens kijken of ik wat meer informatie kan vinden en kom er dan op terug.
In ieder geval bedankt voor jullie reacties allemaal, ik ga nog eens kijken of ik wat meer informatie kan vinden en kom er dan op terug.
Jan van de Velde
op
13 november 2017 om 20:57
Peter Bijvelds plaatste:
Ook het beeld van de zon en dus de positie is die van 500 seconden geleden.Maar die transformatie wordt wel héél belangrijk als je naar twee objecten tegelijk kijkt die ten opzichte van elkaar niet van elkaar van positie veranderen, en daar zit jouw denkfout.
Theo de Klerk
op
13 november 2017 om 22:31
Misschien dat een schematische tekening helpt. De aarde vanaf de zuidpool gezien (ijsvlakte toont beter hoe de aarde draait - een vlaggetje toont het ook aan).
Je blijft staan op je plek en door de aardrotatie beweeg je vanaf in 660 min (11 uur) mee en lijkt de hemelbol met zon de andere kant op te gaan (van oost naar west). Op t=0 min komt licht aan dat 8 min onderweg is. De zon lijkt op een positie te staan waar die 8 min geleden stond.
Dat geldt ook na 11 uur (t=660 min). Ook het licht dat dan bij je aankomt is al 8 minuten onderweg en de zon staat schijnbaar op een positie van 8 min geleden.

Vervang de zon door een ster op 10 lichtjaar afstand. Licht is 10 jaar onderweg en komt net als de zonnestralen aan op t=0 min in het oosten. En na 11 uur komen die lichtstralen in het westen aan. Ook die stralen zijn 10 jaar (+ 11 uur) onderweg geweest. De ster draait net zo mee op de hemelbol als de zon.
De ster zal in die 11 uur maar weinig in het heelal verschoven zijn - en op de hemelbol geprojecteerd is die verschuiving niet te zien. (voor dichtbijstaande sterren (tot zo'n 100 pc = 324 lichtjaren) is dat wel te zien als je in de lente en herfst kijkt: de aarde is een halve aardbaan opgeschoven (3 x 1011 m = 2 AE) - veel meer dan een aarddiameter (1,2 x 106 m) - en dan is de parallax beter zichtbaar.
Waar de ster in 11 uur een beetje van plaats in het heelal kan veranderen maar dit op aarde niet zichtbaar is gezien de afstand, zo verandert de zon niet van plaats. Althans: vanaf de aarde gezien. Het hele zonnestelsel beweegt mee met de zon op zijn reis door het heelal en "dus" bewegen zon en aardbaan niet ten opzichte van elkaar.
Je blijft staan op je plek en door de aardrotatie beweeg je vanaf in 660 min (11 uur) mee en lijkt de hemelbol met zon de andere kant op te gaan (van oost naar west). Op t=0 min komt licht aan dat 8 min onderweg is. De zon lijkt op een positie te staan waar die 8 min geleden stond.
Dat geldt ook na 11 uur (t=660 min). Ook het licht dat dan bij je aankomt is al 8 minuten onderweg en de zon staat schijnbaar op een positie van 8 min geleden.

