Dag Jasper,
Als je met een bepaalde kracht aan een veer trekt, zal die een eindje uitrekken. Als je nou twee keer zo hard trekt, dan zal die uitrekking ook twee keer zo groot worden (bij een ideale veer althans, maar behalve in uiterste standen zullen de meeste goeie veren daar wel ongeveer aan voldoen).
De veerconstante is dan gewoon de kracht in newton die je moet uitoefenen om een veer een meter uit te rekken. In de praktijk zul je een veer zelden zover uitrekken natuurlijk, maar dat doet er niet toe.
- F = kracht (newton, N)
- u = uitrekking (meter, m)
- c (of k) = veerconstante (newton per meter, N/m)
in formule: F = c·u
Zo schrijven we hem meestal op, omdat we meestal willen weten hoeveel kracht we nodig hebben om een veer bijvoorbeeld 5 cm uit te rekken.
voorbeeldje:
- u= 5 cm = 0,05 m
- c= 40 N/m
- F = ?? N
F= c·u = 40 x 0,05 = 2 N
Trek je dus met een kracht van 2 N aan DIE veer, dan zal die 5 cm langer worden dan in ruststand. En trek je twee keer zo hard, dan zal die 10 cm langer worden (gerekend vanaf de ruststand)
Wil je van een bepaalde veer de veerconstante bepalen, dan trek je er dus aan met een kracht die je meet, je meet ook hoeveel die langer wordt,
- F= 6 N
- u= 4 cm = 0,04 m
- c = ?? N/m
formule even ómschrijven:
c= F/u = 6 : 0,04 = 150 N/m
Soms wordt de veerconstante nog wel eens uitgedrukt in N/cm . Da's niks bijzonders,
Voor de veer van hierboven: 150 N/m = 150 N/100 cm = 1,5 N/cm.
Een veerconstante is dus een eigenschap van een specifieke veer
Duidelijk zo?
Groet, Jan