Hefboom krachten

Tom stelde deze vraag op 21 januari 2007 om 11:59.

is er een formule voor het berekenen van de kracht van de lengte van de hefboom

bij voorbeeld x per meter

een bak van b1 x H1 xD1 mtr deze kan worden om gedrukt aan de boven kant met x Kg

een bak van b1 x H2 x d1 mtr wordt dan met x Kg omgedrukt

mijn vraag is de kracht van de lengte verschil in de hefboom berekening.

Bij voor baat dank.

Reacties

Jaap op 21 januari 2007 om 14:48

Dag Tom,
Laten we twee gevallen onderscheiden.

Eerste geval: de massa van de bak is even groot als die van de lage bak. De benodigde kracht om de hogere bak te doen kantelen, is omgekeerd evenredig met de hoogte van de bak.
Stel dat de hogere bak n maal zo hoog is als de eerste bak. Dan is de arm van de kantelende kracht n maal zo groot. Dit betekent dat de benodigde kracht n maal zo klein kan zijn.
Het terugdrijvende moment op de hoge bak is even groot als bij de lage bak. Want de zwaartekracht op elke bak is even groot (wegens de gelijke massa's). En de arm van de zwaartekracht is bij beide bakken ook even groot, namelijk ½b1.

Tweede geval: de massa van de bak is recht evenredig is met de hoogte. (Voorbeeld: een zeven maal hogere bak heeft een zeven maal grotere massa, in kg). De benodigde kracht om de hogere bak te doen kantelen, iseven groot als de benodigde kracht bij de lagere bak.
Stel dat de hogere bak n maal zo hoog is als de eerste bak. Dan is de arm van de kantelende kracht n maal zo groot. Dit betekent dat de benodigde kracht n maal zo klein is als bij de lage bak (#1).
Maar het terugdrijvende moment is bij de hogere bak n maal zo groot, doordat de zwaartekracht op de bak n maal zo groot is (vanwege de grotere massa). Dit betekent dat de de benodigde kracht n maal zo groot moet zijn als bij de lage bak (#2).
(#1) en (#2) samen betekent dat de benodigde kracht even groot is als bij de lage bak.

Groeten, Jaap Koole

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft achtentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)