verenpracticum

anika stelde deze vraag op 03 januari 2007 om 12:00.

wij moesten op school een stalen, koperen en daarna een combinatieveer (dus de koperen aan de stalen) ophangen, hieraan plaatsten we gewichtjes die varierden in massa (bij de stalenveer tot 150 gram en bij de koperen tot 100 gram)

 

We geven het gewichtje een uitwijking en meten daarna de trillingstijd van bijvoorbeeld 10 trillingen. dit heb ik verwerkt in verschillende tabbelletjes, daarna kun je met de formule

 T=2pie wortel m/c de veerconstante uitrekenen..

bij de stalenveer heb ik C = 9,5 en bij de koperen C = 4,6

er meot dus een verband in zitten als ik ze onder elkaar hang maar daar komt uit C = 3,1.. Hebben jullie misschien enig idee wat er uit die derde meting zou moeten komen, moet ik dan die eerste 2 constantes optellen en delen door 2 ?

alvast bedankt!

Reacties

Jaap op 03 januari 2007 om 12:59

Dag Anika,
Zoals je waarschijnlijk weet, geldt bij een spiraalveer dat C=F/u, met F is de kracht die de uitrekking u veroorzaakt en C is de veerconstante. (De uitrekking mag niet te groot zijn.)
Laten we C=F/u eens anders opschrijven.
Voor de linkerkant (C) mag je ook schrijven C/1. Want delen door 1 maakt niets uit.
Nu zetten we de linkerkant (C/1) op zijn kop. Dat wordt 1/C.
Dat mag als je ook de rechterkant (F/u) op zijn kop zet. Dat wordt u/F.
Dus 1/C=u/F.

Je kunt dit controleren met een getallenvoorbeeld, zoals C=F/u is 2=6/3. Dan geldt 1/C=1/2. En u/F is 3/6; dat is ook 1/2. Dus 1/C=u/F zou wel eens goed kunnen zijn.

Voor beide veren samen geldt 1/Csamen=usamen/Fsamen.
De kracht Fsamen die beide veren samen uitrekt, werkt op de stalen veer en ook op de koperen veer. Dus Fsamen=Fstaal=Fkoper. Het gaat dus altijd om dezelfde kracht, die we nu maar F noemen.
De uitrekking van de twee veren samen is de uitrekking van de ene veer plus de uitrekking van de andere veer. usamen=ustaal+ukoper.
1/Csamen=usamen/Fsamen=(ustaal+ukoper)/F=ustaal/F+ukoper/F.
In plaats van ustaal/F schrijven we nu 1/Cstaal en we doen hetzelfde met ukoper/F.
Dus 1/Csamen=1/Cstaal+1/Ckoper.

Als je de drie gevonden waarden van C invult, zie je dat je metingen keurig overeeenstemmen met de theorie.
Groeten, Jaap Koole

Anika op 03 januari 2007 om 13:20
Dankjewel Jaap!

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft achtentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)