Dag Anouk,
Je formules zijn juist. Met de vermelde gegevens vind ik dat voor de temperatuurstijging van het water 3129 J nodig is, terwijl de dompelaar slechts 2688 J afstaat. Dat is inderdaad opmerkelijk.
Het temperatuurverschil tussen begin en einde is klein: 2,5 graad Celsius. Dit maakt je verdere berekening gevoelig voor kleine meetonzekerheden (meetfouten). Als de temperatuur bij voorbeeld zou zijn gestegen van 19,2 tot 21,3 graad Celsius, had de dompelaar wél voldoende warmte geleverd voor de temperatuurstijging van het water. (Over de joulemeter hebben we het dan nog niet.)
Om deze reden is het raadzaam te onderzoeken of de dompelaar op een iets hogere spanning mag worden aangesloten, zodat hij meer warmte geeft en het water een grotere temperatuurstijging ondergaat.
Heb je de dompelaar misschien aangesloten op wisselspanning? Daarin zou een andere verklaring kunnen liggen, maar dat ligt minder voor de hand.
Succes met het vervolg, Jaap Koole