Hallo Dunja
a) 1cm = 10mm, het verschil tussen negatief en fotopapier is de beedte, in de breedte zal op het fotopapier dus een strookje overblijven... zoals je ziet is het negatief nl 36 mm en het fotovel 40...
b) lenssterkte: S = 1/f (S=dioptrie, f= brandpuntsafstand)
vergroting: N = |b/v| (b=beeldafstand, v=voorwerpsafstand)
lenzenformule: 1/f = 1/b + 1/v = S
uit de gegevens kunnen we de vergroting en de brandspuntafstand berekenen. Wanneer je in de lenzenformule deze gevonden waarden gebruikt kun je de voorwerpsafstand berekenen. Stel de vergrotingfactor is 2 en de brandpunt afstand is 0.06 meter dan geld: 1/b=0.02m en 1/v=0.04 want b moet dubbel zo groot zijn als v en dus 1/b half zo groot als 1/v. oftewel: b en v zijn (in mijn voorbeeld) resp. 50cm en 25cm
snap je de methode??
Ben