Dag Lisa,
Als een lichaam (bij voorbeeld een steen) helemaal of gedeeltelijk onder water is, oefent het water een kracht op dat lichaam uit. Die kracht duwt omhoog, dus OPwaartse kracht. Die kracht is even groot (even veel newton) als het gewicht van het water dat door het lichaam opzij is geduwd. Het gewicht is op zijn beurt even veel newton als de zwaartekracht op dat verplaatste water.
Voorbeeld: stel dat een ondergedompelde steen 0,3 kilogram water opzijduwt. De zwaartekracht op dat water is massa*10=0,3*10=3 newton. Jouw zin betekent nu dat het water tegen de steen omhoogduwt met een opwaartse kracht van 3 newton.
Met gewicht bedoelen we in de natuurwetenschap een kracht (in newton) en niet de massa (in kilogram).
In plaats van water kan het ook een andere vloeistof zijn.
Groeten, Jaap Koole