Dag Charlotte,
Laten we de lengte van de plank L noemen.
Laten we de lengte van het gedeelte van de plank dat op het blok ligt, P noemen (links van D).
Laten we het zwaartepunt (massamiddelpunt) van de plank Z noemen.
De afstand DZ is gelijk aan L/2−P. Dit is de arm van de zwaartekracht op de plank.
Laten we de meest rechtse positie waar de bal op de plank kan liggen zonder kantelen, B noemen. Gevraagd is de afstand DB.
Hefboomwet: (kracht maal arm) linksom = (kracht maal arm) rechtsom →
800×DB=700×(L/2-P).
Als L en P bekend zijn, kun je DB berekenen.
Groeten, Jaap Koole