Grondfrequentie

Marian stelde deze vraag op 23 november 2006 om 16:01.

Hulp gezocht bij onderstaande vragen.

Hoe bepaal ik de grondfrequentie bij een koord met een vast en een vrij uiteinde als ik de aantal knopen, frequentie en de golflengte weet. En hoe zit dit bij een koord met 2 vaste uiteinden.

Alvast bedankt voor het meedenken. 

Reacties

Melvin op 23 november 2006 om 19:51

Beste Marian,

Bij een vast uiteinde zit altijd een knoop (het kan immers niet bewegen) en bij een los uiteinde zit een buik (het kan immers vrij bewegen). Bij een uiteinde vast en de andere los, is de grootste golflengte die daarin past (dus met 1 knoop en 1 buik) 4 keer zo lang als het koord. Noem de lengte van het koord L, dan is de grondgolflengte dus lambda_grond=4L

De frequentie f is nu: f_grond = v/lambda_grond

Als je van een bepaalde toon het aantal knopen weet, met zijn frequentie en golflengte, doe je het volgende: Bij n knopen (incl. diegene bij het vaste uiteinde), passen er (2n-1)/4 golflengten op het koord. Dus L = (2n-1)/4 * lambda.

Dus lambda_grond = 4L = (2n-1)*lambda

Omdat de frequentie omgekeerd evenredig is met lambda, is de grondfrequentie dus f_grond=f/(2n-1), waarbij f de huidige frequentie is.

Bij twee vaste uiteinden zijn er minstens 2 knopen en passen er (n-1)/2 golflengten op het koord.

Groet,
Melvin

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft achtentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)