proef geleiding

debby stelde deze vraag op 01 februari 2007 om 07:17.

Hallo,

ik moet een proef maken, zelf bedacht. Maar ik weet niet wat en hoe want het moet een goeie proef zijn. Hoe geleiding werkt. En dan ook nog is er bij vertellen wat het doel is. Wat kan ik het beste doen met een proef om een 9/10 te krijgen???

 gr. Debby

Reacties

Jan op 01 februari 2007 om 22:36

1) over wat voor soort geleiding gaat het?

2) wat weet je (in het kort) zelf al over die geleiding?

debby op 02 februari 2007 om 14:36

Het gaat over warmte geleiding.

Dat warmte altijd omhoog gaat. Maar hoe moet je dat dan aantonen?

Jan op 02 februari 2007 om 15:59

Als ik je nu goed begrijp, dan moet je aantonen dat "warmte altijd omhoog gaat". Dan heb ik even een probleempje, want dat heet niet geleiding maar convectie.

Geleiding heb je als warmte gaat van een plaats met een hoge temperatuur naar een plaats met een lage temperatuur. En dat gaat niet alleen maar omhoog.

Als je vloeistoffen of gassen op één plaats opwarmt, dan zet dat gas of die vloeistof op die plaats uit. Dan wordt de dichtheid (soortelijke massa) daar kleiner, en dan wordt die "bel" warme lucht of warmer gas omhoog geduwd, zoals een houtblok in water of een heliumballon in de lucht, of, let op, een heteluchtballon in koudere lucht.

Dat verschijnsel van stroming dat wordt opgewekt (hete lucht of vloeistof wil omhoog) doordat je een deel van de vloeistof of gas sterker opwarmt dan de rest heet convectie. Zo kan warmte zich heel vlug verspreiden.

Geleiding is de belangrijkste manier van warmtetransport in vaste stoffen. Daar wordt de warmte van molecuul naar molecuul doorgegeven, maar zonder dat de moleculen van hun plaats gaan.

 Voor allebei zijn een paar leuke simpele proefjes te doen. Maar dan moeten we dus wel precies weten wat je opdracht is.

 

debby op 02 februari 2007 om 16:17

Het is warmte geleiding.

Dus warmte geleiding is warmte dat naar een kloude plaats gaat? als ik het goed begrijp. Maar warmte gaat altijd omhoog.??? Hoe kan het dan zijn dat warmte ook naar onder gaat als het koud is.

Want de meester zij: warmte gaat altijd omhoog. Maar het kan dan ook omlaag... Maar de zon is ook hoog en de warmte gaat dan eigenlijk omlaag als de zon boven ons is. Dus dan gaat de warmte ook omlaag maar hoe dat dan?

gr. Debby

Jan op 02 februari 2007 om 16:45

Beste Debby,

 Je stelt een heleboel goede vragen, en die zou ik allemaal voor je kunnen beantwoorden (althans, de meeste toch wel denk ik). Maar dan denk ik dat ik je veel meer ga vertellen dan je misschien ooit hoeft te snappen.

Ik zal nog één manier van warmte-transport aanstippen die we nog niet gehad hebben. Straling. Niks engs hoor, in de natuurkunde bestaat er veel meer straling dan die radio-activiteit. Gewoon licht is ook straling. Straling, dus ook licht, is een vorm van energie die je niet vast kan pakken en die ook zonder atomen of moleculen van de ene plaats naar de andere kan. Je merkt dat ookals je je hand een paar centimeter onder een gloeilamp houdt. Of als je een paar meter van een kampvuur vandaan zit. Als er straling (licht) de voorkant van je and raakt, wordt die warm. Maar de achterkant zit in het donker, die wordt dan niet warm. En met een zaklamp kun jij straling álle kanten op sturen, naar boven,  naar beneden, opzij, noem maar op. 

 Wat jouw leraar bedoelt, zoals je het nu zegt, is die convectie waar ik het over had. Hij praat over warmte die omhoog gaat, zoals in vloeistoffen of gassen, nou dan gaan we toch gewoon een mooi convectieproefje doen met vloeistoffen?

