Om te ontdekken heb je geen formules nodig, dat is gewoon meten en proberen een verband te zien.
Die gloeilamp zendt (in principe) in alle richtingen evenveel straling uit. Vlakbij de bron passeren er dus een heleboel "stralen" door een vierkante centimeter oppervlak, verder weg is dat dus als het ware "verdund". Welke vierkante centimeter je ook kiest, zolang de afstand tot de bron gelijk is zal de stralingsintensiteit dus ook gelijk zijn. Als je in alle richtingen op gelijke afstanden van je bron allemaal puntjes tekent, teken je eigenlijk een bol, met je stralingsbron in het middelpunt.
De bron zendt een bepaalde hoeveelheid straling per seconde uit (vermogen). Hoe verder weg van de bron, over hoe groter oppervlak (dat steeds groter wordend boloppervlak) dat vermogen wordt "uitgesmeerd".
De vraag wordt dus: wat is de relatie tussen de afstand tot de bron, en dat boloppervlak?