Vervang de zon door een ster op 10 lichtjaar afstand. Licht is 10 jaar onderweg en komt net als de zonnestralen aan op t=0 min in het oosten. En na 11 uur komen die lichtstralen in het westen aan. Ook die stralen zijn 10 jaar (+ 11 uur) onderweg geweest. De ster draait net zo mee op de hemelbol als de zon.
De ster zal in die 11 uur maar weinig in het heelal verschoven zijn - en op de hemelbol geprojecteerd is die verschuiving niet te zien. (voor dichtbijstaande sterren (tot zo'n 100 pc = 324 lichtjaren) is dat wel te zien als je in de lente en herfst kijkt: de aarde is een halve aardbaan opgeschoven (3 x 1011 m = 2 AE) - veel meer dan een aarddiameter (1,2 x 106 m) - en dan is de parallax beter zichtbaar.
Waar de ster in 11 uur een beetje van plaats in het heelal kan veranderen maar dit op aarde niet zichtbaar is gezien de afstand, zo verandert de zon niet van plaats. Althans: vanaf de aarde gezien. Het hele zonnestelsel beweegt mee met de zon op zijn reis door het heelal en "dus" bewegen zon en aardbaan niet ten opzichte van elkaar.
Koos
op
14 november 2017 om 11:08
Dat de lichtsnelheid in vacuüm maximaal is lijkt mij wel aannemelijk.
Wat mij volkomen onduidelijk is, waarom de lichtsnelheid daalt in een stof.
De golflengte verandert, er is geen energieverlies en eenmaal terug in vacuüm stijgt de lichtsnelheid weer tot maximaal.
Wat is de oorzaak (op atomair niveau) van vertraging bij fotonen in een medium ?
Wat mij volkomen onduidelijk is, waarom de lichtsnelheid daalt in een stof.
De golflengte verandert, er is geen energieverlies en eenmaal terug in vacuüm stijgt de lichtsnelheid weer tot maximaal.
Wat is de oorzaak (op atomair niveau) van vertraging bij fotonen in een medium ?
Theo de Klerk
op
14 november 2017 om 11:17
Licht in vacuum is nog een mysterie. Het heeft golfgedrag (elektrische en magnetische velden die elkaar voortduwen met lichtsnelheid) maar ook deeltjesgedrag (licht oefent druk uit als het ergens op "botst") maar het is iets wat we nog niet snappen maar (als je van verschillende kanten kijkt) soms als een golf en soms als een deeltje zich gedraagt.
De lichtsnelheid wordt gegeven door de elektrische en magnetische golven. James Clark Maxwell heeft dit voor het eerst berekend en kwam op 300000 km/s uit voor vacuum.
Als licht materie ingaat (glas, water) dan zijn de elektrische velden niet meer alleen, maar hebben interactie met de deeltjes waaruit de stof bestaat. Die kunnen gaan meetrillen met het elektrisch veld. Daarbij neemt de snelheid van het licht af. Eenmaal buiten in het vacuum is die interactie er niet en gaat het licht weer met de eigen snelheid verder. Het versnelt dus niet - het doet wat in de gegeven omgeving past.
De lichtsnelheid wordt gegeven door de elektrische en magnetische golven. James Clark Maxwell heeft dit voor het eerst berekend en kwam op 300000 km/s uit voor vacuum.
Als licht materie ingaat (glas, water) dan zijn de elektrische velden niet meer alleen, maar hebben interactie met de deeltjes waaruit de stof bestaat. Die kunnen gaan meetrillen met het elektrisch veld. Daarbij neemt de snelheid van het licht af. Eenmaal buiten in het vacuum is die interactie er niet en gaat het licht weer met de eigen snelheid verder. Het versnelt dus niet - het doet wat in de gegeven omgeving past.
Peter
op
15 november 2017 om 17:28
ik heb mijn bewering over de zichtbare zon en de werkelijke positie van de zon (ruim 2 graden verschil) voorgelegd aan de heer Jaap Vreeling van de UvA,
faculteit astronomie,wiskunde en informatica. Hij zegt dat het klopt.
faculteit astronomie,wiskunde en informatica. Hij zegt dat het klopt.
Jan van de Velde
op
15 november 2017 om 17:47
Heeft dhr Vreeling ook bevestigd dat dat betekent dat alle sterren die wij aan de hemel zien dan in werkelijkheid ook "all over the place" staan omdat ze allemaal verschillen in afstand?
Theo de Klerk
op
15 november 2017 om 18:10
>Als ik dezelfde berekening toe pas op een hypothetische ster die op 12 lichturen afstand staat kom ik tot de constatering dat ik die ster 's nachts boven me kan zien terwijl diezelfde ster op dat moment aan de andere kant van de aarde staat.
Bekijk je omschreven situatie: laat iemand in het oosten aan het begin van de nacht de ster zien op 12 lichtuur afstand. Het licht dat hem op dat moment bereikt is dan al 12 uur "oud". Naar de ster kijkend zie je hem op een bepaalde plek aan de hemel staan.