Vertel eens, op wat voor school en in welke klas zit je? Hebben jullie daar een natuur-scheikundelokaal met allerlei glaswerk en apparaten, of niet?

debby op 02 februari 2007 om 17:06

hey,

eerst de laatste vragen beantwoorden: Ik zit op het Raaylandcolege en zit in klas VK2B (site: www.raayland.nl) Maar ik heb apsoluut niet de beste leraar. Wel aardig maar de slimheid mist er. Ik zit dus in het 2de jaar en dit is het 1ste jaar dat ik natuur en scheikunde krijg en het interesseerd me heel veel omdat het gewoon leuk is. Je ontdekt dingen die je nog niet wist. En er zijn 2 apparte lokalen die voor natuur en scheikunde zijn. Daar hebben ze wel glaspotjes en zo maar van apparaten weet ik het niet. Wel een gasbranden en zo. En 1 computer maar daar staan geen programma's op voor natuurkunde of scheikunde. Wat je bij sommige proefjes op deze site wel nodig hebt. Maar ze hebben wel een appart ding waar je giftigge dingen of zo iets in kan doen.

Ik snap je uitleg, maar hoe wou je dat convectieproefje dan doen. Want ik heb te horen gekregen van een leerling uit mijn klas dat we ook de doel van het proefje er bij moeten doen. Wat je eigenlijk aantoont. (ik weet dus niet wat een doel is) Wij hadden gister al een gasbrander en een koperen staaf en een ijzer stukje Hoe snel dat verwarmde dus of het goed geleid maar toen zij de meester dat we daar voor een 5 zouden krijgen. Omdat het vergelijkbaar moet zijn... Maar waarom moet het dan vergelijkbaar zijn?

gr. Debby

debby op 02 februari 2007 om 17:13
Het maakt niet uit als ik teveel weet. Dan ben ik vooruit in de klas en ga ik misschien wel  een nivó hoger.
Jan op 02 februari 2007 om 18:25

Volgens mij gaan onze berichten nu door elkaar heen, ik hoop dat je deze nog vindt.

 Jullie hebben gelukkig een practicumlokaal met best veel spulletjes.

Als je de echte geleiding wil doen met die staafjes, dan kan dat. (ook voor een 10). Maar dan kun je jezelf de vraag stellen, geleiden alle stoffen die warmte even goed?? En dan moet je dus een paar stoffen vergelijken. Dan moet je even lange en dikke massieve staafjes hebben van bijvoorbeeld ijzer, koper en glas.  Plak er met een pleister op een centimeter of 10 van je bekerglas een thermometer op, zodat het reservoir van de thermometer de staafjes raakt (pas op dat je ze niet kapotdrukt) en zodat het reservoir lekker ingepakt zit in de pleister, zodat hij alleen de warmte van de staaf zelf voelt.  Die klem je in een statief en die stop je met eenkant allemaal even ver in een bekerglas met kokend water, allemaal schuin een andere kant op, en zó dat je thermometers zeker 15 cm van het kokende water vandaan zijn. Neem elke 30 seconden de temperatuur op. Daar waar de thermometer het snelst stijgt heb je de stof met de beste geleiding.

 Voor convectie kun je een groot bekerglas pakken, en daar wat papieren confetti (leuke woordspelling)  in gooien. Zorg dat de confetti goed nat wordt en laat het water even terug rustig worden. (kun je allemaal van te voren doen).

Zet dan je bekerglas op een statief boven een stille blauwe vlam van je bunsenbrander ennkijk wat er met de confetti gebeurt (thuis in een pan gaat dat ook, mar niet zo mooi omdat de bodem van de pan veel gelijker wordt verwarmd dan het water in een bekerGLAS boven zo'n smalle brandervlam.)

je ziet nu de confetti in het water ronddraaien, het warme water in het midden boven de vlam gaat omhoog. De confetti gaat mee omhoog met het warme water boven de warme plek op de bodem, en weer terug naar beneden langs de buitenkant waar het water weer een beetje terug afkoelt.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft achtentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)