Hallo,

Helaas weet ik niet precies hoe de analytische balans in elkaar steekt. Als de weegplaat niet alleen van boven, maar ook van onder in contact staat met de atmosfeer, dan is er niets aan de hand; de luchtdruk drukt dan zowel de plaat naar beneden als naar boven en dat heft elkaar precies op.
Als de plaat niet van onder met de buitenluchtdruk in contact staat, dan werkt er een extra kracht op de plaat van
F = p*A, met p het luchtdrukverschil en A het oppervlak de plaat.
Dit geeft dan een verschil in gemeten massa van
m = F/g = p*A/g, met g de zwaartekrachtsconstante 9,81 m/s^2

Was dit duidelijk?
Groet,
Melvin

Ik zou me verschillen voor kunnen stellen als gevolg van de opwaartse kracht op de te wegen objecten. Een te wegen object met een volume van 1 L verplaatst ca. 1,3 g lucht van standaarddruk. Dat is 1300 mg. Een millibar meer of minder maakt dan ook al snel een verschil van ca. 1,3 mg.

5 g aluminium heeft een volume van ca. 2 mL. Hierop maakt een luchtdrukverschil van 1 millibar dan ook een verschil van ongeveer 2,6 microgram.  Er zijn misschien gevallen te bedenken waarin dat significante verschillen oplevert ?