Beste Naomie,
denk even mee:
50 keer per seconde wordt er als het ware een fotootje van de koets gemaakt. Als het wiel op het filmpje stil lijkt te staan, betekent dat de koets inderdaad stilstaat, of dat het wiel tussen twee fotootjes door precies één spaak is verdergedraaid, of precies twee spaken, of precies drie spaken, enz.
a) wanneer heb je de laagste snelheid, als het wiel tussen twee fotootjes door 1, 2 of 3 spaken verder draait?
b) als het wiel een omtrek heeft van 2 m, en is verdeeld in 10 spaken, hoeveel rijdt de postkoets dan verder als het wiel één spaak doordraait? s(1 spaak)= .....m
c) hoeveel tijd verstrijkt er tussen het nemen van elk fotootje?(50 fotootjes/sec, dus .... sec/fotootje). Als het wiel tussen twee fotootjes door één spaak doordraait, is de tijd voor 1 spaak dus : t(1 spaak) = .... s
d) de formule voor snelheid is: v= s/t ( in m/s)
andere oplossingsmethode:
in één seconde draait het wiel .... spaken verder. Er zitten 10 spaken in een wiel, dus in één seconde draait het wiel ... x helemaal rond. De omtrek van een wiel is 2 m. Vijf keer ronddraaien betekent dus dat de koets .... m aflegt in die ene seconde. De snelheid is dus .... m/s
succes.