resulterende kracht

Nynke stelde deze vraag op 30 november 2006 om 12:03.
op een voorwerp werkt zowel een kracht van 30 N als een kracht van 40 N. Deze krachten hebben heetzelfde aangrijpingspunt en maken een hoek van 120 graden met elkaar. Wat is de grootte en richting van de resulterende kracht?

Reacties

astrid op 30 november 2006 om 12:27
De ene kracht werkt bijvoorbeeld naar beneden. (40N)

De andere werkt 120° ervan af.

teken die op schaal, bijv 1 cm :: 10 N


Je zorgt dat Je de twee pijlen bij elkaar doet.



Dat kan door vanuit het duisterste punten (bij de uithoeken) van de vectoren te nemen.

Dan ga je bij de pijl van 30N evenredig met de pijl van 40N een lijn die even lang is als die van 40 N tekenen. (de lichtblauwe pijl). Doe hetzelfde vanaf de bestaande 40N (zwarte pijl). Teken daar een lijn die even lang is als die van 30N. Zo kom je als het goed is op een punt waar de twee vectoren elkaar kruisen.

Dit is de plek waar De nieuwe vector naartoe gaat. (de groene pijl)
meet de lengte op en reken die terug om naar newton,

suc6:D
Jaap op 30 november 2006 om 18:27

Hoi Nynke,

Vectoren zijn dingen met een richting en een lengte zoals je weet, een eigenschap van vectoren is dat je ze componentsgewijs mag optellen. dus

Fxtot=Fx1+Fx2

en

Fytot=Fy1+Fy2

 dus voor de grootte geldt: |F_tot| = √(Fxtot2+Fytot2)

en voor de hoek α tov de x-as: α=arccos ( Fxtot/Fytot )

 

Om dit in je plaatje te zien. Teken `de 40N-lijn' daar waar het pijltje eindigt begin je `de 30N-lijn'. De resulterende kracht is nu de vector vanaf de oorsprong (dus waar `de 40N-lijn' begint) naar het einde van `de 30N-lijn'.

Groeten,

Jaap
 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft dertien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)