Beste Martine,
een apparaat met een vermogen van 1 watt kan een energie van 1 joule leveren in 1 seconde, dus W= J/s
k = kilo = 1000
W= J/s
h = 1 uur = 3600 s.
1 kWh = k x W x h = 1000 x J/s x 3600 s = 3 600 000 J (de seconden streep je tegen elkaar weg)
duidelijk genoeg zo?
Groet, Jan
Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.
Noortje heeft zevenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?
Antwoord: (vul een getal in)