Vóórdat je moeilijke schakelingen gaat bouwen, probeer eens hoe het systeem dat je bedacht hebt (tellen bij inrijden van de sectie en weer tellen bij uitrijden) helemaal in de war zou kunnen raken.
neem een ruitjespapier. (30 cm ==> 60 ruitjes hoog) De bovenkant is de ingang van je sectie, de onderkant de uitgang.
Een dobbelsteen bepaalt of een auto 80 (1 of 2 ogen) , 100 (3 of 4)of 120 km/u (5 of 6) rijdt.
Tijdstip 0, De eerste auto (teken vordering op de eerste verticale streep) rijdt bijv 80.
Op tijdstip 1 is die 4 ruitjes naar beneden gevorderd, auto 2 rijdt bijv 120 en komt binnen (op de tweede verticale streep.
op tijdstip 2 is auto 1 tot 8 ruitjes gevorderd, en auto 2 tot 6 ruitjes. Vor de derde auto wordt gedobbeld, bijv 100 km/h
Op tijdstip 3 is auto 1 12 ruitjes gevorderd, auto twee ooktot 12 , auto drie is 5 ruitjes gevorderd. (Als je het systeem snapt zou je dat in een of ander rekenprogramma goed kunnen simuleren, dat werkt vlotter. ).
Doe dat zo eens voor een auto of dertig, en werk eens door tot ze de sectie uitrijden. Ze komen binnen met een regelmaat van 1 auto per tijdseenheid. Met welke (on) regelmaat verlaten ze de sectie??
Kun je maar genoeg variaties in je simulatie aanbrengen, dan zul je zelfs situaties zien waarbij meer auto's de sectie UITrijden dan er binnenkomen. Dan slaat je systeem op tilt ben ik bang.