Hallo,Nou tegen de wind in zeilen terwijl je afhankelijk bent van de wind als voortstuwingsmechanisme is dus niet mogelijk. Sterker nog de wind zal je terugduwen. Maar daarom zie je zeilboten ook altijd bij tegenwind in bochtjes varen. Als de wind precies uit de richting komt waar je heen wilt zeilen dan zal je dus bijvoorbeeld 45 graden uit de richting moeten varen (met de boot). Als je je zeil nu eerst in de zo plaatst dat je wind er langsheen waait (dus evenwijdig met de wind) en dan iets in de richting van de voorkant van je boot draait dan kaatst de wind op je zeil en duwt je daarmee vooruit. Als je dit verhaaltje even tekent dan wordt het wat overzichtelijker. Ik hoop dat ik hiermee je vraag heb beantwoord.Groetjes lisa

De richting bijna tegen de wind in heet "scherp aan de wind zeilen" en het heen en weer door de wind gaan heet "laveren". Scherp aan de wind kan een zeilboot het allersnelst varen. Je kunt je voorstellen dat met de wind mee (voor de wind heet dat) een boot nooit sneller kan varen dan de wind waait. Scherp aan de wind kan een boot wel tot 3-4x sneller gaan dan de wind.

Ja dat weet ik ook wel, blijkbaar heb ik mijn vraag verkeerd gesteld. Zelf ben ik ook een zeiler, dus ik ken (bijna) alle zeiltermen. Alleen vind ik het raar dat er 'aan de wind' gevaren kan worden. Bijna tegen de wind in dus, dat bedoel ik er mee.

je kan aan de wind varen omdat je dan vaart met schijnbare wind (=ware wind + vaartwind). Dit komt door de liftkracht, de kracht die ontstaat door onder- en bovendruk bij het zeil, zo ontstaat de kracht in het zeil waardoor je vooruit gaat.

Leuk dat je zo bent geïnteresseerd in zeilen Joost, maar je stelt wel zo'n beetje de lastigste vraag van het zeilen. Je hebt het over een profielwerkstuk dus vermoed ik dat je ergens op de middelbare school zit. Ik weet niet hoeveel je van natuurkunde weet, dus vertel ik niets over vectoren.Je hebt tijdens het zeilen vast wel gemerkt dat het zeil altijd van de wind al wil waaien, net als een vlag. Maar omdat de giek het zeil strak houdt en jij met de schoot bepaalt waar de giek komt, vang je de wind zo in het zeil dat die een stuwkracht aan de boot overdraagt. Daarom moet je het zeil ook steeds vieren of aanhalen als je de koers verandert. Stel dat je voor de wind vaart: het zeil staat dan ongeveer dwars op de boot. Je gaat oploeven en het zeil begint te klapperen of killen bij de mast. Dat betekent dat de boot (bijna) geen stuwkracht meer ondervindt.Jij trekt dus het zeil iets strakker, het zeil trekt weer mooi bol en je merkt dat er weer meer snelheid in de boot komt. Loef je nog verder op (dus naar de wind toe) dan moet je steeds je zeil strakker trekken om de stuwkracht te houden. Als je zo ongeveer 45 graden op de wind zeilt kun je niet verder oploeven omdat het zeil dan ongeveer recht boven de boot hangt. Als je het zeil dan nog verder aantrekt merk je dat je de giek naar beneden trekt, waardoor het zeil minder bol komt te staan. dat is weer ongunstig.Hoe zit het nu met die stuwkracht?De wind waait langs het zeil, dat aan de ene kant hol en de andere kant bol is. Door deze bolling ontstaat er een kracht in het zeil die er voor zorgt dat het zeil in zijn geheel naar de bolle kant wil, dus naar de voorkant van de boot! Omdat het zeil met mast, giek en schoot aan de boot vastzit wordt die voorwaartse kracht overgedragen aan de boot die als één geheel naar voren gestuwd wordt. Dus zelfs als je aan de wind vaart, maar de bolling in het zeil laat, werkt die kracht ! Een goede bolling in het zeil is dus essentieel, met een vlakke plank als zeil bereik je niets. Overigens werkt de kracht in je ziel niet alleen naar de voorkant van de boot, maar ook naar de zijkant. Naar voren varen is goed, naar opzij is vervelend. Daarom zit er een kiel onder de boot. Dat (grote) stuk hout/metaal is van voren gezien smal, maar van opzij gezien groot. dat grote oppervlak zorgt ervoor dat de boot nauwelijks opzij beweegt (verlijert). Als je optimist hebt gezeild weet je dat je de kiel of het zwaard kunt ophalen als je voor de wind vaart; de zijwaartse kracht is dan uit het zei verdwenen. Scherp aan de wind is die kracht het grootste.Mocht je meer willen weten: In Het zeilboek van J.P Hoefnagels staat dit allemaal mooi uitgelegd. Kijk maar eens in de bibliotheek.groeten,Jaap

heey mensen.. ik doe mijn profielwerkstuk over zeilen, ik ga het doen over hoe de rompsnelheid afhangt van de rompvorm en over het verschijnsel planeren.. maar het enige waar ik mee zit is het volgende: wat zou ik op practisch gebied kunnen doen met dit onderwerp.. heeft iemand een idee wat ik zelf zou kunnen onderzoeken.. rekening houdend met de beperkte modellen en meetapparatuur die ik heb..alvast bedankt

