Ik heb 2 vragen die in het boek systematisch natuurkunde N1 vwo 3 staan
vraag 1: in onze spieren bevindt zich kalium, dat voor een klein deel uit de isotoop kalium-40 bestaat. kalium-40 is radioactief en vervalt onder uitzending van B-straling. De massa van al het kalium in het spierstelsel van een volwassene bedraag 98 gram. er zitten in kalium 1,54*10^22 atomen per gram. kalium bestaat voor 0,012% uit het radioactieve kalium-40.
Hoe moet ik met deze gegevens de stralingsdosis die het spierweefsel in een jaar van kalium-40 maximaal absorbeert berekenen?
vraag 2: het Radon-222 isotoop vervalt onder uitzending van een A-deeltje. De longen van een mens bevatten gemiddeld 2,5 dm3 lucht. Is dit huiskamerlucht dan veroorzaakt het in deze lucht aanwezige radon-222 in de longen een stralingsdosis van 5,3*10^-14 W.
a)toon aan dat de gemiddelde activiteit van radon-222 per kubieke meter ingeademde 'huiskamerlucht' 24 Bq bedaagt.
b) de bestraalde massa van de longen is 0,15 kg. de weegfactor voor a-straling is 20. bereken het dosisequivalent dat iemand per jaar in zijn longen van radon-222 ontvangt, als hij uitsluitend 'huiskamerlucht' zou inademen.
zou u mij dit uit kunnen leggen?
alvast bedank, soumaya