Stel je dan het lichtnet voor als eenkabel heen, een verbruiker, en eenkabel terug. Ook kabels hebben weerstand. De verbruiker moet 240 V ontvangen.

Bereken de stroomsterkte door elke weerstand.
Bereken met P= I²R het opgenomen vermogen in elke weerstand.
Bereken het door de centrale geleverde totale vermogen
Daarna ga ik de spanning over de kabel 100 x omhoog transformeren, zodat de stroomsterkte daar ook met een factor 100 afneemt. De verbruiker moet weer 240 V spanning ontvangen.

Bereken de stroomsterkte door elke weerstand.
Bereken met P= I²R het opgenomen vermogen in elke weerstand.
Bereken het door de centrale geleverde totale vermogen.
In beide gevallen ontvangt de verbruiker hetzelfde vermogen.
Gaat er bij jou een lampje branden ;)
Groet, Jan