lisanne
stelde deze vraag op
09 januari 2005 om 11:13.
Hey hey,
Toch nog even over de viscositeit van de kogeltjes want het wil nog niet echt lukken. Hier mijn vraag: Je ziet in de formule: wordt n groot, dan wordt V laag. Dit geldt als je alle waarden constant houdt behalve n. Omgekeerd: als n klein wordt, dan wordt V hoog. Hierdoor verwachtten wij (afgeleid uit de formule): 2 . (1/ n ) ~ V Met deze formule krijg je (achter de pijl) deze aantallen. Hier kan ik geen conclusie uit trekken. Vloeistof Viscositeit (m2/s) Gemiddelde valsnelheid kogel Water 1,0 0,86 m/s à 2 Olijfolie 84,0 0,76 m/s à 0,023 Paraffineolie 1000,0 0,59 m/s à 0,002 glycerol 1500,0 0,35 m/s à 0,0013
Alleen weet ik niet hoe ik hier mijn gegevens moet invullen omdat ik niet weet hoe ik aan de ρ van de bal en die van de vloeistof kom ( R is straal van de kogel?). Ik hoop dat iemand mij hiermee kan helpen.
Alvast bedankt, lisanne
Reacties
Lisanne
op
10 januari 2005 om 20:52
hoi lisanne,
ik zie in je bericht dat je viscositeit uitdrukt in m²/s. Dit klopt wel maar dan praat je over de kinematische viscositeit. De viscositeit die ik gegeven heb in de berekeningen is de dynamische viscositeit uitgedrukt in Pa*s.
De relatie tussen de kinematische viscositeit en de dynamische viscositeit is de volgende: n=μvloeistof/ρvloeistof. voor de dichtheid van de bal moet je even vragen/kijken van welk materiaal de bal is gemaakt en dan kan je in binas of een ander tabellenboek wel vinden wat de dichtheid is.
Voor de vloeistoffen (bij 25 °C) kan je de volgende dichtheden gebruiken: water = 1000 kg/m³ olijfolie = 800 - 920 kg/m³ paraffineolie = 800 kg/m³ glycerol = 1260 kg/m³
als je nu μ voor iedere situatie uitrekent kan je een grafiek maken waarbij je 1/μ uitzet tegen vt. Als je metingen goed gegaan zijn krijg je dan een rechte lijn.
hopelijk kom je nu weer wat verder.
Greetz Patrick
ps als je niks vindt voor die bal neem dan aan dat het staal is met een dichtheid van 7850 kg/m³. succes, laat even weten of het gelukt is.