Zwaartepunt achter draaipunt

Charlotte stelde deze vraag op 11 november 2006 om 18:15.

Ik heb een vraag;

Je hebt een blok met een plank erop, met het zwaartepunt ACHTER het draaipunt. Op de plank ligt een bal; tot hoever kan de bal rollen zodat de plank niet kantelt?



Weten jullie hoe ik dit kan uitrekenen?
Bij de bijlagen heb ik 2 plaatjes gedaan (als 1 bijlage); het eerste plaatje laat zien hoe ik het uitreken als het zwaartepunt voor het draaipunt zit, en op het tweede plaatje zie je een weergave van mijn vraag.

Alvast heel erg bedankt voor jullie reacties!!!

Reacties

Jaap op 12 november 2006 om 23:09

Dag Charlotte,
Laten we de lengte van de plank L noemen.
Laten we de lengte van het gedeelte van de plank dat op het blok ligt, P noemen (links van D).
Laten we het zwaartepunt (massamiddelpunt) van de plank Z noemen.
De afstand DZ is gelijk aan L/2−P. Dit is de arm van de zwaartekracht op de plank.
Laten we de meest rechtse positie waar de bal op de plank kan liggen zonder kantelen, B noemen. Gevraagd is de afstand DB.
Hefboomwet: (kracht maal arm) linksom = (kracht maal arm) rechtsom →
800×DB=700×(L/2-P).
Als L en P bekend zijn, kun je DB berekenen.
Groeten, Jaap Koole

Greet op 06 januari 2009 om 19:33
hoe zit dat met opdrukken bij vrouwen, het zwaartepunt van het lichaam van een vrouw ligt lager dan bij een man.Als een vrouw dus gaat opdrukken, dan is dat voor een vrouw verschrikkelijk moeilijk, veel moeilijker dan bij de man, die ook nog eens krachtiger spieren heeft. Hoe bepaal je dan de kracht die op de armen komt.
Bert op 06 januari 2009 om 22:51
Dag Greet,

voorzover ik weet is het inderdaad zo dat het zwaartepunt bij een vrouw lager ligt dan bij een man.
Maar opdrukken zou dan juist gemakkelijker moeten gaan, want hoe kleiner de afstand tot het draaipunt (je voeten) hoe kleiner het moment.
Als je dat zou willen uitrekenen moet je wel weten waar het zwaartepunt zich precies bevindt.
De omgekeerde weg is gemakkelijker:neem een personenweegschaal en druk jezelf op, met je handen op de weegschaal. Dan weet je al meteen hoeveel kracht je nodig hebt.
Doe dezelfde oefening met je voeten op de weegschaal, en meet dan tenslotte ook nog de afstand van je schouders tot het steunpunt van je voeten. Dan kun je uitrekenen waar je zwaartepunt zit.
Je zou dat dan kunnen vergelijken met de gegevens van een man, die je aan dezelfde procedure onderwerpt.
Dan kun je mooi zien of er inderdaad verschil is.

Groeten,

Bert

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft dertien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)