Dag Esther,
Ik begrijp uit je beschrijving dat het draaipunt aan het ene uiteinde van de horizontale hefboom zit, en dat de twee verticale krachten aan dezelfde kant van het draaipunt op de hefboom werken.
Vraag 1
De eerste kracht werkt naar beneden. In welke richting moet de tweede kracht dan werken als er evenwicht is?
Vraag 2
De tweede kracht is 90/60=1,5 maal zo groot als de eerste kracht. Dan is de arm van de tweede kracht 1,5 maal zo klein als de arm van de eerste kracht. Dat is 60cm/1,5=...
Vraag 3
Nu kijken we niet naar het evenwciht van de momenten, maar naar het evenwicht van de krachten.
De eerste kracht (60 N) werkt omlaag. De tweede kracht (90 N) werkt omhoog. Dat is netto 30 N omhoog. De hefboom blijft in rust, dus in het draaipunt moet de as een derde kracht op de hefboom uitoefenen. Die moete evenwicht maken met de 30 N omhoog. Dus de kracht van de as in het draaipunt is .... N in de richting...
Aangenomen is dat we de massa van de hefboom zelf mogen verwaarlozen en dat er geen wrijving is.
Moment linksom en moment rechtsom: als een hefboom in evenwicht is (niet begint te draaien), is het moment van de krachten die de hefboom linksom proberen te draaien even groot als het moment van de krachten die de hefboom rechtsom proberen te draaien.
Groeten, Jaap Koole