Kan iemand uitleggen wat een weerstand doet?

Chantal stelde deze vraag op 12 oktober 2006 om 22:55.

Zou iemand mij makkelijk uit kunnen leggen wat een weerstand precies doet? Ik weet dat het iets is met: 'het hindert spanning' ofso, maar weet niet hoe je het goed onder woorden brengt.

Reacties

Melvin op 13 oktober 2006 om 02:58

Beste Chantal,

Allereerst wil ik je even wijzen op:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Elektrische_weerstand_%28component%29
http://nl.wikipedia.org/wiki/Elektrische_weerstand_%28eigenschap%29

Deze twee sites leggen mijn inziens goed uit wat weerstand is.

Kort en bondig is het zo dat stroom in feite de gezamelijke beweging van heel veel elektronen (in de stroomdraad) is. Ze stromen langs de rest van het materiaal en je kan je voorstellen dat elektronen niet even makkelijk door ieder materiaal stromen en dat niet elk materiaal evenveel elektronen beschikbaar heeft om te laten stromen. Beide aspecten bepalen hoe veel elektronen per seconde (dus stroom) er bij een bepaalde spanning door het materiaal kan gaan.

Was dit een beetje duidelijk?
Groet,
Melvin

jeroen op 18 april 2010 om 20:16

bedankt voor de goede uitleg, ik heb bijna examens en moet daarom weten wat de weerstand van een voorwerp is, en ik snapte de hele tijd niet wat ze bedoelden, maar ik heb een vraagje, gaat er energie verloren als de stroom door een materiaal met een lage weerstand gaat?

Jan op 18 april 2010 om 21:09

Dag Jeroen,

Energie gaat nooit "verloren". In dit geval wordt door de in het materiaal botsende elektronen elektrische energie omgezet in warmte als er ook maar enige weerstand is. Bij gelijke stroomsterkte geldt: hoe groter de weerstand, hoe groter de warmte-ontwikkeling. Let wel, dat betekent NIET dat als je een grotere weerstand in een gewone schakeling zet dat dan vanzelf het "verlies" groter is. Want een grotere weerstand in een gewone schakeling zoals aan het lichtnet (met gelijkblijvende spanning) betekent dat de stroomsterkte dan ook daalt. In dat geval zal er juist minder warmte ontwikkeld worden. De relatie is:

P=I²R.

Ik weet niet of je die moet begrijpen, hangt van het niveau af waarop je examen doet? Zo niet, gauw vergeten, je hebt genoeg aan je hoofd zo vlak voor een examen.

Beetje duidelijk?

Groet, Jan

jeroen op 19 april 2010 om 00:10

ik snap het nu, en je kan de verloren energie vergelijken met een gloeilamp die heel heet word, alleen één ding is nog niet duidelijk. bijvoorbeeld: op mijn controller van mijn playstation, staat op de achterkant op de sticker: 3,7 volt, 300mA

R=U : I,   dus 3,7 volt  delen door 300mA is 0,01333...

het antwoord klopt tog niet?

bedankt,

mvg jeroen

Jan op 19 april 2010 om 08:55

In formules moet je, tenzij anders vermeld, altijd héle SI-eenheden invullen. Dus 300 mA wordt 0,3 A . De weerstand van dat apparaat is dan R=U/I = 3,7/0,3 = 12,3 Ω, en het vermogen wordt dan P=UxI = 3,7 x 0,3 = 1,11 W.

Luuk op 23 januari 2013 om 19:22

Kijk! Aan die laatste reactie van u heb ik iets. Ik had hetzelfde probleem en mij leek het dus ook raar dat er zo'n klein getal uit zou komen. Bedankt voor de 'indirecte'-hulp! 
Maar ik had ook nog een vraag: Hoe zou je het begrip weerstand, kort en goed uit kunnen leggen? Bij mijn vorige SO schreef ik op: hoe moeilijk het is voor de stroom om door een draad heen te komen. Maar dit was volgensmij niet helemaal correct. 

Groetjes, 

Luuk

Theo op 23 januari 2013 om 20:28

Toch zit je wel in de goede richting.

