Waar branden de lampjes het felst?

Zoë stelde deze vraag op 29 maart 2007 om 20:59.

Hoi !
Ik heb een vraag aan de hand van de volgende situatie:

Stel: Je hebt twee parallelschakelingen, A + B met in beide een evenhoog ampèrage, bv 10A.
A : 2 parallel-geschakelde lampjes met beide een weerstand van 1ohm.
B : 3 parallel-geschakelde lampjes met alledrie een weerstand van 1ohm.

Vraag 1 : Klopt mijn stelling? Kan het überhaupt zo zijn dat er evenveel stroom door deze twee schakelingen loopt?
Vraag 2 : Als mijn stelling klopt, in welke schakeling branden de lampjes dan het felst? (antwoord met A of B)
En als je de lampjes nummert van 1t/m5 (1+2 in schakeling A en 3+4+5 in schakeling B) welke lampjes branden dán het felst? (antwoord met 1,2,3,4 of 5)


Dat waren mijn vragen! Ik heb morgen een natuurkunde pw en wil niet weer n 5.8 halen =D

 

Reacties

Melvin op 29 maart 2007 om 21:30

Beste Zoë,

Als je bedoelt dat de totale stroomsterkte in beide schakelingen 10 A is, dan kan het inderdaad. Omdat schakeling B een kleinere vervangingsweerstand heeft, hoeft daar wel een minder sterke spanningsbron voor gebruikt worden.

Bij een parallelschakeling wordt de stroom verdeeld over de verschillende 'takken'. Omdat alle lampjes dezelfde weerstand hebben, wordt de stroom gelijk verdeeld. Hierdoor stroomt er dus 10/2 = 5 A door lampjes 1 en 2 en 10/3 = 3,3 A door lampjes 3,4 en 5. Hoe meer stroom er door een lampje loopt, hoe feller hij brandt. Lampjes 1 en 2 branden dus het felst.

Als je meer oefenopgaven wil, dan kan je gaan naar het tabblad 'Oefenen' waar je 'Naar onderwerp' kan selecteren. Hier kan je dan zoeken op alle opgaven van jouw schooltype en over bijvoorbeeld elektrische stroom. Je krijgt dan een lijst van opgaven en artikelen waar het niveau bij staat: instap, gevorderd of examen. Hopelijk heb je er wat aan.
Succes met je proefwerk morgen.

Groet,
Melvin

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft negenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)