blazen tegen bal

Arjan stelde deze vraag op 14 november 2006 om 14:27.
Als je een pingpongbal op een tafel legt en je blaast er van dichtbij tegen aan, dan gaat het balletje rollen. Als je van wat verder af tegen het balletje blaast, zal hij veel minder snel gaan rollen. Kennelijk neemt de kracht van de luchtstroom af naarmate de afstand groter wordt. Mijn vraag is: hoe kun je de relatie tussen de afstand en de kracht van de luchtstroom berekenen?

Reacties

Jaap op 14 november 2006 om 19:41

Dag Arjan,
Wat wordt bedoeld met "de relatie ... berekenen"?
Is het de bedoeling uit gemeten waarden van de afstand d en de kracht F af te leiden hoe de relatie tussen F en d is, bij voorbeeld omgekeerd evenredig? Er is een gerede kans dat dit lukt door een wiskundig verband op te stellen als hypothese, en dan met bij voorbeeld een grafische rekenmachine of een pc-programma zoals Excel te berekenen welke coëfficiënten in het veronderstelde wiskundige verband de beste aansluiting op de gemeten waarden van F en d geven. Voorbeeld: als we stellen dat F=a/d met a een constante coëfficiënt, dan kun je berekenen voor welke waarde van a deze formule het best past bij de gemeten waarden van d en F. Voor het zoeken van zo'n aanpassing bestaan standaarmethoden, als de kleinste-kwadraten-methode, regressie of een "functiefit" zoeken.
Ik vermoed dat er geen standaardformule bestaat voor het verband tussen F en d. Het verband zal onder meer afhangen van de vraag hoe sterk de luchtstroom uitwaaiert (zich verbreedt).
Groeten, Jaap Koole

Melvin op 15 november 2006 om 21:15

Beste Arjan en Jaap,

Als ik een verband zou moeten gokken tussen afstand en kracht van zo'n luchtstroom, dan zou het zijn dat de kracht omgekeerd evenredig is met de afstand in het kwadraat. Dit omdat de lucht zich als een deel van een bol uitbreidt. Maar om precies te zijn, zou dit alleen gelden in vacuum, aangezien de deeltjes in de luchtstroom daar niet geremd worden door de omgeving. Waarschijnlijk is dit op grotere afstanden dus niet zo correct.

Groet,
Melvin

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft zevenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)