lift die naar boven versnelt

ellen stelde deze vraag op 23 mei 2007 om 19:40.

Als je in een lift staat die naar boven gaat en versnelt dan is de resultante kracht naar beneden gericht en als je dan op een weegschaal staat, is je gewicht dus groter. als die lift nu naar boven gaat en vertraagt dan is de resultante kracht naar boven gericht en is je gewicht dus kleiner. Tot hiertoe klopt het hopelijk nog want ik denk dat ik dit wel snap.

 maar als er nu een veer of een touw tegen het plafond van die lift hangt en die versnelt naar boven. wordt de veer/touw dan naar boven of naar onder uitgerekt? m.a.w. is de resultante kracht dan naar boven of naar onder gericht?

 ik hoop dat jullie me hierbij kunnen helpen, ik zou denken dat het omgekeerd is dan waneer je gewoon op de vloer staat maar ik weet niet waarom.

x

ellen

Reacties

Jaap op 23 mei 2007 om 21:05

Dag Ellen,
Eerst: je staat in de lift op een weegschaal. Als je versneld omhooggaat, is de resulterende kracht op jou naar boven gericht. Dat is nodig om je een versnelling omhoog te geven. De weegschaal oefent op jou een extra kracht omhoog uit. Jouw gewichtskracht op de weegschaal is steeds even groot als de kracht van de weegschaal op jou (derde wet van Newton: actie en reactie). Dus jouw gewichtskracht op de weegschaal is ook groter dan normaal. Daardoor "wijst de weegschaal meer kilogrammen aan".
Als je op de weegschaal staat in een lift die vertraagd naar boven beweegt, geldt een soortgelijke redenering.

Ik begrijp niet goed wat je bedoelt met "als er nu een veer of een touw tegen het plafond van die lift hangt". Hang jij aan die veer? Dan geldt weer een soortgelijke redenering. Beweegt de lift versneld omhoog, dan is er een resulterende kracht omhoog op jou. De veer trekt jou harder omhoog dan in een stilstaande of eenparig bewegende lift. Dan trek jij ook harder dan normaal aan de veer omlaag. De veer wordt verder uitgerekt.
Groeten, Jaap Koole

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft negenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)