hamerslingeren

gil stelde deze vraag op 29 april 2007 om 17:52.
Hoe bereken ik de trekkracht van de hamer, wanneer ik hem 55 meter ver gooi?

Reacties

Jan op 29 april 2007 om 18:18

Beste Gil,

Ik denk dat ik wel weet wat je bedoelt, maar we zijn niet allemaal atleten, dus een wat vollediger omschrijving van je vraag zou welkom zijn. Woorden als "trekkracht van een hamer" werken bijzonder verwarrend zonder dat je erbij vertelt wat er eigenlijk gebeurt. Kort is leuk, maar dan graag niet alleen kort maar vooral ook krachtig.

Groet, Jan

oscar op 29 april 2007 om 21:21

Gooi ik een voorwerp weg met een snelheid v onder een hoek h (met horizontaal). Dan is de vertikale snelheid vsin(h) en de horizontale vcos(h). De tijd tot het voorwerp de grond weer raakt is dus 2vsin(h)/g en de afgelegde afstand 2v^2sin(h)cos(h)/g = v^2*sin(2h)/g. Dit is maximaal als h=45 graden.

Als je een voorwerp met snelheid v wegslingert is de afstad die het maximaal aflegt: v^2/g. Als het 55 m aflegt moet de snelheid dus minimaal (55*9)^0.5 = 23 m/s

Dat lijkt me een mooi uitgangspunt voor je vraag.

Gil op 03 mei 2007 om 21:23

Bij het hamerslingeren gooi ik een hamer (een bol waaraan een ijzeren koord  bevestigd is). Het gewicht van de bol is 4kg. De lengte van het koord is 119,5cm. De snelheid waarmee ik op mijn snelste punt gooi, is niet bekend. Wel weet ik dat ik 55 meter ver gooi. Ik neem aan dat ik met de afstand dan ook de snelheid kan berekenen. Ik veronderstel dat ik de hamer in de best mogelijke curve gooi. Wat is de kracht die de hamer uitoefent op het ogenblik dat ik hem gooi? Ik hoop dat ik me zo iets duidelijker heb uitgedrukt.

 Groetjes Gil.

Jaap op 03 mei 2007 om 21:52

Dag Gil,
Zoals Oscar voorrekende, heeft de kogel een beginsnelheid van 23 m/s.
Laten we aannemen dat de kogel juist voor het loslaten een eenparige cirkelbeweging uitvoerde. En dat het vlak van de cirkel een hoek van 45 graden maakte met het horizontale vlak (zie Oscar). En dat je de kogel loslaat op het moment dat hij op gelijke hoogte is als het middelpunt van de cirkel: de kogel is naast het midelpunt. De benodigde middelpuntzoekende kracht Fmpz juist vóór het loslaten wordt dan geheel geleverd door (en is even groot als) de spankracht van het koord op de kogel. Fmpz=m×v²/r=4×(55×9,8)/1,195=1804N.
Volgens de derde wet van Newton (actie en reactie) is de kracht van de kogel op het koord even groot. Is dat de "trekkracht van de hamer" waarnaar je vraagt?
We hebben ter vereeenvoudiging aangenomen dat de kogel op hoogte nul meter wordt losgelaten. En dat er geen wrijving van betekenis is.
Groeten,
Jaap Koole

Gil op 05 mei 2007 om 11:33

Hartelijk bedankt!

 Zelf had ik dit nooit kunnen berekenen!

Groetjes, Gil

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft negenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)