Aan de wind kom je vooruit omdat de wind in je zeilen blaast waardoor aan de loef kant van het zeil een hoge druk gebied ontstaat. Aan de andere kant van het zeil ontstaat hierdoor een lage druk gebied. Omdat luchtdeeltjes altijd van een hoge druk gebied naar een lage druk gebied wil zal het kracht uitoefenen in het zeil omdat het daar heen wil bewegen. Maar omdat de wind er ook in waait krijg je ook een kracht die zijwaarts op de boot staat, hierbij krijg je het verhaal schijnbare wind en ware wind wat voor een deel de drift bepaald, maar om dit tegen te gaan bestaat dus o.a. het roer en de kiel.Hoop dat je het hiermee snapt.

naja wat ieme hierboven zegt klopt op zich wel, maar kijk inderdaad in het zeilboek, staat het prachtig inwat rob zegt is echter complete onzinde koers schuin tegen de wind in heet aan de wind varen, als je nog zo veel mogelijk richting de wind draait maar toch nog vooruit gaat, heet dit hoog aan de wind varenaan de wind is de langzaamste koers mogelijk, maar deze voelt het hardst omdat je je geneigd bent je snelheid te bepalen door de hoeveelheid wind die langs je heen gaatals je tegen de wind in rijdt op een brommertje (zonder dat je zelf kracht hoeft te leveren) of evensnel met de wind mee, lijkt het alsof je tegen de wind in veel harder gaatde snelste koers is ruime wind, schuin voor de wind uiten bij geen enkele koers kun je sneller dan de wind

Natuurlijk kan je sneller als de wind Boudewijn.Door het maken van je eigen (schijnbare)wind kan je sneller als de (ware)wind.Dit gebeurt vooral bij multihulls of bij lichte wedstrijdjachten.

Een boot komt vooruit dankzij het vleugelprofiel in het zeil. Dat werkt in feite hetzelfde als bij een vliegtuig. Er stroom wind langs doordat die wind aan de ene kant een langere weg aflegt gaan de deeltje verder uit elkaar er ontstaat aan de ene kant dus onderdruk. Daar willen de deeltjes aan de binnenkant naar toe en er onstaat een kracht schuin naar voren.

Die kracht is te ontbinden in een kracht voorwaarts en een kracht zijwaarts. De zijwaartse kracht wordt opgeheven door de kiel en de boot gaat vooruit.

Dat de boot op a/d wind het snelst gaat is echter onzin. Dat is op ruime wind. Aan de wind lijkt het snelst omdat dan de wind van voren komt en dan lijkt het alsof je harder gaat. Dit is net als op de fiets met wind mee dan lijk je veel minder hard te gaan.

Door de wet van Bernoulli.

waarom zou je het snelst gaan met ruime wind ik heb voor mijn profielwerkstuk een proef gedaan met een gps en daar gingen we het snelst met halve wind... dan ook nog hoe kan je uitleggen dat je op ruime wind een grotere snelheid krijgt dan voor de wind?

Dag Ja,

Zeilen is natuurkundig een ingewikkelde bezigheid. Bijvoorbeeld, wat jij halve wind noemt, betekent dat de WERKELIJKE windrichting onder 90° op je vaarrichting, of de SCHIJNBARE windrichting onder 90° op je vaarrichting.

Dan nog hangt het sterk van je boot af. Een gewone zeilboot drijft onvermijdelijk ook af en zo. De stroomlijn van de boot beperkt de vaarsnelheid, en daarmee ook de snelheid van de schijnbare wind.

Misschien moet je voor dit soort afleidingen beter naar een ijszeiler kijken. Die "varen" met werkelijke ruime wind het snelst, waarbij ze echter schijnbaar scherp aan de wind "varen", omdat ze daarbij een paar keer zo snel gaan als die wind.

Groet, Jan

Al eens gekeken bij http://nl.wikipedia.org/wiki/Zeilen_(varen) of een hele wiki over zeilen van de TU Twente http://www.euroszeilen.utwente.nl/wiki/Categorie:Natuurkunde

om toch vooruit te komen terwijl je wind van voren hebt moet je opkruisen