Weerstand is een indicator die aangeeft hoeveel moeite gedaan moet worden door geladen deeltjes (elektriciteit) om door een weerstand te komen. Bij een continue stroom van deeltjes (vaste stroomsterkte I) neemt de spanning U (=energie/coulomb) af. Hoe hoger de weerstand, hoe groter de spanningsval (ΔU = I.R) en daarmee het energie"verlies" (beter: energie-afgifte) in elke seconde (ofwel vermogen): P = ΔU.I

De inverse van weerstand, 1/R, wordt trouwens geleiding genoemd. Hoe beter geleid, hoe minder weerstand. Moet je in 2016 voor het vwo examen weer kennen.

aukje op 06 september 2017 om 11:05
Verandert de stroomsterkte als de temperatuur van het koperdraad verandert?
Theo de Klerk op 06 september 2017 om 11:18
In praktijk zal dat zo zijn. In het ideale (ohmse) geval niet, maar door de hogere temperatuur gaan de koperkernen in de draad wat meer trillen en de weg "blokkeren" waardoor de elektronen er wat minder makkelijk langs kunnen schieten. De weerstand neemt dan toe.
Dat is bij veel situaties zo. Alleen bij NTC-weerstanden (negatieve temperatuurscoefficient) is dat juist niet zo omdat de materiaalsamenstelling daarvan juist een verlaagde weerstand geeft.
casper op 03 oktober 2017 om 11:27
waar is de Ω voor? alvast bedankt
casoer op 03 oktober 2017 om 11:28
en hoe kan je het best leren voor natuurkunde? alvast bedankt
Willem op 03 oktober 2017 om 14:17
De Ω is de eenheid van weerstand.

Het beste leer je door veel opgaven te maken en zorgvuldig je antwoorden op te schrijven. Kunnen toepassen is meestal belangrijker dan reproduceren.

Leren is belangrijk, al zal je (zeker in de bovenbouw) niet veel uit je hoofd hoeven te leren. Een samenvatting maken kan dus wel helpen, maar als je alleen dat doet, doe je het niet goed.

Groet,
Willem
Theo de Klerk op 03 oktober 2017 om 14:49
"Leren" als in "uit je hoofd leren", "stampen" e.d. zijn methoden die in de onderbouw misschien nog werken, maar toenemend in de bovenbouw niet meer. Daar komt het aan op inzicht, verbanden kunnen leggen tussen verschijnselen, beredeneren (met de basiskennis die "gestampt" is) hoe verschijnselen samenhangen.
Sommige leerlingen hebben dit niet of te laat door als ze naar de 4e klas overgaan. "De hele avond geleerd" levert minder op dan "10 minuten problemen doorzien en oplossen". Bij sommigen gaat dit inzien bijna vanzelf ("hebben een knobbel"), bij anderen kost het meer moeite. Maar met alleen leren kom je er niet. Het is als lopen en zwemmen: je kunt er boeken vol over schrijven maar het is het zelf doen en ervaren wat je uiteindelijk doet lopen of zwemmen.  Bij natuurkunde is "doen en ervaren" proefjes doen, opgaven maken ("snappen" wat gevraagd wordt, situatie inbeelden, kennis erop toepassen, een oplossing eruit samenstellen).

Er is een proefwerk-beoordelingswijze die "RTTI" heet waarin vragen en opgaven zijn onderverdeeld in
R - reproductie (direct uit het boek gelezen)
T1 - toepassen  (simpele opgaven, met behulp van het boek zonder veel nadenken op te lossen)
T2 - toepassen samengesteld (zelf nadenken over situatie, kennis combineren voor een oplossing)
I - inzicht (concepten begrijpen, een idee hebben wat een "weerstand" of een "elektrisch veld" voorstelt)

Vanaf de 4e klas gaat de nadruk zich verleggen van R/T1 naar T2/I en het examen zal vooral T2/I-achtige vragen hebben. De methode "Overal Natuurkunde" heeft zijn opgaven in A/B/C/D-type ingedeeld die redelijk met R/T1/T2/I overeen komen. In de bovenbouw moet je zeker de C opgaven uiteindelijk kunnen maken en snappen waarom de oplossing ervan zo gekozen is.

Uiteindelijk zul je na je examen in een werkkring of studie ook steeds vaker te maken krijgen met situaties die nog nergens beschreven zijn maar wel een variatie op iets bekends zijn. Je kennis (en ervaring) gebruik je dan om die nieuwe situatie toch te lijf te gaan.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft zesentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)