Nee, is niet juist. Dit is best wel een ingewikkelde, ook om hier duidelijk te typen.

De som van de kinetische energieën van kogel en kanon wordt 20 kJ. de formule voor Ekin = ½mv²

½m(kanon)v(kanon)² + ½m(kogel)v(kogel)²= 20 kJ

Dan gaat de kogel de ene kant op, en het kanon de andere. Volgens de wet van behoud van impuls mag er niet zomaar impuls ontstaan, maar moet de totale impuls (p=mv) nul blijven.

ofwel: p(kanon) + p(kogel) = 0

m(kanon)v(kanon) + m(kogel)v(kogel)=0

(denk eraan dat v een vectorgrootheid is, door de tegengestelde richtingen krijgt er dus één een negatief teken).

nu heb je twee vergelijkingen met twee onbekenden, nl v(kanon) en v(kogel) en wordt het wiskunde.   

Dag Coor,
Je past de wet van behoud van energie toe. In je vergelijking moet je elke snelheid kwadrateren.
Behalve de wet van behoud van energie hebben we ook de wet van behoud van impuls nodig.
Kogel: index 1. Kanon: index 2.
Energiebehoud:  ½m₁×v₁²+½m₂×v₂²=E_tot (#1)
Impulsbehoud: na het schot is de totale impuls nul, want dat is vóór het schot ook het geval. Na het schot is de impuls van het kanon dus even groot als de impuls van de kogel, maar tegengesteld gericht. Afgezien van het plus/minteken geldt na het schot m₁×v₁=m₂×v₂ → v₂=(m₁/m₂)×v₁ (#2).
Als je dit invult in vergelijking (#1), kun je v₁ berekenen. Met (#2) vind je daarna ook v₂.
Groeten, Jaap Koole