Tegelijkertijd dat wij dat oude licht zien, wordt nieuw licht uitgestraald. Ook dat is 12 uur onderweg. De aarde verplaatst zich iets verder in zijn baan maar draait ook nog half om zijn as. Het is voor ons 12 uur later geworden, het "nieuwe licht" komt aan, en wij zien de ster inmiddels in het westen staan. En door de beweging van de aarde in zijn baan ook op een iets andere plek (parallax). Maar omdat wij een halve cirkel gedraaid hebben op aarde wil het niet zeggen dat de ster ook een halve cirkel gedraaid heeft tov de hemelachtergrond. Wel tov onze hemelbol (van oost naar west - maar dat is een gevolg van de aardrotatie, niet van de positie van de ster). De parallax is wel een gevolg van de afstand tussen ster en aardbaan (veranderde aardpositie). Voor "echte" sterren vanaf 12 lichtjaren (dichtstbijzijnde ster) en verder zien we die verschuiving ook: maar die is een fractie van een boogseconde (waardoor men een "parallax seconde" als verschuiving uitrekende als een afstand van ruim 3,26 lichtjaar).
Bekijk je omschreven situatie: laat iemand in het oosten aan het begin van de nacht de ster zien op 12 lichtuur afstand. Het licht dat hem op dat moment bereikt is dan al 12 uur "oud". Naar de ster kijkend zie je hem op een bepaalde plek aan de hemel staan.

Tegelijkertijd dat wij dat oude licht zien, wordt nieuw licht uitgestraald. Ook dat is 12 uur onderweg. De aarde verplaatst zich iets verder in zijn baan maar draait ook nog half om zijn as. Het is voor ons 12 uur later geworden, het "nieuwe licht" komt aan, en wij zien de ster inmiddels in het westen staan. En door de beweging van de aarde in zijn baan ook op een iets andere plek (parallax). Maar omdat wij een halve cirkel gedraaid hebben op aarde wil het niet zeggen dat de ster ook een halve cirkel gedraaid heeft tov de hemelachtergrond. Wel tov onze hemelbol (van oost naar west - maar dat is een gevolg van de aardrotatie, niet van de positie van de ster). De parallax is wel een gevolg van de afstand tussen ster en aardbaan (veranderde aardpositie). Voor "echte" sterren vanaf 12 lichtjaren (dichtstbijzijnde ster) en verder zien we die verschuiving ook: maar die is een fractie van een boogseconde (waardoor men een "parallax seconde" als verschuiving uitrekende als een afstand van ruim 3,26 lichtjaar).

Peter
op
15 november 2017 om 18:55
Peter Bijvekds plaatste:
ik heb mijn bewering over de zichtbare zon en de werkelijke positie van de zon (ruim 2 graden verschil) voorgelegd aan de heer Jaap Vreeling van de UvA,faculteit astronomie,wiskunde en informatica. Hij zegt dat het klopt.
Laat ik even duidelijk maken dat ik snap hoe het heelal in elkaar zit en dat zon en sterren niet echt (in die mate) verschuiven, maar dat dat komt door de draaiing van de aarde. Echter: we zien de zon niet WAAR HIJ OP DAT MOMENT staat, want dan zou de lichtsnelheid oneindig moeten zijn en dat is ie niet. De rest van mijn beweringen over de hypothetische ster e.d., daar ben ik zelf ook nog niet zeker van, en dus heb ik dat nog even niet voorgelegd aan Jaap Vreeling.
Theo de Klerk
op
15 november 2017 om 20:29
Ik heb ook niet anders gezegd dan dat de zon op een wat andere plek staat dan waar we hem (na 8 minuten wachten) pas zien. Dat geldt voor alle sterren ook. Alleen staan ze niet ineens omdat de aarde 180 graden draait ook 180 graden elders. Ja - wel aan de hemel, maar de hele hemel draait 180 graden in een halve dag. Dat heeft met lichtsnelheid en afstand niks te maken.
Ik denk dat je Jaap wel mag storen - daar meen ik hem goed genoeg voor te kennen.
Ik denk dat je Jaap wel mag storen - daar meen ik hem goed genoeg voor te kennen.